RUIGTE
Duindagboekgedicht 181
Uitgewerkte notitie
Jouw kwajongensstreken niet verleerd, op jouw aanzicht
niet uitgekeken. Ik geloof je op jouw woord dat de koppige
wind jouw helmgras heeft verstoord, dat het duin zijn
flanken erodeert, dat de tijd niet aan je voorbij is gegaan.
Dit biedt je bestaan – ruigte.
Waar verblijft dan het daadwerkelijke leven. Het
mocht
een torenvalk zijn, de lucht aansnijdend in zijn felle vlucht,
biddend voor het eten. Keer op keer wendt jij een façade
voor alsof jij dagelijks het decor bent geweest dat altijd
op zijn plek heeft gelegen.
Het tegendeel moest maar eens bewezen, een geschiedenis
bepaald. Het heeft geregend, het wakkert de laatste vlagen
wind, Dit is het blijkbaar dus – spelen met die gedachte
dat het duin zijn weerga niet kent. Zijn ware luister te
herkennen – hier, om het even.
Elbert
Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
dinsdag 1 februari 2022
No comments:
Post a Comment