Sunday, June 28, 2015

OF ER OOIT MEER IS(Originele versie)


Of er ooit meer is

Voor Paul de Jonge                                                                       

 
In alles zit de liefde die ik je verontschuldig.
Ik bid mijzelf kracht na kruis, ik vraag
jou niet om mij, jij hebt mijn eerste woord.
Alles wat na mij zal zijn kent weer broers
en de tijd van vroeger, maar beter en teder
van verzoening.

 
Ik zing mijzelf voortdurend naar een
betere  wereld. Alles heb ik lief, alles geeft
niet zoals het is, alles is goed, zoals ik mij in
jou bevestig.

 
Jaa toocch?!, is geen vraag die dient
beantwoord. Ik ben mijn inzet waardig
betracht mijn humor en geloof een betere

bedoeling. Ik rangschik  alles mooier, ik
zorg de ruimte ideaal van harmonie zo
knus en gezellig op orde. Zoals diegene
die mij lief de dierbaarste is. 



Er bestaat meer dan een God alleen. HijSpreekt onder van geesten, dat alles
Uiteindelijk geruststellend vredig verblijft
Om mij heen. Ik zal weer liggen waar ik
Lag, maar anders in een betere Hemel
Op een Betere Aarde.
 


 Er     Dat ik eindig als een deuntje
waar   op jij inhaakt en de pijn
gl        gladstrijkt naar een verdere
gli       glimlach buiten het alledaagse
om -  

 

         “ Love me tender, love me true….” 

         (Elvis Presley just left the building….) (Lievelingslied van Paul was " Love me tender... ")

The


          gedicht @ Elbert Gonggrijp,  { Alkmaar-Heiloo}{[juni 2015].



E


E
 
 
 

 
 

Friday, June 26, 2015

Of er ooit meer is?

OF ER OOIT MEER IS?

In alles zit de liefde die ik je verontschuldig.
Ik bid mijzelf kracht na kruis, ik vraag
jou niet om mij, jij hebt mijn eerste woord.

Alles wat na mij zal zijn kent weer broers
en de tijd van vroeger, maar beter en teder
van verzoening.


 


Mogelijk ergens daar....
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ik zing mijzelf voortdurend naar een

betere  wereld. Alles heb ik lief, alles geeft

niet zoals het is, alles is goed, zoals ik mij in

 

In alles zit de liefde die ik je verontschuldig.
Ik bid mijzelf kracht na kruis, ik vraag
jou niet om mij, jij hebt mijn eerste woord.

Alles wat na mij zal zijn kent weer broers
en de tijd van vroeger, maar beter en teder
van verzoening.


 


Mogelijk ergens daar....
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ik zing mijzelf voortdurend naar een

betere  wereld. Alles heb ik lief, alles geeft

niet zoals het is, alles is goed, zoals ik mij in

jou bevestig,

(mij bevestig andersom.)


 


 
 
 
 
 

 

 

(Love me tender but Paul just left the building....
 
 
 

 
 


 

In alles zit de liefde die ik je verontschuldig.
Ik bid mijzelf kracht na kruis, ik vraag
jou niet om mij, jij hebt mijn eerste woord.
Alles wat na mij zal zijn kent weer broers
en de tijd van vroeger, maar beter en teder
van verzoening.

 


Mogelijk ergens daar....
 
Ik zing mijzelf voortdurend naar een

betere  wereld. Alles heb ik lief, alles geeft

niet zoals het is, alles is goed, zoals ik mij in

jou bevestig.
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jaa toocch?!, is geen vraag die dient
beantwoord. Ik ben mijn inzet waardig
betracht mijn humor en geloof een betere
bedoeling. Ik rangschik  alles mooier, ik
zorg de ruimte ideaal van harmonie zo
knus en gezellig op orde. Zoals diegene
die mij lief de dierbaarste is.

 


(eigenheid)


Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Ga naar: navigatie, zoeken
Identiteit is de eenheid van wezen, volkomen overeenstemming en persoonsgelijkheid. Het beeld dat iemand van zichzelf heeft wordt zelfbeeld of zelfconcept genoemd.
Er bestaat zoiets als een sociale, culturele en nationale identiteit.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 


Persoonlijke identiteit[bewerken]

Filosofie[bewerken]

1rightarrow blue.svg Zie Persoonsidentiteit voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De vraag naar de persoonsidentiteit van iemand is een centrale vraag in de filosofie van de geest. Filosofisch verstaat men onder persoonsidentiteit de unieke numerieke identiteit van een persoon door de tijd heen. Men vraagt hier dus naar wat een persoon op twee tijdstippen tot dezelfde persoon maakt. Klassieke oplossingen bestaat eruit te wijzen naar het lichaam enerzijds en anderzijds naar een bepaalde continuïteit van de geest, zoals een continuïteit van herinneringen of bewustzijn. Klassieke filosofen die zich hiermee hebben beziggehouden, zijn John Locke en David Hume. Er is geen uitsluitend antwoord op deze vraag gevonden. De filosofie slaagt er met andere woorden niet in uit te leggen hoe het nu komt dat een persoon inderdaad op twee verschillende tijdstippen nog dezelfde persoon is. Sommige filosofen hebben dan ook geconcludeerd dat dit een onoplosbaar probleem is, anderen, zoals Derek Parfit, betogen dan weer dat zoiets als persoonsidentiteit niet belangrijk is.

Psychologie[bewerken]

Ook in de psychologie houdt men zich met dit gegeven bezig. Men stelt over het algemeen dat de persoonlijke identiteit bestaat uit drie elkaar beïnvloedende componenten, de cognitieve component waarmee zelfwaarneming kan worden toegepast, de affectieve component waarmee wordt waargenomen en gevoeld en zelfevaluatie mogelijk wordt en de conatieve

 
 
           Er bestaat meer dan een God alleen. Hij.....
spreekt onder ons van geesten, dat alles
uiteindelijk geruststellend vredig verblijft
om mij heen. Ik zal  weer liggen waar ik
lag, maar anders in een betere hemel
op een betere aarde.

 

 

Dat ik eindig als een deuntje
waarop jij inhaakt en de pijn
gladstrijkt naar een verdere
glimlach buiten het alledaagse
om -  

 

         “ Love me tender, love me true….”  

         (Elvis Presley just left the building….)
















 

 
  •  
     
  •  
  •  

Thursday, June 25, 2015

DARSHANA

Het uiterlkijke willen bewegen naar zonneschijn of regen. Niets laat zich nog garanderen tot vervulbare groei. Ik streef naar boven, ik heb mij het leven bemoeid. Alsof het letters en cijfers, alsof het combinaties zijn tot sein. Donder en dreigende wolken.


Ik geef mijn frequentie uit handen. Raadsel is mijn naam vanuit een ooghoek verbaasd. Nee, ik ben geen redder, een afdoender leven is er niet. Maar jij leest mij als braille een etherische kadans.


De verbouwereerde klaprozen doen er ruig over dit leven te ontvouwen.
Een bouwplan, meer is het niet, het geheim jouiw raadsel te beschouwen
als heden dagelijks -




Elbnert Gonggrijp,  Olvendijk,  St. Willibrord,  donderdag 25 juni 2015

Wednesday, June 24, 2015

THE sAME wAY hOME

ALS HET NU JUST THE SAME HOME TERUG ZOU ZIJN, WAT LET JE?


MAAR de weg terug kent vele gevaren en er is geen uitweg naar...


Klaas Vaak? Voor minder hoef jr het niet te doen. Het zand in je oren
moest wonder boven wonder wonderen verrichten, maar vanwaar
die nijpende vraag om idealen als rust, sereen en idylle?




Niemand beloofde de made de vege tekenen van Luiltterkland voor hem
als beter alternatief. Zo komt hij gedurig ter sprake als hij opvliegt, een ware
hindernis voor wie hem als slecht genoten, inclusief wie hem echt kende.




Ik zou klaar staan deze nacht, hem terzijde staan in 
zijn treuzelachtig wachten. Hoe al stervend te slapen
naast het rottend fruit, de made, de vleesgeworden ik
die het gebouw verliet net voordat je het kon
voelen aanzien.


Maar het veranderde en liet -




Elberty Gonggrijp,  Heiloo,  donderdag op woensdag,  24/25 mei 2015

OORSPRONKELIJK

Dat jij je haar wegveegt in de wind en ik alles toesta. Omdat jij mij in alles toestaat. Omdat kennen neit gekend of bemind. Altijd maar om de kern gedraaid. Ik zeg je: waar is uiteindelijk dat Godverdomde begin van Prinsipe.


Nee, ik ben het niet. Ik speel een viool, vertolk mijn ambacht dioe eeuwenoud hetzelfde. Benik dit, benik een Secret amonst many others? Ik raak je aan met bloed tot een beter e trilinmg.


Is hebben van een uiting van houden avn? Ik kastij mijzelf met de meest ontvankelijke klanken
van deze zuiver geachte nelodie. Het is een snaar, geen vereiste,


Alks ik terugkom moet alles dichty, het liefst hub oren. Maar wat zij zullen horenm. De boventonen misschien rn van de maker ieder sopor....

DAREDEVILL

Voor M*.




Het is een 22.36 uur van verwijt, een krampachtig gebouw. Onder het sterrenfirmanent
steekt de Oudeheer stekelig af als een zacht verwijt van zoetgevooisde blaaren. Ik ben
een thuis voor iemanden, ik leef hoofdwaarschijnlijk oud. Zit op een bankje en ik ben
jouw voorbarige leeftijd in aanschouw.


Wanneer ik jou in namen noem wring jij je in alle bochten stuurs
en stevig een klimop. Alsof je nooit anders was geweest, je redde je
maar en vooruitstrevend in galop.


Ik betracht het mierennest en wens mijzelf uit de kluwen een werkelijker gedaante. Dat je
ademhaalt en mij inprent tot mijn werkelijke zelf. Had je dit dan zo in de gaten dat ik soms
hier dan daar het genoodzaakt evenwicht. Jij ligt waar je ligt en ik zoek mijzelf gebleven
een ware aard.


Ordnung muss sein, discipline is weten?


Er wil een rust beter in de schemer en de vleermuis schsterdanst ervan. Als je het wil gissen
krijgt het een verhaal tot werkelijke richting. In de oplossende geluiden nog eenmaal de merels treiterijen. Dat je mij niet ziet terwijl ik je krijg en luiderop. De wereld als aanhef op zijn kop
en de struiken in spiegelgevechten bij elkaar.


Ik zeg je: dit heb jij jezelf overig: vrolijk spontaan ben je mijn mondige clown die altijd paraat
zichzelfde is. Ik zeg het je: alle dieren zijn zo lief als dom: het konijn lacht zijn snijtanden bloot,
maar hoe leeg wacht het hok. De Benner Senner is log en ook  hij vergeet wie zijn werkelijke huisdier. Hoe graag en trouw dan ook. Als ik de arend bestond vernietigde hij alles wat voor
de voeten komt.


Doch zoek de tijd en spel haar fouten, lieg in inkt gedrukt, haper taal.
wees robuust van strategie. Een typemachine verplaatst zich pas als roest
hem op de vingers tikt.


In het gras, het hoge gras
van die ene enkele zomer -






Elbert Gonggrijp,  Olvendijk,  Stichting Willibrord,  Heiloo,  woensdag 24 juni 2015

ALSOF IK MIJ TELKENS -

Niet het landbroed, het alarm en de zuiverste paniek. Geen Grutto op de wieken m'n lief...
Ik zag het parmantige jagen bij mijzelf en kneep in koude vingers van geluk, de jouwe.
Er was een tijdstip, een Bruiloftspaar dat blijkbaar jaar na jaar overnieuw. Laklaag op


Lakmoesproef geweten. Het telde nooit hoe ik jouw hoge noten zong, hoe lieflijk ook. Liefste, laten wij dan maar inschatten dat elk haast heeft, niet om te haten of te verlaten om zoveel ontoezeglijk
dichterbij.


Kon jij deze antwoorden schatten, de afstand overbruggen, een firljeppen over Friese Makelaardij?
Nee, je kon het niet evenmin ik een zigeunerdans in het bloed de neiging naar vertrekken.


De Leilijnen bleken net even te lang om voorgoed aan te haken. Ik vind je aldus met hetere tranen en een arm om je middel, een kus daar waar liefde mogelijk begint. Zal ik het sexen, voor je kruizen. Nee, ik ontneem je het teder inn vogelvlucht gevangen.


Dat het licht zwijgt en de Morgenster buigt voor zijn ultieme ervaring -




Elbert Gonggrijp, 

OUVERTURE OVERDWARS

In mennen van zijn hoogstedele frequentie is het kaartspel nooit bingo. Hij is niet eerder dan je zoekt, hij is nooit eerder als je slaapt, wintertijd of zomertijd hem even.


Ja, hoe sopraan ook geheten is hij nog steeds een onweerlegbaar feit, een man. Met kloten? Het zingt ervan in glimmend jacquet, met noten op zijn zang, the nightclub enters the man the womanizer. Just
hidden in his dark element of unspoken wars.


Nee, ik zocht hem niet op voor een diepte-interview, maar liet zichzelf weten. Over de top en hormonen in de kop, een testosteronspiegel die onafgemeten naar oestrogenen lonkte. Het was zo gewoon om te vechten het spiegelgevecht der gewoonte. Paren bedaren tot schiellijk evenwicht.


Daar heb je mij dan, het oog gevangen in jouw list van argwanende dromen naar zomer. En liefde natuurlijk, maar daar wist je alles van -






Elbert Gonggrijp,  Olvendijk,  St. Willibrord,  Heiloo,  woensdag 24 juni 2015,  21:48 uur

ONDER HET LOVER de schaduw ontdoken

! Wie was mijn vader en mijn moeder, nu ik zo verloren reset? Ik was ingebed in stro, ik verdroogde tot en met.  Het grazige hooi dat verbijdde vluchtig als Klaproos, de peper onder de opiaten. Ik was daar, maar wist niet beter dan te vergaren alsof ik ook kennis van zaken had. Het ontkwam mij niet.


Het verdroogde. Wie was mijn moeder inde schaduw, wie benauwde mij haar oordeel. Zij kende haar
diepere zuivere wereld, maar wist ik veel van liefde?




Zij was een vluchtige Satie waarin ik mij welgevoeglijk herkende, de vingertoppen een toets van reddende vrede, een tijdloos idioom van zoeken zonder oorsprong. Nu nog de omarming en de kus terug. Maar daar was het dat ik had teverstarren. Er is geen tijd terug dan elders en verder.





Ooit bernaderen wijelkaar eenzelfde gvratie van veel NU-en en hoe Bijzonder Gewoon, Ik kuste de stilte. ik wroette in de palmen van mijn aarde, Hier kom ik samen, hier heeft de lucht je een leven uitgespaard dat  ook jij de oogopslag. Was het een openbaring dan werd het zoeken ons vergeven. Je leefde waarachtig nog maar net, ik moest de vleugels nog.... Maar voor wanneer... 130 KM/U?




Elbert Gonggrijp,  Olvendijk,  Stichting Willibrord,  woensdag 24 juni 2015

Tuesday, June 23, 2015

Louter escapades

Wie zit je op de hielen, als je steeds die ander wilt veranderen,
als je steeds een ander ziet? Er is een koers naar vlinder of mot,
iedereen ziet hem terug, maar wanneer. Contact!Het is niet
rampzalig hoe of wanneer. Nodig jezelf een flinke doses
begrip en de wereld verandert spontaan in waterdamp.


Of anders gezegd, een muis in een val, de nectar in een kelk,
alles wat zo verraderlijk zichzelf verraadt zichzelf te zijn.


Ik lok je naar mij toe. De mioleculen zoeken naarstig naar
een voelspriet toe, ik kan niet weigheren. In de kamer het dode
ampere kreng van wie de strijd tot verblind heeft verklaard.
In cirkels weliswaar.


Moet ik je nogmaals gaan herzien dat deze sluiproute
nooit de juiste is? Het heeft zevenmijlslaarzen aan
en groet je naam met " Wat mot je " -




Elbert Gonggrijp,  Olvendijk ,  Stichting Willibrord,  Heiloo,  dinsdag 23 juni 2015






HOSTILE?

HOSTILE?


Wie eigen jezelf de beste vijanden toe? Ik waan mij reiger en muis, valk onder zijn
minst geachte vrinden. Het kroop er door de struiklaag of sloeg verrassend toe. Alsof
niets er toe nog hoefde.


Ik nam afscheid van de nacht, werd witheet van woede, maar bezuurde niet. Ik keek
hem meewarig aan en vertelde mijn relaas van o zo moeten doorstaan. Zou mij geen
blaam te verwijten zijn dan uiterst op mijn hoede.


Ik kwam je weer tegen net zo zelfverzekerd onzeker, geen smijten met tafels en
stoelen. Je dronk je koffie stoer en ik zei hem dat ik hem vrijwillig weer herinnerde,
geen klauwen of boeien. Dat het pijn deed weliswaar leek mij niet te boeien.


Maar die ene spuit Haldol, vergeet het maar/vergeef hem maar.


Ik was uit den dolle....




Elbert Gonggrijp,  Heiloo(Herinnering, net na mijn opname),  dinsdag 23 06 2015.... 20:11


KOOLMEES PARAAT en WAARACHTIG





Daar zit ik dan, een mogelijk besef, 
een rondtedans van uitzonderlijke
figuranten.




Heb mij lief schetterend dubbelvoudig
of een eenmalig admiraal, zijn ware aanhef
vermist in zijn gegoede kansen.




Hier zwermen wij voluit hetzelfde
bacchanaal van het willen weten overleven.


Kon, ik pak je op en behoud je nader,
jouw eeuwig voortdurende behoude territorium.




Maar is een signaleringsplan ons  goed genoeg?
Wij turven ons geluk lang voor menig ander
in het danig strijdgewas,
vragen ons om een  mogelijke toekomst
naar meer -








Elbert Gonggrijp,  Olvendijk,  St. Willibrord,  Heiloo,  woensdag 23 juni 2015, 18.10 uur

Vanuit het zuivere aangemeten

LIEVERLEE WELEER TEVREDEN

L

Wellicht

WELEER





Saturday, June 20, 2015

Vanuit het Zuivere afgepast



VANUIT HET ZUIVERE AFGEMETEN
Liefdesgedicht voor C.L.






1.

Het maakt niet uit wat en wie je
bent gebleven. Het leven haakt aan
wat iedereen van je zag, hoe overleden
dan ook.

Het was beweging van water, het was
als als. De Merel zingt zijn middag
klokketoren op Hemelshoog of
bedrukt.

Wat ken 't je nog skele of je Yesterday
of heden? Je bent er zo belangrijkst
of alras. Alsof je nog altijd.

Mijn en jouw |Tijd. Ik paradeer de
ruime Waarheid aan jou, parkeer
jouw heilige modus -





Z.O.Z.


2.


Het zuivere afgemeten
Een liefdesgeweten


Ofd het zuiver om Geloof vecht
is een kwestie van
zeker te Weten.

Maar ik ben alles
waarachtig scahalmend
op streken, een
vluchtige merel
tegendraads.

Hoe gevangen
in Heilstaat?


Elbert Gonggrijp,  Heiloo,  " Olvendijk " GGZ-NHN,  zaterdag 20 juli 2015

























Friday, June 05, 2015

GESTALTE-GEDAANTE

 

Gestalte-gedaante
Naar een zin uit het gedicht " Licht " van Lydia Dalmijn


Het licht transformeert zich. Hoe het opgesloten zit tot nectar
en honing, zich doorgeeft als was het lagere materie.


Het condenseren van de gedachte dat alles uiteindelijk even eender is.
Ik voorspel het je en het komt hoogstwaarschijnlijk uit.


Vanuit een ooghoek herken ik het onverwachte. De vlinder
breekt zijn vlucht vloeibaar aan grillige stukken,
terwijl de libel argwaant tot gulle rake vlakken.


Ik bewaarneem mij. Het is het ogenblik dat aan mij voorbij vliegt,
dat alles vanuit het ene eigenlijk even groot.

De golflengte onvermijdelijk het leven en de dood,
hoe lang of kortstondig dan ook.

Ik, zeg je, zou het voor geen goud willen missen.
Prompt heb je het dus mis. Het is een kans van een
op duizenden dat jij een geheim noemt
of bijzonder.


Ik kijk en verlies nooit mijn evenwicht. Ik balanceer op de rand
van steeds hetzelfde plan, evenveel voor als achteruit
als een vroegere toekomst.


Daar bloeit het tot innerlijke verwelking. Maar een drijfveer
als een bouwplan van het eeuwig voortsnellende
foton -



@ Elbert Gonggrijp, vlindertuin park " Oosterhout ", Alkmaar, vrijdag 5 juni 2015
@ Foto's Elbert Gonggrijp,  Oosterhout, Vlindertuin, Alkmaar,  juni 2015