Le printemps perdu
Op een zonnig terras
Ik zoek het in het klein d.w.z. ik zoek je
waar
het was, een beetje zon op een terras, belofte
aan weet niet wat.
het was, een beetje zon op een terras, belofte
aan weet niet wat.
Het luistert nauw, het edele gesprek, het
zilver
herkennen om het nooit. Je bent een duidelijk
persoon die vaag een aandoenlijke gedaante.
herkennen om het nooit. Je bent een duidelijk
persoon die vaag een aandoenlijke gedaante.
Een adequate vertaling van een zaligmakend
genoegen, een biertje fluweel op de tong,
genoegen, een biertje fluweel op de tong,
het langzaam cirkelend lied wat zoemt
van nergens over.
van nergens over.
Ik keuvel het geringschattend gesprek, een
spraakmakende dialoog. Het tafelkleed wil
spraakmakende dialoog. Het tafelkleed wil
vederlicht verlost de onlosmakelijke wind.
Zal ik hier thuis in deze lichtvoetige lente
een tijdloze hazelaar, een melodieuze
merel? Ik weet niets, maar het went.
een tijdloze hazelaar, een melodieuze
merel? Ik weet niets, maar het went.
Elbert Gonggrijp,
Alkmaar, dinsdag 10 maart 2015
No comments:
Post a Comment