REFLECTIE
Duindagboekgedicht 125
Uitgewerkte i-Phone opname
Duindagboekgedicht 125
Uitgewerkte i-Phone opname
Daar waar het paard in de luwte graast, bevind ik mij
in het aangenaam verpozen, haast schouder aan schouder,
in de barmhartige zon. Wie wist dat ikzelf zo eender
begon, het hoofd meewarig opgeheven terwijl
de oude takken kraken in de bedaarde wind.
in het aangenaam verpozen, haast schouder aan schouder,
in de barmhartige zon. Wie wist dat ikzelf zo eender
begon, het hoofd meewarig opgeheven terwijl
de oude takken kraken in de bedaarde wind.
Het oppervlakkig water spiegelt mijn ongerepte kind
tot levensvragen. In de diepte rept zich nog pril
het groene leven – de Algen, het Hoornblad – fris,
onbesuisd, door rimpeling omgeven.
tot levensvragen. In de diepte rept zich nog pril
het groene leven – de Algen, het Hoornblad – fris,
onbesuisd, door rimpeling omgeven.
De Watertor, heel even, komt boven en verlaat al
buitelend het zicht, onbekende diepten tegemoet. Wat
zie ik als ik mijzelf hetzelfde zou aanschouwen?
Een stilstaand moment dat ternauwernood
aan de tijd zou worden ontfutseld –
Gedicht + Foto Elbert Gonggrijp,
PWN duinen Bergen aan Zee,
woensdag 17 april 2019
PWN duinen Bergen aan Zee,
woensdag 17 april 2019
No comments:
Post a Comment