OMGEKEKEN
Gedicht naar fragmenten gedichten 2002/2003
Gedicht naar fragmenten gedichten 2002/2003
Lief licht van mij, zacht zwak ochtendlicht, waar
leidt jij mij naartoe, waar kom je ineens vandaan, wat
zal ik met je doen, wat zal ik? Ooit moet je een luidere
stem hebben gehad, een klank, een beweegreden.
Volg het babbelzieke woord, volg de geruisloze
bomen, volg de volle maan. De wereld bouwt zich
op, de wereld breekt zich af. Ik lees de inscripties
in het natte zand, zo kortstondig, zo tijdelijk.
leidt jij mij naartoe, waar kom je ineens vandaan, wat
zal ik met je doen, wat zal ik? Ooit moet je een luidere
stem hebben gehad, een klank, een beweegreden.
Volg het babbelzieke woord, volg de geruisloze
bomen, volg de volle maan. De wereld bouwt zich
op, de wereld breekt zich af. Ik lees de inscripties
in het natte zand, zo kortstondig, zo tijdelijk.
Hier zijn mijn wortels, mijn takken, mijn
bladeren, hier richt ik mij op tegen wil en dank.
Een portret in een portret, een herinnering in
mijn geheugen. Ik zie wel dat het leeft, maar
waarvan, waarvoor, waarom.
bladeren, hier richt ik mij op tegen wil en dank.
Een portret in een portret, een herinnering in
mijn geheugen. Ik zie wel dat het leeft, maar
waarvan, waarvoor, waarom.
Ik zal trachten te zoeken en te vinden – in de
nerven van het blad, het simpele getal. Het zal tijd
kosten om mij weer een houding eigen te maken,
uit de schaduw tevoorschijn te komen, mijn
ware naam te onthouden –
nerven van het blad, het simpele getal. Het zal tijd
kosten om mij weer een houding eigen te maken,
uit de schaduw tevoorschijn te komen, mijn
ware naam te onthouden –
Elbert
Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, woensdag 2 augustus 2017
No comments:
Post a Comment