God’s Creator
Na een nachtelijke
dwaling
I
Ik
had hier niet om gevraagd.
Dat jij mij huid en haar
binnensloop waarom een
mus en een merel,
Dat jij mij huid en haar
binnensloop waarom een
mus en een merel,
Vanwaar
die libel
vraatzuchtig
psychopatisch die
ene kwetsbare
vlinder.
vraatzuchtig
psychopatisch die
ene kwetsbare
vlinder.
Ik
ben niet jouw eerste dag,
niet jouw zoveelste
abonnement op een
mankement, op
een substitutie
van houden
van.
niet jouw zoveelste
abonnement op een
mankement, op
een substitutie
van houden
van.
Ik
heb haar lief, de
allerliefste, mijn
daadwerkelijk
meest liefhebbende
mens.
allerliefste, mijn
daadwerkelijk
meest liefhebbende
mens.
Waarom
proef ik
zuur de bramen?
zuur de bramen?
II
Vanwaar
jouw tranen,
het verweesde kind?
het verweesde kind?
Ik loop
gelijk gelijk,
ik loop op dezelfde
wegen en paden.
ik loop op dezelfde
wegen en paden.
Hoezo
jou nooit te
kennen van jouw
ware naam?
kennen van jouw
ware naam?
Wij
waren immers a
altijd
samen?
Elbert
Gonggrijp, zondag 19 juli 2015, vrij
snel geschreven na psychotische waan en zwerftocht door de duinen van Egmond
Binnen
No comments:
Post a Comment