PERTINENT
Je sluimerde. Op zijn zachts gezegd ontroerde mij
dat het nog het meest – die ingehouden houding,
dat kinderlijke zwijgen. Ik wist van jouw liefde
niet genoeg te krijgen, ik wist je niet beter.
dat het nog het meest – die ingehouden houding,
dat kinderlijke zwijgen. Ik wist van jouw liefde
niet genoeg te krijgen, ik wist je niet beter.
Ik wist je een begin van een raadsel, ik wist je
de oplossing van een geheim. Hoeveel tederheid
past er in ons twee? Je slaapt het, je bent je
niet bewust van het bewijs dat je daar ligt.
de oplossing van een geheim. Hoeveel tederheid
past er in ons twee? Je slaapt het, je bent je
niet bewust van het bewijs dat je daar ligt.
Ik verbaas mij over jouw begrip. Vandaag ben je
voor mij helderder dan ooit – je bent mij volkomen
thuis, je bent mijn verbazing, zo ongelooflijk
eenvoudig, zo onbeschrijflijk mooi.
voor mij helderder dan ooit – je bent mij volkomen
thuis, je bent mijn verbazing, zo ongelooflijk
eenvoudig, zo onbeschrijflijk mooi.
Jij zit mij onder mijn huid. En het geeft niet
wat
ik zeg, ook al went het nooit. Jij hebt het octrooi
op houden van, op het onvoorwaardelijke.
Jij maakt mij zacht terwijl –
ik zeg, ook al went het nooit. Jij hebt het octrooi
op houden van, op het onvoorwaardelijke.
Jij maakt mij zacht terwijl –
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
dinsdag 12 mei 2020
Egmond aan den Hoef,
dinsdag 12 mei 2020
No comments:
Post a Comment