Monday, October 31, 2016

STEM XXV



Stem XXV


Tijd verstrijkt. Laat het niet aan de hinder nu de benauwende deken van
een nazomeravond. De Kauwtjes keffen, de kinderen joelen, een Merel
slaat alarm. De vliegen gonzen, het blad verdoft, de bloem verflenst,
het licht loenst. Niets wil dood, alles dweept met vlijt.

Ik heb onlangs 3 Bremstruiken uit het duin gered. Weggesmeten uit
hun pot gerukt heb ik ze opnieuw het leven hergeven. Ze staan er nog.
Het eist het geduld of het nog wat wordt, maar hoe hoopvol het stugge
groen. In verse aarde.

Ik symboliseer ze, moeder, ik had je graag  zo’n zelfde kans.
Bestond het? Zo van alles losgesneden ben je, echo
je na, maar even onzichtbaar als de invallende nacht
de dingen doet verdwijnen.

Die ingehouden leegte –


Elbert Gonggrijp,  Egmond aan den Hoef,  woensdag 24 augustus 2016
Foto Elbert Gonggrijp,  augustus 2016


STEM XXIV



Stem XXIV
Landjuwelen
Antwoord op Gemma “ De meester
Vrij gebaseerd op frasen uit de gedichten van
Gemma Elisabeth Huisman, Rutger Kopland en Elly de Waard


Dartele vlinders spelen krijgertje met hun beurt de bloemen speels
te benaderen. Een grillige raaklijn aan een late verzengende
Augustus. Vlinder voor God wilde je heten en ik wist je
net zo vluchtig en broos als kortstondig.

Je hebt zo degelijk absent het kijken naar kennis verkend. Het vereist
een Linnaeus zelve om alles met naam en toenaam te bevroeden. Jij
bleef steken in een beleven dat met vrees was besmet.

Ik had alles bij het oude willen laten: zo dichtbij als onzichtbaar
geluk, een onmetelijk vroeger dat het kleine kind eertijds
verwonderde. Afwezig als nieuw wat zich aan mij opdrong.

Dat ik alles later weer voor je uitvond, moeder, bleek later, zelfs jou.
Het ontzielde lichaam van een vrouw in een lieflijker episode.
De valse romantiek van Verkade albums zoals jouw vader
de meester een  opa van iedereen naar buiten.

Zoiets was het toch, moeder, toen je beter verlangde,
maar nog niet wist naar wie? –


Elbert Gonggrijp,  Egmond aan den Hoef,  woensdag 24 augustus 2016


* Gemma Elisabeth Huisman(Gedicht " De meester":... " In de afwezigheid..... zijn... nieuwkomers onbekend "
** Rutger Kopland(Bundel " Al die mooie beloften ", 1978, Gedicht " Geen gezicht, geen handen, geen haar en altijd een ander ".....dichtbij... maar ook zo onzichtbaar....Ik ben weer gelukkig... als vroeger. "
*** Elly de Waard(Bundel " Een wildernis van verbindingen ', 1986 Gedicht " O, het wonderlijk buitelen van de golven... " .. En kleur werd voor het lichaam een vrouw - die men ooit uitvond voor jou. "

Foto Elbert Gonggrijp,  Distelvlinder,  augustus 2016



STEM XXIII



Stem XXIII
Bij mijn vader op bezoek

Afstervend Hoefblad waart het moederbeeld gelijk. Het had
bij leven het vergankelijke  nooit verkozen. In het aardse

verpozen had het zich zoveel mooier uitgedacht.

Als zij zich nu eens zelf zag, spiegelde zij zich de roerloze
bomen, las zij de windstilte in de bedaarde nazomer, wist
zij zichzelf verbonden zonder die ander, het onzekere
voor lief genomen? Het blijft gissen waar haar
natuur zich heimelijk verborg.

Hitte verhindert elke interpretatie, luistert loom een
onaangedaan uitzicht. Ik hang van scherpe schaduwen
aan elkaar, maar rek mijn oordeel uit om niet te snel
ter overweging. Zij was immers zoals ze was.

Zij is niet wie zij ontbreekt, zij was beminnelijk als
liefde en open voor wie haar code kraakte
Losse puzzelstukjes tot het past.

Onwezenlijk het water dat in een eender coloriet
diepe voren tracht te varen, de beschoeiing vloeibaar
beroert in zacht deinende tonen. De hekgolven
besluiten elke historie, dempend en dralend
nadat het zich openbaarde.

De schrille trillers van de Oeverlopers omspannen het
zwerk ten teken dat hun alarm herhaaldelijk onraad kent.
Of het gemeend is laat ik aan derden.

Zal ik dan de eerste zijn mijn schepen te
zullen verbranden zoals nu ooit jij? –

Elbert Gonggrijp, Akersloot, Parkeerterrein veerpont, dinsdag 23 augustus 2016
Foto Elbert Gonggrijp,  augustus 2016