Diamantra
Voor
Gemma Elisabeth Huisman
Dat
jij mij herkent, maar waarvan. De vlinder flard tot rest, de spin huist
zich een huls van erosiestof. Ik reconstrueer telkens weer wie ik mijzelf
beoogde,
klink telkens anders hetzelfde rad voor ogen.
Ik
blijf in elk verhaal hetzelfde verdwalen, ik schets mijn raaklijn aan een
vroeger ooit, jij vertaalt dezelfde samenhang met moeite bij machte . Omdat
jij
mogelijk elke scherf, elke flinter opraapte anders voor waar geloofde.
Opdat
jij eerder eendere informatie een eigen richting verstrekte. Zodra tijd
verstrijkt
is zij langszij vervlogen al net zo vergankelijk als al het overig
waargenomene.
Een eenduidige vogel die jij net als ik die ene seconde.
Wat
je je later herinnert als juist heeft zich fragmentarisch ten dele waar
gebleken. Hier staat het zwart op wit. De letters verbleekt, het handschrift
slechts te gissen. Er ontgoochelt zich een daadwerkelijke historie.
De
zelfzuchtige rivier keert niet weer. De zee legt zich telkenmale gelaten
bij de kustlijn neer in zijn eeuwenoude schelpen. Het beeld schilfert aan de
randen
en de geologie vindt uitgestorven primaten uit.
Dat
we opstonden met het vuur en het verstand voorhanden. Weet je nog
die
ene veelvuldige roos? De geur gevangen in de neusvleugels van weleer,
maar
vanwaar de exacte locatie en wanneer juist daar?
Een
tijdsprong van geheugen naar hiaat dat leugens en bedrog tot een
collectief
blauwdruk bijeen vergaart. Een maakbaar brein dat de feiten op
een
zoekgeraakte kaart als collage verjaart.
Ik
ken je, maar waarvan. Zullen wij de opgerakelde foto’s dan maar weer
vanuit
een ander perspectief uitproberen? Als je nog weet waar en wanneer
jij
die ene jas, mus, vuur, roos, kus dus –
Elbert
Gonggrijp, Alkmaar, maandag 18 mei 2015
|
Insect in Baltisch Barnsteen, circa 44 miljoen jaar oud |