Tuesday, January 31, 2012

Nooit niet

Autobiografisch gedicht over de liefde


Jij zou mij nooit…maar je ging – voor
altijd lief… maar jij vergat omdat ik
niet meer zo toegankelijk was als

Weleer – toen ik nog wederzijds… en
lachte bovendien – hoe onvoorzien
de gedachte die grijs en grauw over

Mijn daden hing – apathisch, het lijf
lam en niet meer toegenegen. Lust
verleerd – in mijzelf gekeerd en niet

Voor even – dan toch maar afscheid
nemen, ook al doet dit zeer – het kijken
overbodig – een bloem de kelk gesloten

– een gans op de vlucht – mijn huid los
van elk strelen – een tijd die jij besloot af
te ronden – voorbij jouw belofte, het fier

Besluit – nooit meer samen – eenzaam,
exit, het verlaten – niet meer om te zien
– koud – tot een nader uur.


31 januari 2012

Monday, January 30, 2012

Wintertafereel

De eerste echte sneeuw

Somber het stilste wit – ijle sneeuw die
gestaag vaste aarde vindt – een eerste
stap in een plotseling verglijden voorbij

Het wankel evenwicht. Stand te houden
– de koude kil, de handen stijf, een lichaam
niet warm te krijgen – een aarzelend begin

Van winter – een gedroomd stilleven dat
zich op het netvlies brandt – onbestemd
– dat het blijft – ongeacht de dooi, het

Onberispelijke einde…


30 januari 2012

Gedicht voor een stadsdichter

Voor I.

In het helder tegenlicht waar
afgemeten woorden zichzelf
geborgen weten in een knap

Bevonden spraak – een bekwaam
redigeren – voorzichtig articulerend
om tijd te versnellen, te vertragen

Tot iets, een mens – in taal en beeld
uitgespaard – een levend monument
of alledaagse prehistorie van uur

Tot uur, moment tot moment – zichzelf
uitend in het uiterste – een lijn, een plek,
een plat vlak – klanken aaneengeregen –

Zo tegen dit licht in een sprakeloos
evenwicht – zodanig –


Gedichtendag 2012, 26 januari 2012

Mogelijkheden te over

Voor A.

Zoals de voet naar de grond reikt – op
het koude laminaat tot houding….

Ik beloof je niets – stilte heeft hier iets
van verschoning – peilloos verlangen
naar een slapende waarheid.

Gedachten verzacht door omstandigheden.
Een voorzichtige poging om te ontwaken
– bij het vallen van een ochtend.

Ik heb je lief, maar met dat absurde – te
staren vanuit mijn ooghoeken naar de verte
– naar meer.

De eerste stappen nog onlogisch – twijfelen
over de juiste plek van het onbekende – te
weten van het eerste brood, het gekookte ei –

Gepelde mandarijnen in hun sap bewaard – te
schillen voor beiden. Niets is af, ook nu niet – de
ochtend moet nog de slaap uit de ogen –

De koffie eigen baas – op volle sterkte. Als ik je
beminnen kan dan vandaag – voorzichtig. Daar
dan tevreden mee zijn, zolang de voorraad strekt.

Treur niet, er staat een dag te beginnen – vogels
in de ban van hun heilig moeten. Ik heb je lief
en streel de rillingen van je huid. Mijn hand

Uitgestrekt naar het jouwe. Ik in alle opzichten
anders – wat jij wilt heeft zachte vingers, een
kusgrage mond, een trefzeker minnen. Laat

Het zwijgen en ons neigen naar het nieuwe – het
bed uit, zonder dralen – thee, koffie, het ontbijt,
zover de voorraad strekt:

Mogelijkheden te over.


29 januari 2012

Ode aan A.

De hand de beweging laten maken


“ Ik houd het kort “– daar waar jouw taal
de dag aan gort wil slaan – blijf ik in holle
frasen steken – een ridder te paard,

Jij een heus waterwezen dat de tijd naar
het leven staat – van 8 tot 5 – week in,
week uit met steeds dat oorspronkelijke

Geluid van neuriend dichten – schijnbaar een
slag in de rondte – waar ik slechts schaarse
klinkers koop – mooie weliswaar maar zo

Anders – dat ik het niet verander – jij staat
op scherpte – doopt de pen in milde spot
en put uit pure erotiek – tongue in cheek –

Waar ik jongensachtig ben en droom van
ware luchtkastelen – het liefdesideaal – jij
haalt het naar beneden of houdt het tegen

Het licht – wat ik nog te schrijven heb in het
juiste perspectief – sneller dan het geluid, rakend
aan de huid van mijn gedachten.

Maar zo zal het zijn: jij en ik klankbord van het
dichten – tegen wil en dank, tegen elke stroming
in – voorbij het eerste denken…


22 januari 2012
.

Friday, January 27, 2012

Amaryllis # 7

Zal het dan toch?


Wat wil geschied – knoppen die op
barsten staan – een roomblank wit
– bloesem aan zwaarte onderhevig –

De stengel die bijna nederig buigt – zo
het heilig doel bereikt – wat uiteindelijk
van zich doet spreken – groen door

Bloei beloond – vanuit een bol – ter
dienste van dit ene – maagdelijk leven,
een puur beleven wat zich heeft beloofd –

Zover mijn oog wil kijken – verstild, in
ongeloof – te doen zwijgen en weten van
wat komt – in alle waarschijnlijkheid –

Tot aan de tijd.


27 januari 2012

Wednesday, January 25, 2012

Uilenvangersweg # 2

KNNV excursie Bergen aan zee

Uitgewerkte opname digitale recorder


Stil zijn, stilte achterwege laten – stilte
leegte laten zijn. Een veertje dat geen
woord wil lijken.

Grijze bomen van het zwijgen, wolken
kaal en monotoon die mij niet veel
goeds beloven.

Stilte, zondags in het duin. Wandelingen
langs ondoorgrondelijke wegen – stilte
levend in een grenzeloos bestaan – in de

Herberg van de luwte. Aanwezig – stil te
staan met het ritme van de tijd – een orde
die niet wijken wil – stilte tot elke prijs

– los van wat ik eigenlijk zal weten…


Bergen aan Zee, 25 januari 2012

Uilenvangersweg # 1

KNNV excursie Bergen aan Zee

Digitale recorder


Te leven in de luwte. Duinen die niet
verglijden, wind die niet verzucht.
Kaalte die in zijn schors rust – leegte,

Die hangend in de lucht mij naar winter
doet verlangen – harder en niet zomerzacht
– geen jong gelaat, maar ouderdom,

Weerbarstig, kiem in zijn kracht gesmoord
– dood van den, dood van heide, krakend
in haar jaargetijde – een nors en grillig

Vals akkoord waarvan ik hardop zou gaan
zingen. Nog geen kou – als ik zou tot barre
klank verheven. Zo zal het zijn, recht op en

Fier – een landschap tot aan de zee
geleefd – noot tot noot, in ieder uur.


Bergen aan Zee, 25 januari 2012

Tuesday, January 24, 2012

Amaryllis # 6

Voorzichtig wil uit de knop haar
tere wezen breken – een wit gelaat,
een bloem zo puur dat zij blozen

Doet zodra zij zich openbaart – nu
nog niet – er moet nog gewacht, er
moet nog ontwaakt – teder als een

Nieuwe morgen – die zonder zorgen
haar ledematen strekt – de zon eigen
– een zwijgen zolang er de tijd niet

Is om haar groei te krenken – een
vergeefs pogen om omhoog te komen.
Ik vrees het ergste. Het vergt veel om

Naar het licht te streven – sterven
eerder haar tegendeel – tot de grond
te neigen – als ik het weten kon.

De twijfel beklijft – zij zal, zij moet nog
zichzelf tot eer bewijzen – bloem voor
bloem – hierop te wachten, zodra zij

Voor zichzelf zal spreken – het is nog
niet te laat…


24 januari 2012

Monday, January 23, 2012

Compositie nr. 8

Associatief gedicht


De bladzij onaangeroerd – de tijd
half overwogen – om woord te
zijn, daad te verkrijgen – zonder

Haast. Waar zouden wij blijven als
wij onszelf niets vermoeden – geen
vrede, oorlog of iets er tussen in

– veilig op een oor, elkaar heel
naast geboren – toestand van een
diep vertrouwen – die maar geen

Einde kent – tot het stilstaat in de
harten van de mensen – gewenst of
ongewenst – die vraag van een

Onzekere aard – in een leven dat
geen adem heeft dan de onze – in
en uit – om het even.


24 januari 2012

Compositie nr. 9

Een associatief gedicht


Evenwicht nog zoek, plannen nog in
de overweging om gemaakt te
worden –

Besef van een andere orde dan het
tot elkaar genegen zijn – wij nog
hoogst onzeker.

Adem te halen los van toen en ooit – te
willen weten van een beginnend geluk
– ik heb je lief.

Nu nog niet – weg te laten dat ik verga,
dat ik besta met eigen woorden – vanuit
de oorspronkelijke stilte.

Iets moois – nu en vervolgens…


23 januari 2012

Saturday, January 21, 2012

Afterparty

Na opening project “ Kruisbestuiving “, 072


De wijn loom in het lijf, de tijd zijn
beloop. Sloom bedrijft leven haar
dagelijkse routine.

Waar ik vandaan kom: uit het
uiterste van het denken, vanuit
het kijken met de ziel.

Jij schildert speelse beelden. Ik
creeer stamelend wat ik hoorde:
een diep gesprek,

Akkoorden die ik met louter
gratie doorspek – woorden, die
voor herhaling vatbaar mogen zijn.

Het oog zag wat het bekoorde – een
dag verrijkt met dimensies – een
verregaand ideaal – samen.

Nu de kater. Ik pas.


21 januari 2012

Ode aan Simeon ten Holt

Project “ Kruisbestuiving “ 072


Als het beelden aannam zou het haar
lijnen overstijgen, ontspruiten uit
gestage dynamiek.

Eerst aarzelend uit het basale, dan
kordaat als wilde zwanen die het
water overstijgen.

Noten ingelegd in de perkamenten
notie van de tijd – kwijtgeraakt in de
notities – zichzelf de trots eigengemaakt

Om luidop te doen klinken –pianoslagen
in het rond totdat het minimale verstomd
– steeds duidelijker van haar eigen plaats.

Steeds meer haast – de ganzen achterna
over oppervlakkig land – wiek na wiek
te slaan op de meesterlijke maat.

De tranen in de ogen – de variatie in deze
heuse serenade die gewillig oren vindt
– open, dicht, aimabel – verstard.

De adem op het laatst – tot rede.


Alkmaar, 20 januari 2012

Preparations for a journey

Project “ Kruisbestuiving “ 072


Schaduwkabinet van fluisteringen,
kunst van het zijn of niet te zijn.
Het is er – om het even.

Groot of klein – pijnlijk op het
netvlies gekeken of luistertraag
aangeboden.

Een voorbereiding op een reis
– reis naar een toekomende tijd die
zich aanvankelijk eerst droomde.

Ademhalingstekens open of gesloten
– ruimte zo te over dat bij de strot
grijpt.

Een paradijselijk tegendraads gewroet
in een schijnbaar vruchtdragende
aarde –

Onuitputtelijke muze, geen wit geen
zwart, maar een steevast idioom dat
de beelden kust.

Dit is het dus – een halve geste, een
groots gebaar – klinkers, verf diep
indachtig.

Zoals het lacht – in alle vorm, gewoon
totdat zij verstomt bij de nacht – in
elk zwijgend neigen.


Alkmaar, 20 januari 2012

First impressions

Opening project “ Kruisbestuiving “, 072


Wirrelwar van geluiden die op
afstand hun kunst bekijken, hun
mening bewaren voor het laatst.

Vlagen van beelden, pas echt
beleefd als zij pril beklijven tot
wat echt de bedoeling is.

Ik open de expressies in de ruimte,
ik geef mijn ideeen over wat hier
moet bewaard voor later.

Tijd te zijn, vluchtig tot massief in
de golfbewegingen die zij van zichzelf
koestert – intens.

Mijn afkomst gering – tot ik een waar
dichter word – Kunst tot K te bewaren
Het heeft geen haast.

Kruisbestuiving – de dimensie om met
kracht mensen op te heffen – vlinder,
vogel, leven.

Zo is het dan – voor even.


Alkmaar, 20 januari 2012

Monday, January 16, 2012

Avances # 3

Het groeten zal het eerst – dan
wat ik eigenlijk zeggen zou – tot
een vloeibaar tutoyeren –

Al jonglerend met de woorden
bij het vallen van de avond
– traag te weten hoe.

Ik wil je vinden in de stilte. Mijn
roep om liefde wordt steeds luider
– dichterbij wil ik je krijgen.

De kaars kan aan, het oog kan toe.
De kus aldaar – bijna teder.

Dat jij mij weet, dat ik je ken bij de
taal van die gedachte.


15 januari 2012

Friday, January 13, 2012

Amaryllis # 5

De amaryllis en de muze


Bloei tot noodzaak willen worden – nog
lang niet uitgerijpt of blijvend – onverricht
ter zake resultaat – tot inkeer gedacht.

Een ware dichter die tot het uiterste
gaat – ontsloten bloemen vol geheimen
– die daadkracht, die ijver.

Het heilige moeten – van buitenaf geen
sjoege – taal haperend aan de knop,
het blad – geen poging serieus.

Brieven als Rilke – zoveel noodzaak
voor groei, zelfs voor in de verste
verte.

Dat verschil, die wasdom, die
noodzaak.

Daarop hardop te mogen wachten.


13 januari 2012

Amaryllis # 4

De tijd zal het leren


Zo lijfelijk groen torent zij zichzelf
belofte in – toekomst tot wederzijdse
bloei, houvast aan een nieuw

beginnend geluk – het aardse te
verlaten – groei niet in de gaten waar
het oog mankementen toont. De droge

bol verdort – brekend in de top de ijle
knop en scheuten die geen tegenspraak
nog dulden – geen gulden middenweg.

Het is er op of er onder – voor een wankel
ogenblik – bloei, niet bloei: ik houd haar in
de gaten.

Wat zij worden zal voor straks.


13 januari 2012

Amaryllis # 3

Een oud gedicht


Sierlijk van kracht, haar
roep om sterkte en van
harte beterschap.

Aan knol ontsprongen de
maagdelijke wereld waar
het om is begonnen:

een nieuwe morgen. Zij
lijft haar in. Een frêle
begin. Zonder
zorgen.

Te volgen. Van dag
tot dag, van zin tot
zin.

Verbazing te over.


30 november 2010

Thursday, January 12, 2012

Amaryllis # 2

Fase 2


Nog even en de amaryllis heeft zichzelf
overleefd – knop tot bloei verheven,
kleur bekend, twijfel verlaten –

Dat tijd mocht baten – hoogst onzeker
– maar overtuigend des te meer – in
een subtiel verstrijken – dat zij met

Zichzelf kan prijken – voor wat het is
– een uitgelezen kans te verwonderen
– hoe dit al bij het leven hoort – kracht

Van bol tot bloem – zichzelf in staat te
verheffen in alle pracht. Zij doet beseffen
hoe ik leef – van stap tot stap.

Kortstondig?


13 januari 2012

Amaryllis

De geschiedenis ener amaryllis


Wat zij wil – een stil verlangen dat in
de bol verborgen is – dreiging om
te gaan hangen in een hopeloos

Evenwicht – bloei en blad te samen
– warmte voor het groeien uit – de
spruit niet klaar voor het gewicht –

Gevangen in het tegenlicht – bloesem
nog te raden – kleuren rood of helder
wit – de tijd kent zo zijn vragen.

De voorkeur kent mijn liefde niet – zij is
mij om het even – des te meer de dagen
dat hoe zij zal ontwaken – rechtop te
staan, te wijken of te breken –

In het verschiet….


13 januari 2012

Wednesday, January 11, 2012

Verzonken boom

Hier wil straks een winter wonen
– contouren van zijn kale kroon
– paarsig licht breed uitgemeten.

Hij staat nooit stil – hij heeft
herinnering tot doel – van horizon
tot roze verten – blauwe sneeuw tot
aan de voet.

Zo zal hij straks mij kleur bekennen
– ’s ochtends, ’s middags tot de nacht
– dan de dood van elk heden.

Doorschemerd tot een klaar gedicht – de
stam verankerd als een man – die ik ooit
ontmoeten wou.

Een zacht gezicht, een fluistertaal zo met
zichzelf in evenwicht dat ik hem graag
gedenken zal.

Een oude boom, in zich verzonken een
pronkstuk statig aan het plein – kon ik zo
gelukkig zijn?

Dan gelijk mijn hart en ziel, verbreid tot
hemelsbrede takken, vallen woorden mij
ten deel.

Een mijmering, totdat ik ga, het woelig
leven achterna.


12 januari 2012

Hazelaar

Dat ik van je hield was waar – voor
even maar. Iel, bescheiden, met dat
lichtzinnige van onverholen
blijdschap.

Als alles nog mag en niets moet.
Vluchtig als een aarzelende groet
– katjes in het verschiet, tierig
waaiend in de wind.

Dat zij van zichzelf kind zal zijn,
uitgelaten in haar bestaan totdat de
tijd het welletjes vindt. Het geel
verwaterd.

Bruin, een naam verdord dat het straks
een hazelnoot wordt – een gave Gods.
Maar nu nog even speels in het kaal
struweel tot de zomer haar feest
verstoord.

Dat - het teken van een eerste leven
in maart – vermaard.


11 januari 2012

Monday, January 09, 2012

Zoekgeraakt

Uitgewerkte notitie voicerecorder


Ach, word ik een groot dichter? Laat mij
dan witregels zwijgen en ik breng er
bloesems voor terug.

Een verloren gewaand afscheid krijgt
tranen, woorden dobberen op golven
van volmaakte poezie.

Laten wij niet handelen, maar kijken.
Hoe de hand zichzelf uitvindt, ik deze
brief lees om te zeggen wat jij denkt
en ik straks weer vergeet.

De koffie koud bij die gedachte.


9 januari 2012

Dichterlijke vrijheid

Uitgewerkte notitie voicerecorder


Maar oud en vaal zijn letters, geven geen
rekest. Ik weet niet wat ik met je aanmoet.
Wist ik ooit de klinkers uit jouw mond?

Verstond ik daarin jouw aubade?
Nachtegaal ben jij, boodschapper van
zoetgevooisde gedachten die tijdelijk
weerklonken in de duinen.

Waar las ik jou,waar woon jij dan?
Ik hoorde je en herhaalde je oneindig.
Bode uit oude tijden, zoals het zich
gewonnen gaf.

Geboren en getogen, tot de dood jouw
roem verbrak. Hier ben je dan. Beduimeld,
in archieven weggeschreven. Als ik je
lees, kom jij tot leven en zing jij

weer, weergaloze dichter. Het is af. De
sterren staren doelloos in het duister.
Jij moet gaan zitten waar jij zat, door
dichte struiken opgeluisterd.

Zo zoek ik jou, in naam en in tijd. Het is
af. Zing gerust. De nacht heeft jouw stem
gestolen voor de nacht, voor heel even.

Rust zacht. Ik zal op je wachten…


8 januari 2012

Tot het verdwijnt

Bij zware storm

Een vogel door de storm
bewogen wanneer het
elke reden mist –

Een gedicht dwarrelend van
straffe woorden – in een
herfstig perspectief –

Voortgejaagd, te vliegen
en te dalen, licht en
vooruitstrevend –

Opgaand in het groter
geheel van vluchtige
wolken –

Uit zicht.


5 januari 2012

Reis

Naar M.Vasalis


Zo kan het zijn: jij legt jouw
hoofd op mijn schouder en
zegt: ooit wordt het hier
begonnen.

Vrede, kalmte, welkome
dromen – tijd om na te
denken, om te overpeinzen.

Een reis door het landschap
van de woorden: alles gaat
voorbij en de verte kent haar
toekomst.

Jouw hand in de mijne.
Nauwelijks verbaasd zie ik
mijn kansen. Liefde kent
geen haast.

Zo zal het zijn: wij verloren
in de reikwijdte van die
stilte.

De bus rijdt.


9 januari 2012

Monday, January 02, 2012

Als de nacht

Zo zal de narcis weldra bloeien, wil de
kat weer zacht ontwaken, breekt er
wreed de wereld aan.

Ik moet nog worden wie ik was. Zopas
de vrede nog op orde, maar zonder jou?
De liefde kent de liefste niet.

Wij zien elkaar voorbij elk duister als ik
aan mijn bed gekluisterd in jouw licht
herleven mag.

Nu de dromen. Dat ik toesla, dat jij toeslaat
met de kracht van ferme taal – schrille tijd,
alom aanwezig.

Zij herneemt zich keer op keer. Bereid ons
voor op het laatste slapen. Laat ons daarom
pas ontwaken als de vrede daartoe leidt.

Er is de tijd, het is de tijd.


2 januari 2012