Wat wil de pen. Als ik je beschrijf, op hoeveel
letters kom ik uit – het kale vlak gevuld met
vogels – rustig, in rumoer – bang of
Onverschillig. Te blijven of te gaan – als het
moet. Als de dood bestaat dan heel snel,
sluipend of op grote wieken.
Het zal je beurt maar zijn – nergens houvast,
nergens liefde. Er op of er onder. Zoiets
onvermijdelijks.
Zwart voor ogen zien – je woorden te doven.
De anderen – zij zwijgen – zij hebben nog
tijd voor te vluchten, te grazen, te duiken,
Te vissen. Bedachtzaam, tot op het einde.
Kijken op of lopen door. Tegen de wind in
de kop in de veren.
Wie de clou kent, wacht op de vlerken, de
schelmen. Wie hen tegenhoudt is een sterke
– breekt er de wetten – to live or let dy.
12 december 2011
No comments:
Post a Comment