Playground
Wie doet mij de merel na, een donkere toets
aan de
heimelijke nacht, kompaan tussen de stille twijgen.
Ik vind mijzelf zo zoet, verblijf de overijverige slaap.
heimelijke nacht, kompaan tussen de stille twijgen.
Ik vind mijzelf zo zoet, verblijf de overijverige slaap.
Alsof er geen boodschap meer hoeft te moeten. Krijgt
het ooit vleugels of verzint het een gestalte?
Hij en ik, wij zijn het, wij vergezellen de
troubadour
de wijde wereld rond, uiterst vilein, hoofs de
schone
dissonanten. Of je zult bezwijken. Ik ben weg zodra
dissonanten. Of je zult bezwijken. Ik ben weg zodra
de weloverwogen
tijd, het eerst doemende licht.
Jij mist mij en ik verbaas mij nergens over.
Hoe vertel
ik jou het zonder meer, vanwaar die klinkers,
die meest
gehoorde gewoonte. Hier ligt het kleed, hier wil
vrede.
Hier reikt mijn hand. Hij wijst het je, zie de
merel
voorbij de vraag –
Elbert Gonggrijp,
Alkmaar, dinsdag 17 maart 2015
No comments:
Post a Comment