In memoriam Rutger Kopland
Er is geen oponthoud. In
alles ouder wil geen wereld
stil gaan staan.
Maar uitzicht kent uitzicht en
heeft geen namen. Zelfs toen
je was weggegaan.
Denken is vooruitzien.
Het herinnert zich, vroeger
of later.
Wij lezen de grondtoon van jouw
zwijgen. Een mens, verborgen
in de kantlijn.
Hier op te houden. De deur dicht,
de sleutel gebroken. De dichter los
van de toekomst van zijn dromen.
Het uitzicht blijft.
15 juli 2012
Sunday, July 15, 2012
Wie ik was
In memoriam Rutger Kopland
Beseffen tot ik het weer wist, de deuren
altijd open. Naar buiten kijkend totdat
ik je niet langer zag.
Er is geen God zo groot dat het zich
meer verlangde: een beek geklemd
tussen haar oevers.
Wat ik wil zeggen legt zich niet vast.
Wie van zichzelf zwijgt, herinnert zich
geen ander.
Mooier is er niet. De stilte dicht. Wat
hierna komt kent geen woorden. De
toon gezet.
Er is geen afscheid. De tuin zal zichzelf
nooit verlaten en de merel zingt zijn lied.
Hoe het zal zijn kent weinig heimwee.
Wat blijft is een lege plek.
15 juli 2012
Beseffen tot ik het weer wist, de deuren
altijd open. Naar buiten kijkend totdat
ik je niet langer zag.
Er is geen God zo groot dat het zich
meer verlangde: een beek geklemd
tussen haar oevers.
Wat ik wil zeggen legt zich niet vast.
Wie van zichzelf zwijgt, herinnert zich
geen ander.
Mooier is er niet. De stilte dicht. Wat
hierna komt kent geen woorden. De
toon gezet.
Er is geen afscheid. De tuin zal zichzelf
nooit verlaten en de merel zingt zijn lied.
Hoe het zal zijn kent weinig heimwee.
Wat blijft is een lege plek.
15 juli 2012
Thursday, July 12, 2012
Niche
Bankje Park van Luna
De bomen leren zwijgen en riet kent
ruis. Hoe nauw luistert het water naar
de schittering van haar golven?
Jij kent mij amper. Ik geef niet thuis. Er
is een kind voor nodig om tot mijzelf
te komen.
Als ik opkijk is wie ik liefheb voorgoed
verdwenen. Ik kan liggen waar ik was,
voor de wereld alsmaar dover.
Heb ik voor mijzelf gekozen? Een
verloren zoon geboren tot het schier
onmogelijke?
Wat ik weet ruikt naar beloftevolle
ochtenden, een moeder met een
blanke huid en open armen.
Zij lacht. Waar zij ontspringt, heeft de tijd
haar seizoenen, kan ik nooit de laatste zijn.
Waar ik stop, ben jij ooit begonnen.
Zal ik blijven of alsnog opstaan? Wie mij
loslaat kent weinig heimwee. Ik orden
mijn gedachten tot mijn laatste leeftijd.
30 juni tot en met 12 juli 2012
De bomen leren zwijgen en riet kent
ruis. Hoe nauw luistert het water naar
de schittering van haar golven?
Jij kent mij amper. Ik geef niet thuis. Er
is een kind voor nodig om tot mijzelf
te komen.
Als ik opkijk is wie ik liefheb voorgoed
verdwenen. Ik kan liggen waar ik was,
voor de wereld alsmaar dover.
Heb ik voor mijzelf gekozen? Een
verloren zoon geboren tot het schier
onmogelijke?
Wat ik weet ruikt naar beloftevolle
ochtenden, een moeder met een
blanke huid en open armen.
Zij lacht. Waar zij ontspringt, heeft de tijd
haar seizoenen, kan ik nooit de laatste zijn.
Waar ik stop, ben jij ooit begonnen.
Zal ik blijven of alsnog opstaan? Wie mij
loslaat kent weinig heimwee. Ik orden
mijn gedachten tot mijn laatste leeftijd.
30 juni tot en met 12 juli 2012
Monday, July 09, 2012
PAUZE
PAUZE
Ter nagedachtenis Hans Faverey
Zo ledigt een glas niet zichzelf,
valt een steen niet over zijn
zwaartepunt.
Water, reikend tot de mond,
handen tastend naar houvast,
wachten nog op mij.
Iets moet vaart krijgen, aanvangen,
voordat het stuk valt, de grond
raakt, weg stroomt.
Het herhaalt zich, krijgt gestalte, om
aan te vangen, steeds opnieuw
en opnieuw.
Gedichten 2005-2011
Ter nagedachtenis Hans Faverey
Zo ledigt een glas niet zichzelf,
valt een steen niet over zijn
zwaartepunt.
Water, reikend tot de mond,
handen tastend naar houvast,
wachten nog op mij.
Iets moet vaart krijgen, aanvangen,
voordat het stuk valt, de grond
raakt, weg stroomt.
Het herhaalt zich, krijgt gestalte, om
aan te vangen, steeds opnieuw
en opnieuw.
Gedichten 2005-2011
Distance and time
Naar song Fink
Als de tijd komt, als wij aarzelen
om elkaar te ontmoeten of
tegemoet te komen,
als tijd nog rijpen moet om
roos te zijn, vlinder, of iets
tussen elke vorm van liefde in,
laat ons dan zijn waar we voor
gekomen waren, laat ons tijd
zelve zijn en rijpen,
de klok stil te zetten en verder
te gaan waar wij ooit gebleven
waren, in het volle licht,
bij het vallen van de avond.
Gedichten 2005-2011
In duizend zoete armen
Etty Hillesum
Wie ben ik dan, als ik over liefde
zwijg, wie ben jij dan? Er
wordt tederheid verwacht.
Er worden mij duizend zoete
armen toegedacht. Wat bracht
jou tot mij samen?
Kennen ogen hetzelfde doel?
In het kijken het tederste te
beleven, wat wij van
elkaar verstaan? Liefste, in
de holte van de nacht kent
stilte vele talen.
Er is geen ontwaken aan. In
duizend zoete armen
moeten wij ons
verwarmen. Los, samen, in
en uit elkaar. Geef ons de
genade. In duizend
zoete armen wil ik wonen.
Gedichten 2005-2011
Wie ben ik dan, als ik over liefde
zwijg, wie ben jij dan? Er
wordt tederheid verwacht.
Er worden mij duizend zoete
armen toegedacht. Wat bracht
jou tot mij samen?
Kennen ogen hetzelfde doel?
In het kijken het tederste te
beleven, wat wij van
elkaar verstaan? Liefste, in
de holte van de nacht kent
stilte vele talen.
Er is geen ontwaken aan. In
duizend zoete armen
moeten wij ons
verwarmen. Los, samen, in
en uit elkaar. Geef ons de
genade. In duizend
zoete armen wil ik wonen.
Gedichten 2005-2011
Subscribe to:
Posts (Atom)