Waarvan zou ik nu nog zingen? De mei is
uit de maand en de jongen zijn gevlogen
– vorst zonder mededogen kent eerste
opgebolde veren.
Honger strooit bessen in het rond – tijd vol
rijp en raadsels die bevriezen. Er is een
grillige winter op komst – waarheen het
vliegen te verliezen?
Argwaan heeft zijn lettergrepen, slaat bij
onraad heftig aan – geen zoetgevooisde
nachten meer die de klanken liefde geven
– een diminuendo op het eind.
Ik vlucht.De tuin is mij geduldig. Hoe
zou het zijn om hier te blijven?...
14 oktober 2012
No comments:
Post a Comment