Soms is het een vrouw die zegt
dat er niets is veranderd – dat de
tijd haar geen parten speelt – en
de eendjes altijd hun brood.
De bloemen water te geven
– voortdurend in de spiegel te
kijken – in het leven na de dood.
Er aantekeningen van maken –
aanspoelsel langs de vloedlijn
van de kust – en niet meer bewust
eenzaam willen zijn – maar dat is
voor later – als er plek is voor
grijze haren en een goed glas
rode wijn.
31 juli 2011
KLMNOP
Sunday, July 31, 2011
Thursday, July 28, 2011
Notitie
Zie mij aan – ik heb tussen de varens
gelegen, verfrommeld, verfomfaaid,
verregend. Ik heb mijn plek gekend
– de klank nog op de lippen. Jij schreef
met vlugge halen wat ik behelsde –
vergankelijke letters in hun
onvoorspelbaar einde.
Wees zo vrij om mij zin voor zin
te declameren – toegang te krijgen
tot de onvermoede wereld die ik
met mij meedraag.
Er is de mogelijkheid om mij te doen
herkennen, voorzichtig, het papier te
ontvouwen en blij te zijn met de dag
van vandaag.
27 juli 2011
gelegen, verfrommeld, verfomfaaid,
verregend. Ik heb mijn plek gekend
– de klank nog op de lippen. Jij schreef
met vlugge halen wat ik behelsde –
vergankelijke letters in hun
onvoorspelbaar einde.
Wees zo vrij om mij zin voor zin
te declameren – toegang te krijgen
tot de onvermoede wereld die ik
met mij meedraag.
Er is de mogelijkheid om mij te doen
herkennen, voorzichtig, het papier te
ontvouwen en blij te zijn met de dag
van vandaag.
27 juli 2011
Friday, July 22, 2011
Voor de hand liggend
Het spreekt voor de hand dat met
de tijd wij minder degelijk zijn
– botten bijeengehouden
Door trage spieren, verwekende
lichaamsdelen op nader reces.
Gaan wij ooit nog buiten spelen?
De levensles kent niemand hier
van buiten. Het schoolkrijt ligt al
jaren bij het bord. Geen signaal
Dat het leven eenvoudig wordt.
Wie ons haalt kent zelf geen
gebreken – zoekt ons in zijn
Doodskleed op – een God die bij
nader inzien gebleken het lot
oneindig maal hier heeft getart.
Daar blijven wij achter – om onze
koers te varen – blind en onszelf
hoogst onzeker.
21 juli 2011
de tijd wij minder degelijk zijn
– botten bijeengehouden
Door trage spieren, verwekende
lichaamsdelen op nader reces.
Gaan wij ooit nog buiten spelen?
De levensles kent niemand hier
van buiten. Het schoolkrijt ligt al
jaren bij het bord. Geen signaal
Dat het leven eenvoudig wordt.
Wie ons haalt kent zelf geen
gebreken – zoekt ons in zijn
Doodskleed op – een God die bij
nader inzien gebleken het lot
oneindig maal hier heeft getart.
Daar blijven wij achter – om onze
koers te varen – blind en onszelf
hoogst onzeker.
21 juli 2011
Tuesday, July 19, 2011
Mother Earth
Het is moeilijk het begrip tijd
niet in de mond te nemen,
want het is er – hier, in
Deze bomen, dit landschap, dit
uitzicht. Als ik er naast zit –
leg mij het uit.
Als zij oud is – geef het vleugels –
laat het koren golven in de wind –
zaaigoed voor sagen, zee voor
al wat vruchtbaar is – in goede
aarde.
Als zij jong is – laat haar bezinken
en gewiegd worden als een
onnozel kind – bodem nog
ongerept in de voren van
haar toekomst.
Mijn inzicht zal haar niet grijpen.
Zij zal het antwoord zijn op de
vraag die zij mij toekent –
Hoe te overleven als zij er niet
meer zijn zal.
18 juli 2011
niet in de mond te nemen,
want het is er – hier, in
Deze bomen, dit landschap, dit
uitzicht. Als ik er naast zit –
leg mij het uit.
Als zij oud is – geef het vleugels –
laat het koren golven in de wind –
zaaigoed voor sagen, zee voor
al wat vruchtbaar is – in goede
aarde.
Als zij jong is – laat haar bezinken
en gewiegd worden als een
onnozel kind – bodem nog
ongerept in de voren van
haar toekomst.
Mijn inzicht zal haar niet grijpen.
Zij zal het antwoord zijn op de
vraag die zij mij toekent –
Hoe te overleven als zij er niet
meer zijn zal.
18 juli 2011
Friday, July 15, 2011
Bomen
Project “ de boom “ , 9 juli 2011, Canadaplein, Alkmaar
Zoals wij hier staan – oud te zijn
in ons zwijgzaam verhaal – laat het
handen krijgen, letters rijgen
tot wat zichzelf heeft geleefd – een
evenbeeld van taal die daden kende
– bladeren ruisend In hun praten,
kinderen klimmend in de kruin – en
niets dan lachen. Zo wordt het
bedoeld. Laat het waaien: de wind
is goede vrienden met ons bomen.
Vertel het ons – al je dromen waar
je voor komt en vertel ze 1 voor 1.
Wij hebben nog veel groei voor de
boeg – van dat trage, waar de tijd
bijna stilstand wordt – het oog
zal het niet grijpen. Wat doe jij als
je wakker wordt? Haast heb je en
leeft jouw vele vragen.
Herinner je - tel de dagen – jouw
dood gaat ons voorbij – geef jezelf
een plek, even tot in de eeuwigheid.
8 juli 2011
Zoals wij hier staan – oud te zijn
in ons zwijgzaam verhaal – laat het
handen krijgen, letters rijgen
tot wat zichzelf heeft geleefd – een
evenbeeld van taal die daden kende
– bladeren ruisend In hun praten,
kinderen klimmend in de kruin – en
niets dan lachen. Zo wordt het
bedoeld. Laat het waaien: de wind
is goede vrienden met ons bomen.
Vertel het ons – al je dromen waar
je voor komt en vertel ze 1 voor 1.
Wij hebben nog veel groei voor de
boeg – van dat trage, waar de tijd
bijna stilstand wordt – het oog
zal het niet grijpen. Wat doe jij als
je wakker wordt? Haast heb je en
leeft jouw vele vragen.
Herinner je - tel de dagen – jouw
dood gaat ons voorbij – geef jezelf
een plek, even tot in de eeuwigheid.
8 juli 2011
Exposure
Het lichaam luistert nauw – Eros wil
haar stem verheffen en de climax
laat beseffen dat er ineens slechts
leegte is – een klein moment dat
De mens geen antwoord kent – lust
voorbij de grens van liefde – zweet
in het heetst van de strijd dat ons
van de tijd bevrijdt – een te zijn –
En altijd eenzaam – niets scherpers
dan die pijn, die illusie – elkaar
opnieuw uit te vinden – de adem
ons reeds ontnomen.
Zo moeten wij weg – het afscheid
daar – als wij klaar zijn met het
verlangen naar ons twee
– beschaamd en niet meer bij
Machte om te zeggen dat wij
van elkaar gehouden hebben.
15 juli 2011
.
haar stem verheffen en de climax
laat beseffen dat er ineens slechts
leegte is – een klein moment dat
De mens geen antwoord kent – lust
voorbij de grens van liefde – zweet
in het heetst van de strijd dat ons
van de tijd bevrijdt – een te zijn –
En altijd eenzaam – niets scherpers
dan die pijn, die illusie – elkaar
opnieuw uit te vinden – de adem
ons reeds ontnomen.
Zo moeten wij weg – het afscheid
daar – als wij klaar zijn met het
verlangen naar ons twee
– beschaamd en niet meer bij
Machte om te zeggen dat wij
van elkaar gehouden hebben.
15 juli 2011
.
Thursday, July 07, 2011
Ancient horse
Wie hier naar hooi ruikt, kent
weinig meelij, wie steeds maar
huivert, weert zich de vliegen.
Hij houdt van zijn kudde, de
merries, de veulens, de vlakte
het uitzicht – leeft de gedachte
dat alles van hem is.
Zodra de tijd toeslaat verdwijnt
hij in stilte – een gaan zonder
ophef, zoals hij ooit thuiskwam.
Een wezen heel edel, het hoofd
fier geheven. Ik zal hem erkennen.
Hij ment zich in vrijheid tot op
het eind.
11 juni 2011
weinig meelij, wie steeds maar
huivert, weert zich de vliegen.
Hij houdt van zijn kudde, de
merries, de veulens, de vlakte
het uitzicht – leeft de gedachte
dat alles van hem is.
Zodra de tijd toeslaat verdwijnt
hij in stilte – een gaan zonder
ophef, zoals hij ooit thuiskwam.
Een wezen heel edel, het hoofd
fier geheven. Ik zal hem erkennen.
Hij ment zich in vrijheid tot op
het eind.
11 juni 2011
Monday, July 04, 2011
Afsluitdijk # 2
Het licht wil mij iets kenbaar maken –
mij aan te raken met de zachte
glinstering van golven –
Gefluister nog net niet aan de
horizon onttrokken – wolken die
continue op dreiging staan – van
kwaad tot erger – in een morgen
Die op verwachting lijkt – Afsluitdijk –
zover wij reiken. Alles moet nog totdat
wij zover zijn haar te verlaten –
Kilometers verder – een voortdurend
praten – tegen elke beweging in.
Niet te haasten.
14 mei 2011
mij aan te raken met de zachte
glinstering van golven –
Gefluister nog net niet aan de
horizon onttrokken – wolken die
continue op dreiging staan – van
kwaad tot erger – in een morgen
Die op verwachting lijkt – Afsluitdijk –
zover wij reiken. Alles moet nog totdat
wij zover zijn haar te verlaten –
Kilometers verder – een voortdurend
praten – tegen elke beweging in.
Niet te haasten.
14 mei 2011
Gaasterland # 2
Glooiend kiest het landschap
voortgang – looppas langs een
traag verleden – langzaam alsof
er geen einddoel passeerde –
De bermen van gras die zich
geen elders herinneren – naakt
en onbewogen van tijd – jij en ik
ongebroken strijdbaar – in overgave.
Zo zou de aarde moeten zijn – een
kinds gezicht gegroefd van zijn
akkers – een lied geschreven
jong van belofte.
Zij hangt aan de lippen – signaal van
de klippen – een uitzicht oeroud
verlangend naar meer.
Hier ligt de rand – de schepping van
taal – een boek half open, het
raadsel nog schier…
13 mei 2011
voortgang – looppas langs een
traag verleden – langzaam alsof
er geen einddoel passeerde –
De bermen van gras die zich
geen elders herinneren – naakt
en onbewogen van tijd – jij en ik
ongebroken strijdbaar – in overgave.
Zo zou de aarde moeten zijn – een
kinds gezicht gegroefd van zijn
akkers – een lied geschreven
jong van belofte.
Zij hangt aan de lippen – signaal van
de klippen – een uitzicht oeroud
verlangend naar meer.
Hier ligt de rand – de schepping van
taal – een boek half open, het
raadsel nog schier…
13 mei 2011
Subscribe to:
Posts (Atom)