HEELHUIDS
Duindagboekgedicht 120
Duindagboekgedicht 120
Uitgewerkte notitie
Zover het oog reikt lijkt woekering tot doel
verheven, vindt luwte het pad terug, een veilig
verheven, vindt luwte het pad terug, een veilig
heenkomen, een heilstaat voor diegenen die
hier zonder schatkaart rondwaren.
Het kompas wijst de juiste richting aan – zon,
sterren, maan – verse sporen in het dorre gras.
sterren, maan – verse sporen in het dorre gras.
Een onderkomen waar de intuïtie ooit eerder
eenzelfde weg verkoos – met de ogen dicht,
Was jij het – “ O, blanke top der duinen “ – die
mij in het struinen telkens doet verbazen hoe veraf
toch dichtbij had geleken? Ik keer hier telkens op
mij in het struinen telkens doet verbazen hoe veraf
toch dichtbij had geleken? Ik keer hier telkens op
mijn schreden terug in een lente die opnieuw
haar baldadig liedje zingt:
haar baldadig liedje zingt:
De Blauwborst diep in het riet verborgen,
“ Je hoort mij wel, maar ziet mij niet “. Laat
het niet aan de coördinaten om ondanks
het aanvankelijke doel weer oprecht
opgelucht in thuis te komen:
Heelhuids –
Gedicht + Foto Elbert Gonggrijp,
PWN duinen Bergen aan Zee,
PWN duinen Bergen aan Zee,
maandag 1 april 2019
No comments:
Post a Comment