Kijk mij eens in het gezicht: ooit moeten wij
weer jong zijn, lachen met eenzelfde lach van
vreugde.
Het is zover: de ochtend wordt steeds eerder,
de liefde steeds meer feller. Als wij ontwaken
is het kwaad reeds geschied.
De tijd heeft haast, geeft ons zingen aan de vogels.
Wij bouwen weer een nest. Wie ons dit nadoet
is in wezen knettergek.
Elke keer hetzelfde. Als de lente kleur bekent,
dreigt de drang om present te zijn, broeds
of overmoedig.
Wat wij nodig hebben is geduld om dit verhaal
zorgvuldig af te maken opdat het lege magen
vult – ook de kleinste.
31 maart 2012
Saturday, March 31, 2012
Intieme vreemden
Nu weet ik wat ik worden wil. Als het vorm
krijgt, geef het handen. Een belofte vanuit
elk detail.
Klein, maar tastbaar. Hier en vooruitziend.
Het oog laat het niet los. Wij zoeken het
bij name.
Een mens roepend om de lente. Een dier
wachtend op zijn gade. Een bloem zoekend
naar de zon.
Wie wij zijn. Nog intieme vreemden. De tijd
zal het ons leren. Voorbij de laatste winter.
Een spreken met de tijd.
De hemel blauw en open.
31 maart 2012
krijgt, geef het handen. Een belofte vanuit
elk detail.
Klein, maar tastbaar. Hier en vooruitziend.
Het oog laat het niet los. Wij zoeken het
bij name.
Een mens roepend om de lente. Een dier
wachtend op zijn gade. Een bloem zoekend
naar de zon.
Wie wij zijn. Nog intieme vreemden. De tijd
zal het ons leren. Voorbij de laatste winter.
Een spreken met de tijd.
De hemel blauw en open.
31 maart 2012
Wednesday, March 28, 2012
Stilleven
In allerijl tot stilstand komen – geen woord
teveel. Bewegingen verstard tot naakte
atomen. De tijd erover en niets blijft heel.
Zodra de verwachting opsteekt, kunnen de
beloftes worden nagekomen – lichtsnelheid
in het kwadraat.
Het oog hoognodig om te zien waar jij
vandaan komt.
29 maart 2012
teveel. Bewegingen verstard tot naakte
atomen. De tijd erover en niets blijft heel.
Zodra de verwachting opsteekt, kunnen de
beloftes worden nagekomen – lichtsnelheid
in het kwadraat.
Het oog hoognodig om te zien waar jij
vandaan komt.
29 maart 2012
Monday, March 26, 2012
Continu
Ze zeggen – ik besta. Ik kom in vrede. Ik
weet van geen herkomst. De dingen verlangen
de nacht tot zij ervan zwijgen.
Wat doet een plant? Komt zij tot stilstand
en verlangt niet naar water? Dooft ons
de lamp omdat zij de tijd heeft?
Ik beraad mij de toekomst. Ooit wordt
het anders en brengt mij nieuw leven
– statisch en eeuwig.
Naief de gedachte dat dit standhoudt….
25 maart 2012
weet van geen herkomst. De dingen verlangen
de nacht tot zij ervan zwijgen.
Wat doet een plant? Komt zij tot stilstand
en verlangt niet naar water? Dooft ons
de lamp omdat zij de tijd heeft?
Ik beraad mij de toekomst. Ooit wordt
het anders en brengt mij nieuw leven
– statisch en eeuwig.
Naief de gedachte dat dit standhoudt….
25 maart 2012
Saturday, March 24, 2012
Wat blijft
Het witste wit
…is leegte het meest. Een uitgesneden
wit waar geen woord nog tussen zit,
tijd nog ongelezen.
Waar zullen wij blijven? Niets kent zijn
doel, noch ons gisteren of morgen. Stil
te staan bij een peilloos leven.
Niets door te geven. Zwijgzaam het meest
geringe bericht. Dat aan ons de liefde is
blind achter elk venster.
Het verhaal pover.
24 maart 2012
…is leegte het meest. Een uitgesneden
wit waar geen woord nog tussen zit,
tijd nog ongelezen.
Waar zullen wij blijven? Niets kent zijn
doel, noch ons gisteren of morgen. Stil
te staan bij een peilloos leven.
Niets door te geven. Zwijgzaam het meest
geringe bericht. Dat aan ons de liefde is
blind achter elk venster.
Het verhaal pover.
24 maart 2012
Mission impossible
Dat alles hetzelfde blijft – de wetten spreken
anders. Mijn tijd kent geen verweer – inkt
vervloeiend in stilstaand water.
Vergeet deze eeuwige lente, denk de zalmen
stroomopwaarts – kuit te schieten tot aan de
dood. Snode plannen voor een onzekere toekomst.
Onvermijdelijke natuur die zich de liefde heeft
eigen gemaakt. Ragfijne bloesem tot belofte,
subtiele letters in intieme brieven waarop jouw
handen rusten – sereen.
Leven om het hof te kunnen maken. Nee, uit
alles komt het meest ontoegankelijke voort
– een man, een vrouw de aarde eigen.
Wij paren onder de grimlach van de maan,
in de schaduw van de nacht. Niets dan te
zwijgen.
24 maart 2012
anders. Mijn tijd kent geen verweer – inkt
vervloeiend in stilstaand water.
Vergeet deze eeuwige lente, denk de zalmen
stroomopwaarts – kuit te schieten tot aan de
dood. Snode plannen voor een onzekere toekomst.
Onvermijdelijke natuur die zich de liefde heeft
eigen gemaakt. Ragfijne bloesem tot belofte,
subtiele letters in intieme brieven waarop jouw
handen rusten – sereen.
Leven om het hof te kunnen maken. Nee, uit
alles komt het meest ontoegankelijke voort
– een man, een vrouw de aarde eigen.
Wij paren onder de grimlach van de maan,
in de schaduw van de nacht. Niets dan te
zwijgen.
24 maart 2012
Monday, March 19, 2012
Een eerste tjiftjaf
Mijn eerste tjiftjaf
Hier ben je dan, na al het wachten – in die
boom, op deze plek, in mijn voorjaar – briljant
zingend in zijn eenvoud dat ik er eentonig van
Word. Een belofte ingelost – vanuit een dieper
zuiden toch weer thuis. De bloemen kunnen
open, nieuw leven weer beginnen bij het
Klinken van dit geluid – heel bescheiden, heel
voorzichtig. Maar ik ontwaak en wrijf de slaap
uit mijn ogen. Het is tijd om op te staan.
19 maart 2012
Hier ben je dan, na al het wachten – in die
boom, op deze plek, in mijn voorjaar – briljant
zingend in zijn eenvoud dat ik er eentonig van
Word. Een belofte ingelost – vanuit een dieper
zuiden toch weer thuis. De bloemen kunnen
open, nieuw leven weer beginnen bij het
Klinken van dit geluid – heel bescheiden, heel
voorzichtig. Maar ik ontwaak en wrijf de slaap
uit mijn ogen. Het is tijd om op te staan.
19 maart 2012
Tuesday, March 13, 2012
Relatief
Niets zal blijven, niets heeft haast.
Voorbij de dood verliezen dingen
namen – zelfs liefde.
Hoe groots ook – zelfs de tijd zal het
begeven, kent het zwartste gat.
Maar de bloemen die ik gaf, blijven
immer leven – los van elke
vergankelijke gedachte.
Los van elk idee.
13 maart 2012
Voorbij de dood verliezen dingen
namen – zelfs liefde.
Hoe groots ook – zelfs de tijd zal het
begeven, kent het zwartste gat.
Maar de bloemen die ik gaf, blijven
immer leven – los van elke
vergankelijke gedachte.
Los van elk idee.
13 maart 2012
Monday, March 12, 2012
Voor diegene
In het dagelijks verkeer, waarin ik afstand
wil betrachten, zie ik jou met een niet
te omschrijven schoonheid.
Als ik zorgvuldig mijn woorden kies, blijf ik
steken – blijft het verstand in gebreke en
vergeet het overige de rest.
Er is geen verstand – er beleeft zich de liefde
– onzichtbaar nog – tijd om tijd te verdelen
– hoeveel malen onbekend.
Het is gissen hoe ons ontmoeten net zo goed
weer afscheid neemt, de woorden sober, het
moment goed uitgekozen.
Ook al heb ik je lief – tot nader orde.
12 maart 2012
wil betrachten, zie ik jou met een niet
te omschrijven schoonheid.
Als ik zorgvuldig mijn woorden kies, blijf ik
steken – blijft het verstand in gebreke en
vergeet het overige de rest.
Er is geen verstand – er beleeft zich de liefde
– onzichtbaar nog – tijd om tijd te verdelen
– hoeveel malen onbekend.
Het is gissen hoe ons ontmoeten net zo goed
weer afscheid neemt, de woorden sober, het
moment goed uitgekozen.
Ook al heb ik je lief – tot nader orde.
12 maart 2012
Hier ligt een dichter
Grafschrift
Inktzwart de woorden die jij niet hoorde
– rouwnagels krassend op papier. Wat
ons omringde – de volledigheid
van een dood die jij bestierde
– zo definitief.
Als alles ooit nog anders wordt, kan ik mijn
stem niet meer verheffen, jouw taal niet
langer lente – bloemen op grijze letters
– gegraveerd voor een heilloos later.
Even dodelijk verdord – mijn blik voorbij
de verte – even duidelijk van naam als al het
nabestaande….
12 maart 2012
Inktzwart de woorden die jij niet hoorde
– rouwnagels krassend op papier. Wat
ons omringde – de volledigheid
van een dood die jij bestierde
– zo definitief.
Als alles ooit nog anders wordt, kan ik mijn
stem niet meer verheffen, jouw taal niet
langer lente – bloemen op grijze letters
– gegraveerd voor een heilloos later.
Even dodelijk verdord – mijn blik voorbij
de verte – even duidelijk van naam als al het
nabestaande….
12 maart 2012
Saturday, March 10, 2012
Till nothing matters
Toch nog een voorjaarsgedicht
Daar sta ik dan – leeg en berooid, moet mijn trieste
morgen vullen – van niets kundig, besluiteloos.
Mijn lente kent nog weinig vormen, dient zich
nog met rampspoed aan.
Niet getreurd – ooit vinden vlinders eerste bloemen,
willen vogels lustig zingen - ontspruiten knoppen
aan de bomen - maar het doet nog altijd zeer.
Wil het voor mij wat gaan worden, dient de pijn alras
vergeten, het gordijn voorgoed opzij – opdat het licht
zal binnentreden - ik ontwakend uit mijn zorgen.
Dat ik jou beminnen zal in een dans van louter liefde
- waarin ik van ons weten wil - tot wij meer dan
vrienden zijn - geborgen.
10 maart 2012
Daar sta ik dan – leeg en berooid, moet mijn trieste
morgen vullen – van niets kundig, besluiteloos.
Mijn lente kent nog weinig vormen, dient zich
nog met rampspoed aan.
Niet getreurd – ooit vinden vlinders eerste bloemen,
willen vogels lustig zingen - ontspruiten knoppen
aan de bomen - maar het doet nog altijd zeer.
Wil het voor mij wat gaan worden, dient de pijn alras
vergeten, het gordijn voorgoed opzij – opdat het licht
zal binnentreden - ik ontwakend uit mijn zorgen.
Dat ik jou beminnen zal in een dans van louter liefde
- waarin ik van ons weten wil - tot wij meer dan
vrienden zijn - geborgen.
10 maart 2012
Wednesday, March 07, 2012
Alsnog
Voor mijn overleden moeder
Terwijl je weg was, terwijl je niet meer kon – dit alles
haarfijn opgeschreven – laatste woorden – met het
grote waarom – dat de tijd geen medelij had –
Verkapte poezie die jou bewonderde – de kracht
waarmee jij streed – alsnog gedroomd – opdat jij
het nog kon horen – na de dood – uit mijn mond –
een zoon tot zijn ware moeder. Te zeggen wat nooit
ging – hoe voorgoed je ooit zou zijn – duidelijk en klaar
– zonder de pijn van het elkaar te verlaten –
hier, in een ogenblik waarvan ik haast zou zwijgen
– geduldig op papier – het dusdanig voor te lezen dat
geen letter nog verspilling was – nu, onverbiddelijk –
oprecht en even liefdevol – zolang het is gegeven…
7 maart 2012
Terwijl je weg was, terwijl je niet meer kon – dit alles
haarfijn opgeschreven – laatste woorden – met het
grote waarom – dat de tijd geen medelij had –
Verkapte poezie die jou bewonderde – de kracht
waarmee jij streed – alsnog gedroomd – opdat jij
het nog kon horen – na de dood – uit mijn mond –
een zoon tot zijn ware moeder. Te zeggen wat nooit
ging – hoe voorgoed je ooit zou zijn – duidelijk en klaar
– zonder de pijn van het elkaar te verlaten –
hier, in een ogenblik waarvan ik haast zou zwijgen
– geduldig op papier – het dusdanig voor te lezen dat
geen letter nog verspilling was – nu, onverbiddelijk –
oprecht en even liefdevol – zolang het is gegeven…
7 maart 2012
Eerste tekens
Voorjaarsgedicht
Sluipenderwijs eerste tekens kennen – een
vroege ochtend gedompeld in een langzame
tijd – bloesem ontsproten aan gewillige
Takken, zang naar taal en teken uitgedeeld – naar
elke verwachting – verbazing zover het oog ons reikt
– in dit jongste jaargetij – geboorte boven dood,
Leven vanuit de moederschoot ons gegeven – in
het wassend licht dat geloof en warmte biedt – in
alles zo geborgen – kiem tot cyclus, in elk opzicht –
Te wachten tot het voor zichzelf spreekt – de aanzet
overstegen – belofte die hier uitkomst biedt – vol, in
al haar streven – geen winter meer.
Wij opgaand in de groei van deze toekomst –
7 maart 2012
Sluipenderwijs eerste tekens kennen – een
vroege ochtend gedompeld in een langzame
tijd – bloesem ontsproten aan gewillige
Takken, zang naar taal en teken uitgedeeld – naar
elke verwachting – verbazing zover het oog ons reikt
– in dit jongste jaargetij – geboorte boven dood,
Leven vanuit de moederschoot ons gegeven – in
het wassend licht dat geloof en warmte biedt – in
alles zo geborgen – kiem tot cyclus, in elk opzicht –
Te wachten tot het voor zichzelf spreekt – de aanzet
overstegen – belofte die hier uitkomst biedt – vol, in
al haar streven – geen winter meer.
Wij opgaand in de groei van deze toekomst –
7 maart 2012
Tuesday, March 06, 2012
Als het nog moet
Voorjaarsgedicht
Nu het weerloos in zijn vorm besloten ligt,
blijft de vraag nog open – ooit uit de knop
te komen, zang in klinkers toebedacht –
Dichten in zo weinig woorden – antwoorden
die straks bloesem worden, vogels die al
antwoord zijn.
Ik wacht de daden af – kijk en weet de eerste
dageraad – het lengen van de tijd – besef hoe
ook ik mij bekwaam in het ontspringen van
de lente.
Liefde per direct – ons in onszelf te verdiepen
– van hart tot ziel, lichaam aan lichaam – in
een vanzelfsprekend samenzijn.
Dit is het leven – het steeds door te geven wat
leven is – niet verbaasd, nooit bang. Niet
overhaast – wat nog moet kent al de kiem –
In slaap tot het ontwaakt – in voorspoed,
in vreugde.
Ik zal er zijn….
7 maart 2012
Nu het weerloos in zijn vorm besloten ligt,
blijft de vraag nog open – ooit uit de knop
te komen, zang in klinkers toebedacht –
Dichten in zo weinig woorden – antwoorden
die straks bloesem worden, vogels die al
antwoord zijn.
Ik wacht de daden af – kijk en weet de eerste
dageraad – het lengen van de tijd – besef hoe
ook ik mij bekwaam in het ontspringen van
de lente.
Liefde per direct – ons in onszelf te verdiepen
– van hart tot ziel, lichaam aan lichaam – in
een vanzelfsprekend samenzijn.
Dit is het leven – het steeds door te geven wat
leven is – niet verbaasd, nooit bang. Niet
overhaast – wat nog moet kent al de kiem –
In slaap tot het ontwaakt – in voorspoed,
in vreugde.
Ik zal er zijn….
7 maart 2012
Monday, March 05, 2012
Opnieuw
Voorjaarsgedicht voor KNNV
In elk begin – de aanhef van een merel
die weer voorzichtig zingen gaat – in
elk ontkiemen – een zweem van groen
en bloeien – kornoelje, hazelaar – mag
Ik ons weer ontmoeten, aarzelend bij
elkaar. Wie zullen wij zijn? De vorst
net uit de grond, de tijd nog niet op
orde. Liefde schijnbaar woordeloos,
Slaap nog in de ogen. Als wij wakker
worden – in een andere morgen
– omarmen wij elkaar en vinden weer
een nieuwe wereld uit –
Een natuur van het nieuwe leven – taal
en teken – een boodschap ontvouwd
voorbij de zwijgende winter –
Op herhaling
5 maart 2012
In elk begin – de aanhef van een merel
die weer voorzichtig zingen gaat – in
elk ontkiemen – een zweem van groen
en bloeien – kornoelje, hazelaar – mag
Ik ons weer ontmoeten, aarzelend bij
elkaar. Wie zullen wij zijn? De vorst
net uit de grond, de tijd nog niet op
orde. Liefde schijnbaar woordeloos,
Slaap nog in de ogen. Als wij wakker
worden – in een andere morgen
– omarmen wij elkaar en vinden weer
een nieuwe wereld uit –
Een natuur van het nieuwe leven – taal
en teken – een boodschap ontvouwd
voorbij de zwijgende winter –
Op herhaling
5 maart 2012
Saturday, March 03, 2012
If only
Nummer Fink “ Distance and time “
Slaapdronken van de gedachte – wat
zichtbaar is te moeten missen – zo te
blijven gissen – waaruit ik soms
Ontstond en jij ondertussen de liefde
ontglipte – niets te weten zo onzeker.
Wil het wat worden, laat het dan aan
De vogels, een eerste groet van deze
morgen – alsof alles terloops wil lijken
– een gebrek aan aarzelen – vingers op
Zere plekken leggen, helende woorden
van zichzelf doen spreken – tot het ons
herkent – om in te wonen –
Een plus een.
4 maart 2012
Slaapdronken van de gedachte – wat
zichtbaar is te moeten missen – zo te
blijven gissen – waaruit ik soms
Ontstond en jij ondertussen de liefde
ontglipte – niets te weten zo onzeker.
Wil het wat worden, laat het dan aan
De vogels, een eerste groet van deze
morgen – alsof alles terloops wil lijken
– een gebrek aan aarzelen – vingers op
Zere plekken leggen, helende woorden
van zichzelf doen spreken – tot het ons
herkent – om in te wonen –
Een plus een.
4 maart 2012
De tand des tijds
Digitale recorder
Dit is het dan – een ruimte die zich vult
met nacht, een kat al zoekend naar haar
stilte.
Hoe kan ik thuis zijn in mijn slapen? De
dag raakt nog alle dingen aan. Zij staan
verbaasd.
Ik heb geen geheimen. Ik orden mij in
mappen waarin gedachten gemeengoed
zijn.
Zo zal ik schrijven – tot aan het zwijgen.
Het bed gereed, de gordijnen dicht. De
dromen open.
Tot ik weer van woorden weet. Een nieuw
geluid zoals geen ander. Onveranderd de
kat in al haar warmte.
Nooit vatbaar voor het een of ander…
3 maart 2012
Dit is het dan – een ruimte die zich vult
met nacht, een kat al zoekend naar haar
stilte.
Hoe kan ik thuis zijn in mijn slapen? De
dag raakt nog alle dingen aan. Zij staan
verbaasd.
Ik heb geen geheimen. Ik orden mij in
mappen waarin gedachten gemeengoed
zijn.
Zo zal ik schrijven – tot aan het zwijgen.
Het bed gereed, de gordijnen dicht. De
dromen open.
Tot ik weer van woorden weet. Een nieuw
geluid zoals geen ander. Onveranderd de
kat in al haar warmte.
Nooit vatbaar voor het een of ander…
3 maart 2012
Friday, March 02, 2012
To love or to hate
Boekenweek thema 2012 ” Vriendschap en andere ongemakken “
Als het verdriet op de lippen ligt – dan maar niet
– hoe lief ik ook de liefde zie – ons tweeen ooit
gegeven. Wij drijven uiteen – bitter en in een
Leven dat geen van ons voor ogen had – in wrok
omgekeken – smart die het hart bijkans doet
bezwijken – niet meer eensgezind te blijken –
Wij kijken langszij. Hoe jij mij en ik jou – ogen stuurs
turend naar een verte die maar weinig perspectieven
biedt – een verleden dat aan onze daden haakt –
In wrok – ieder woord herhalend – tot de dag van
vandaag. Maar als het verdriet op de lippen ligt – wees
gastvrij, zet de deur op een kier, zwaai hem half open.
Misschien zal ik dan binnenlopen – vergeten bovendien
waar het om spande – en lachen om wat achteraf zo
futiel is gebleken. Als…
3 maart 2012
.
Als het verdriet op de lippen ligt – dan maar niet
– hoe lief ik ook de liefde zie – ons tweeen ooit
gegeven. Wij drijven uiteen – bitter en in een
Leven dat geen van ons voor ogen had – in wrok
omgekeken – smart die het hart bijkans doet
bezwijken – niet meer eensgezind te blijken –
Wij kijken langszij. Hoe jij mij en ik jou – ogen stuurs
turend naar een verte die maar weinig perspectieven
biedt – een verleden dat aan onze daden haakt –
In wrok – ieder woord herhalend – tot de dag van
vandaag. Maar als het verdriet op de lippen ligt – wees
gastvrij, zet de deur op een kier, zwaai hem half open.
Misschien zal ik dan binnenlopen – vergeten bovendien
waar het om spande – en lachen om wat achteraf zo
futiel is gebleken. Als…
3 maart 2012
.
Kat
Voor mijn oude kat Snoes
Zij kent haar tijd – zo vastbesloten
in haar vorm – oud en aanhankelijk
van begrip.
Steeds meer naast mij liggend
– vragen opgesloten achter ogen die
niets verkiezen – geen verlies, maar
Alsmaar trager tot de dood – nabij tot
aan de schoot – geen verweer, geen
verwachting – een hand tot de vacht –
Trage adem in de nacht – slapen een
poging die ik steeds meer gadesla – in
stilte – vertrouwd met deze vrede –
Voorbij elk kennen, voorbij elk wensen.
2 maart 2012
Zij kent haar tijd – zo vastbesloten
in haar vorm – oud en aanhankelijk
van begrip.
Steeds meer naast mij liggend
– vragen opgesloten achter ogen die
niets verkiezen – geen verlies, maar
Alsmaar trager tot de dood – nabij tot
aan de schoot – geen verweer, geen
verwachting – een hand tot de vacht –
Trage adem in de nacht – slapen een
poging die ik steeds meer gadesla – in
stilte – vertrouwd met deze vrede –
Voorbij elk kennen, voorbij elk wensen.
2 maart 2012
Flux
Lamp nummer 9
Laat het zachtmoedig zijn – licht, meewarig
licht – zich eigenwijs vormgegeven – tot het
een glimlach verspreidt – tijdloos – van
Vroeger tijden – een echoend bericht – thuis
te zijn en weer te komen – dromen van een
ware nostalgie – langs de starre wanden.
Waar te zijn en nergens anders – behaaglijk,
uiterst comfortabel – Malewitz – nieuwerwets
– object niet zonder notie – met gewicht –
Vriendelijk, gastvrij. Tot de stekker het verrekt
– het nabeeld voor ogen – lamp tot de feiten
teruggebracht – een schaduw zichzelf gebleken.
In ruste – wij tot de orde van de dag hoezeer
hij ook hier hangen mag – dag tot de nacht
– te wachten –
2 maart 2012
Laat het zachtmoedig zijn – licht, meewarig
licht – zich eigenwijs vormgegeven – tot het
een glimlach verspreidt – tijdloos – van
Vroeger tijden – een echoend bericht – thuis
te zijn en weer te komen – dromen van een
ware nostalgie – langs de starre wanden.
Waar te zijn en nergens anders – behaaglijk,
uiterst comfortabel – Malewitz – nieuwerwets
– object niet zonder notie – met gewicht –
Vriendelijk, gastvrij. Tot de stekker het verrekt
– het nabeeld voor ogen – lamp tot de feiten
teruggebracht – een schaduw zichzelf gebleken.
In ruste – wij tot de orde van de dag hoezeer
hij ook hier hangen mag – dag tot de nacht
– te wachten –
2 maart 2012
Thursday, March 01, 2012
Eerste zinnen
Vanuit de laatste sneeuw tot een wereld
door te dringen – een nieuw begin, eerste
zinnen waarin ik heel voorzichtig liefde ken –
Teer en uiterst breekbaar – binnensmonds
beleden – de pen over het maagdelijk papier
– nog niets verkend, geen woord onbezonnen
Totdat het zichzelf wel overstijgen moet
– een soort van groet – tot de dingen – de
eerste en de laatste. Kom, laat ons haasten –
Woorden vol verwachting weten, bloei die bijna
op barsten staat. Herinner je – het is nooit te laat
– de aanzet is daar. Tekst of geen tekst….
2 maart 2012
door te dringen – een nieuw begin, eerste
zinnen waarin ik heel voorzichtig liefde ken –
Teer en uiterst breekbaar – binnensmonds
beleden – de pen over het maagdelijk papier
– nog niets verkend, geen woord onbezonnen
Totdat het zichzelf wel overstijgen moet
– een soort van groet – tot de dingen – de
eerste en de laatste. Kom, laat ons haasten –
Woorden vol verwachting weten, bloei die bijna
op barsten staat. Herinner je – het is nooit te laat
– de aanzet is daar. Tekst of geen tekst….
2 maart 2012
Aanhef
De eerste zinnen
Met het lengen van de dagen – een
eerste merel die zich al duidelijk
uitspreekt – is er een voorzichtig
Aarzelen – eerste woorden om bewust
mijzelf te zijn – van de daken,
eerste lijnen op het papier – een
Beginpunt voor elk schrijven en dan
de moed erin – hier, waar ik wezen wil,
in het grensgebied van mijn schemering.
Als de dag zich aanvangt – de alarmkreet
geboden – krassen in een schelle taal
– verdwijnen eerste zinnen. Wie een
Oordeel velt, kent niet de hand van de
ware meester – blijft steken in de
zoveelste ophef – vergeet de melodie
– Zo nooit thuis te komen. Blanco op
elk gebied.
1 maart 2012
Met het lengen van de dagen – een
eerste merel die zich al duidelijk
uitspreekt – is er een voorzichtig
Aarzelen – eerste woorden om bewust
mijzelf te zijn – van de daken,
eerste lijnen op het papier – een
Beginpunt voor elk schrijven en dan
de moed erin – hier, waar ik wezen wil,
in het grensgebied van mijn schemering.
Als de dag zich aanvangt – de alarmkreet
geboden – krassen in een schelle taal
– verdwijnen eerste zinnen. Wie een
Oordeel velt, kent niet de hand van de
ware meester – blijft steken in de
zoveelste ophef – vergeet de melodie
– Zo nooit thuis te komen. Blanco op
elk gebied.
1 maart 2012
Subscribe to:
Posts (Atom)