De geschiedenis van Pjotr de zwerfkat
Hij wil weer liggen waar hij lag – een thuis
geborgen tot vandaag werd plotseling van
hem vervreemd zodat hij zich weer heel
Ontheemd geen enkele meter toekomst zag
– alleen te zijn en voor hoelang – bang voor
het ongewis asiel – de kleine hokken in het
Kwadraat die aan een kat geen ruimte laat
– gewend aan vrijheid en gemak – nu weerloos,
angstig tot het bot – niet handelbaar zoals men
Zei – hij at als het ware uit mijn hand – een
vechtersbaas, een ferme knaap? Bij mij viel hij
bijkans in slaap. De twijfel nu – regeert in hem
Het zwerversbloed of waant hij zich voorgoed
te gast – ik kan niet dwingen wat hem past – hij
mag weer liggen waar hij lag – zolang hij wil,
Zolang het duurt….
27 februari 2012
Monday, February 27, 2012
Ziek
Muziek Genesis “ And then there were three “ en ziek zijn
In een grauwe wereld die maandag heet – los
van elk dagelijks ritueel – daadwerkelijk
op te staan, tijd en werk aan te gaan.
Maar wat is werk? De muziek doet de rest,
kleurt verloren uren in die ik nu niet met
pure bedenksels begin – dat is een feit.
Ik moet weer worden wie ik was – zopas kon
ik nog ware woorden laten horen, schrijven
recht toe, recht aan – waterpas en waar.
Nu trekt koorts voorbij – niet mogelijk om mij
daaraan niet te storen – passeren mensen
op weg naar wat zij presteren – tevreden?
Ik moet leven met mijn koffie en thee – staren uit
de ramen – misschien zul jij mij zien staan en de
wrevel beamen – ik wil weer vrijuit naar buiten.
Geen fruitmand, geen ansichtkaart. Naar waar de
vogels fluiten, de hazelaar zich openbaart. Het
wachten beloond, de dag weer op zijn beloop.
Nog te slapen, zo ver ik geen stap verzet.
27 februari 2012
In een grauwe wereld die maandag heet – los
van elk dagelijks ritueel – daadwerkelijk
op te staan, tijd en werk aan te gaan.
Maar wat is werk? De muziek doet de rest,
kleurt verloren uren in die ik nu niet met
pure bedenksels begin – dat is een feit.
Ik moet weer worden wie ik was – zopas kon
ik nog ware woorden laten horen, schrijven
recht toe, recht aan – waterpas en waar.
Nu trekt koorts voorbij – niet mogelijk om mij
daaraan niet te storen – passeren mensen
op weg naar wat zij presteren – tevreden?
Ik moet leven met mijn koffie en thee – staren uit
de ramen – misschien zul jij mij zien staan en de
wrevel beamen – ik wil weer vrijuit naar buiten.
Geen fruitmand, geen ansichtkaart. Naar waar de
vogels fluiten, de hazelaar zich openbaart. Het
wachten beloond, de dag weer op zijn beloop.
Nog te slapen, zo ver ik geen stap verzet.
27 februari 2012
Sunday, February 26, 2012
This is the thing
Muziek Fink, gelijknamig nummer van “ Distance and time “
Digitale recorder
Als de gordijnen zich gesloten hebben, wil ik
van geen herkomst weten – korte metten met
het dagelijks leven dat in scene lijkt gezet -
Het opstaan uit een bed dat geen overwinnaars
kent – een ochtend grauw en afgemeten, zoals zij
steeds zal zijn herkend – kwetsbaar, aan de orde
Van de dag, bij voorbaat in het harnas gevat – bang
voor wat te wachten staat – liefde moegestreden
– ik en jij, wij moeten puurheid zijn – wars van elk
Gebrek – rituelen om de rituelen – trefzeker
– nonverbaal – een taal die ons twee benaderen zal.
Wie de sleutel vindt om de dag te beginnen mag
Haar routine dagelijks overslaan – om ons de slaap
uit de ogen te wrijven – wis en waarachtig…
26 februari 2012
Digitale recorder
Als de gordijnen zich gesloten hebben, wil ik
van geen herkomst weten – korte metten met
het dagelijks leven dat in scene lijkt gezet -
Het opstaan uit een bed dat geen overwinnaars
kent – een ochtend grauw en afgemeten, zoals zij
steeds zal zijn herkend – kwetsbaar, aan de orde
Van de dag, bij voorbaat in het harnas gevat – bang
voor wat te wachten staat – liefde moegestreden
– ik en jij, wij moeten puurheid zijn – wars van elk
Gebrek – rituelen om de rituelen – trefzeker
– nonverbaal – een taal die ons twee benaderen zal.
Wie de sleutel vindt om de dag te beginnen mag
Haar routine dagelijks overslaan – om ons de slaap
uit de ogen te wrijven – wis en waarachtig…
26 februari 2012
Friday, February 24, 2012
Prelude
Erik Satie “ Early Pianoworks “ (Uitvoering Reinbert de Leeuw)
Zo willen dagen – reikend naar het licht, bloei
in de knop besloten – zang nauwelijks regels
toegedicht – adem zuiver ingehouden, noten
nog niet uitgesproken.
Stilstand wachtend op de maat – tot zij wetten
overslaat en weten wil van nieuwe grillen – een
ijle lente die aarzelend beginnen zal – overstag
voor frĂȘle taal.
Nooit meer zwijgen – leven op haar taak gericht
– kalmte die zich zo doorbreekt – los van al die
vele vragen – waartoe zij is gericht – op het ritme
van de jaren.
Zo moet het zijn – bedachtzaam, in haar moeizaam
evenwicht – nauwelijks te verdragen – de kalmte
helaas nog niet doorbroken – in zichzelf, tot zij
nieuwe woorden geeft – het raam weer half open.
24 februari 2012
Zo willen dagen – reikend naar het licht, bloei
in de knop besloten – zang nauwelijks regels
toegedicht – adem zuiver ingehouden, noten
nog niet uitgesproken.
Stilstand wachtend op de maat – tot zij wetten
overslaat en weten wil van nieuwe grillen – een
ijle lente die aarzelend beginnen zal – overstag
voor frĂȘle taal.
Nooit meer zwijgen – leven op haar taak gericht
– kalmte die zich zo doorbreekt – los van al die
vele vragen – waartoe zij is gericht – op het ritme
van de jaren.
Zo moet het zijn – bedachtzaam, in haar moeizaam
evenwicht – nauwelijks te verdragen – de kalmte
helaas nog niet doorbroken – in zichzelf, tot zij
nieuwe woorden geeft – het raam weer half open.
24 februari 2012
Without nature
Griep en de lente
Tot er iets gebeurt, zich niet meer aan het
oog onttrekt – voorbij de blinde vlek van het
alsmaar doelloos staren – een heggemus
Die zich laat openbaren – trots en fier op zijn
zelf verkozen plek – onder het raam – waar
mijzelf geheten nu ik hem niet heb gemist?
Ziek te zijn, maar niet ontdaan van wat zich
openbaarde – de natuur die reeds ontspringt
aan Koning Winter – een nieuwe lente, een
Nieuw geluid. Ik kijk wat door de ruit en weet
het zeker – ook ik word langzaam beter – een
besluit naar het zich laat zien – de tijd zeker
Rijp – voor alsnog.
24 februari 2012
Tot er iets gebeurt, zich niet meer aan het
oog onttrekt – voorbij de blinde vlek van het
alsmaar doelloos staren – een heggemus
Die zich laat openbaren – trots en fier op zijn
zelf verkozen plek – onder het raam – waar
mijzelf geheten nu ik hem niet heb gemist?
Ziek te zijn, maar niet ontdaan van wat zich
openbaarde – de natuur die reeds ontspringt
aan Koning Winter – een nieuwe lente, een
Nieuw geluid. Ik kijk wat door de ruit en weet
het zeker – ook ik word langzaam beter – een
besluit naar het zich laat zien – de tijd zeker
Rijp – voor alsnog.
24 februari 2012
Thursday, February 23, 2012
One for the road
Geinspireerd door muziek van Fink en opgedragen aan Ingrid Smaling
Voorbij mijn zekerheden – ligt het daar
– een nog te volbrengen lente – een pril
begin van horen zeggen, onverbiddelijk
En waar. Hoe uit te leggen dat alles wat nog
komen moet zich straks volledig noemen
laat – ontroert – een vreugdedans, een
Belofte die zich kenbaar maakt – bloesem
net niet door het licht beroerd – dingen die
van daden zingen – en alles doet de rest –
Erkent zichzelf – wennen aan een wakkere
morgen – een zachte kus van jou naar mij –
voorzichtig om elkaar terloops te ontmoeten –
Groei los van de afstand van ons twee
– gelukkig – opdat het spreekt.
23 februari 2012
Voorbij mijn zekerheden – ligt het daar
– een nog te volbrengen lente – een pril
begin van horen zeggen, onverbiddelijk
En waar. Hoe uit te leggen dat alles wat nog
komen moet zich straks volledig noemen
laat – ontroert – een vreugdedans, een
Belofte die zich kenbaar maakt – bloesem
net niet door het licht beroerd – dingen die
van daden zingen – en alles doet de rest –
Erkent zichzelf – wennen aan een wakkere
morgen – een zachte kus van jou naar mij –
voorzichtig om elkaar terloops te ontmoeten –
Groei los van de afstand van ons twee
– gelukkig – opdat het spreekt.
23 februari 2012
Wednesday, February 22, 2012
Huiswerk
Opdracht Schrijvenswaard
Dit schrijven heeft niet veel om het lijf.
Het wil maar niet van dichten weten.
Hoelang ook voor het vel gezeten.
Geen woord – al vloekte ik mij stijf.
Nog voor ik mij tot wanhoop drijf.
Niets laat zich aan de Groten meten.
Zeer zeker als zij Komrij heten.
Die schrijft er zo een stuk of vijf.
Ik dicht, maar zonder na te denken.
Niets te schrappen, taal ruim baan.
Wil mijn pen in vrijheid drenken.
Zodat het op zichzelf zal staan.
Vreugdevol een vers te schenken.
En dan – Goddank! Het is gedaan!
20 februari 2012
Dit schrijven heeft niet veel om het lijf.
Het wil maar niet van dichten weten.
Hoelang ook voor het vel gezeten.
Geen woord – al vloekte ik mij stijf.
Nog voor ik mij tot wanhoop drijf.
Niets laat zich aan de Groten meten.
Zeer zeker als zij Komrij heten.
Die schrijft er zo een stuk of vijf.
Ik dicht, maar zonder na te denken.
Niets te schrappen, taal ruim baan.
Wil mijn pen in vrijheid drenken.
Zodat het op zichzelf zal staan.
Vreugdevol een vers te schenken.
En dan – Goddank! Het is gedaan!
20 februari 2012
Sunday, February 19, 2012
Dit landschap
Ik vind je in dit landschap terug – languit
op mijn rug om van de verte maar te
zwijgen – er geen genoeg van krijgen –
De gekromde bomen, de speelse weiden
– en dat allemaal voor mij. Nergens op te
wachten – het blijft zichzelf eigen.
De wind een woord, de zon een zegen – alles
zoals het zich bedoeld – alles tot het zich niet
laat kijken – in de armen van de nacht,
In de vraagtekens van het duister – niets nog te
beschrijven. Maar voorlopig even zo – door
stilstand betoverd – geen woord te over…
19 februari 2012.
op mijn rug om van de verte maar te
zwijgen – er geen genoeg van krijgen –
De gekromde bomen, de speelse weiden
– en dat allemaal voor mij. Nergens op te
wachten – het blijft zichzelf eigen.
De wind een woord, de zon een zegen – alles
zoals het zich bedoeld – alles tot het zich niet
laat kijken – in de armen van de nacht,
In de vraagtekens van het duister – niets nog te
beschrijven. Maar voorlopig even zo – door
stilstand betoverd – geen woord te over…
19 februari 2012.
Achteraf
Na bezoek van een broer met zijn vriendin
Het bankstel weer op zijn plaats, het licht
gedempt – bezoekers bijkans afgedropen
omdat de tijd dit noopt.
Zij moesten gaan. Ik rangschik vuile borden
en bestek, weet hun opnieuw weggezet
– tot nader orde.
Het leven in een nieuw stramien – daden
zoals zij ooit begonnen – stilte vaste vorm
innemend – identiek zoals voorheen.
Toch – de echo dreunt na, de tafel telt de
sporen – kringen die bij koffie horen,
kruimels die gebleven zijn - een morsig
relikwie.
Niets wat mij hier nog toebehoort, niets dat
er van mijn wezen spreekt. Als ik thuis kom,
laat er dan een welkom zijn –
Niets veranderd – en van mij.
19 februari 2012
Het bankstel weer op zijn plaats, het licht
gedempt – bezoekers bijkans afgedropen
omdat de tijd dit noopt.
Zij moesten gaan. Ik rangschik vuile borden
en bestek, weet hun opnieuw weggezet
– tot nader orde.
Het leven in een nieuw stramien – daden
zoals zij ooit begonnen – stilte vaste vorm
innemend – identiek zoals voorheen.
Toch – de echo dreunt na, de tafel telt de
sporen – kringen die bij koffie horen,
kruimels die gebleven zijn - een morsig
relikwie.
Niets wat mij hier nog toebehoort, niets dat
er van mijn wezen spreekt. Als ik thuis kom,
laat er dan een welkom zijn –
Niets veranderd – en van mij.
19 februari 2012
Saturday, February 18, 2012
Die Seele
Naar de " Brieven aan een jonge dichter " van Rainer Maria Rilke
Als dit dan verdriet is – echo’s rennend
door de hal, geuren van verdwenen
gasten, een open boek dat men ooit las.
Dit zijn de herinneringen – de tijd die
rijpt, de toekomst die diep in ons ligt, de
hand die leidt tot kalmte.
Alleen te zijn, hoogst onzeker, als men
al niet in twijfel is – leven wat zich erg doet
vrezen, zelfs als het ons tegenzit.
Dan die richting mee te geven, juist als het
ons tegenzit – open voor veranderingen – in
vrede – liefde los van elk verstand.
Zo zal het zijn – de branding haar het lot
uitdagen en je door de golven dragen
– water leidend tot de zee – in stilte
– anders niet.
18 februari 2012
Als dit dan verdriet is – echo’s rennend
door de hal, geuren van verdwenen
gasten, een open boek dat men ooit las.
Dit zijn de herinneringen – de tijd die
rijpt, de toekomst die diep in ons ligt, de
hand die leidt tot kalmte.
Alleen te zijn, hoogst onzeker, als men
al niet in twijfel is – leven wat zich erg doet
vrezen, zelfs als het ons tegenzit.
Dan die richting mee te geven, juist als het
ons tegenzit – open voor veranderingen – in
vrede – liefde los van elk verstand.
Zo zal het zijn – de branding haar het lot
uitdagen en je door de golven dragen
– water leidend tot de zee – in stilte
– anders niet.
18 februari 2012
Devil's own
(Uitgewerkte improvisatie digitale recorder)
Naar gelijknamig nummer David Sylvian
Ergens moeten wij van water zijn gemaakt, de
fluistering begonnen – het getik van een klok
hebben ontkend die ons aan scherven sloeg.
De nacht oud en koud. Wij wilden haar
verlaten. Verder gaan en stromen naar
later – bladeren wiegend tot de zee.
Ziel aan ziel gelijk – tot de bodem te komen
– gevonden te worden – onleesbaar te zijn
als de letter die zich neerschreef:
hier waar wij waren en uiteindelijk ademen
zullen – gerustgesteld als de grote vogel
wiekend in de wind.
Geen liefde nog – er zijn de daden niet. Een
aarzeling ten teken dat wij kwetsbaar zijn
en voorlopig nog onaf.
18 februari 2012
Naar gelijknamig nummer David Sylvian
Ergens moeten wij van water zijn gemaakt, de
fluistering begonnen – het getik van een klok
hebben ontkend die ons aan scherven sloeg.
De nacht oud en koud. Wij wilden haar
verlaten. Verder gaan en stromen naar
later – bladeren wiegend tot de zee.
Ziel aan ziel gelijk – tot de bodem te komen
– gevonden te worden – onleesbaar te zijn
als de letter die zich neerschreef:
hier waar wij waren en uiteindelijk ademen
zullen – gerustgesteld als de grote vogel
wiekend in de wind.
Geen liefde nog – er zijn de daden niet. Een
aarzeling ten teken dat wij kwetsbaar zijn
en voorlopig nog onaf.
18 februari 2012
Lamentation
Lamenta – The Tallis Scholars
Tegen een morgen aan – de wereld nog geen
idee, geen daadwerkelijk begin – om toe
te slaan, voorzichtig.
Wij beredeneren ons de toekomst – weten
ons geen raad – onzeker, nog niet
doorgrond.
Het ergste vrezen – angst die binnensmonds
zachtjes drieste daden mompelt, het verstand
verstomd – tot hoe ver en waarom.
Zo achter blijvend – taal noch teken – makke
schapen, kale grond – akkers voortaan
doodgezwegen.
Vogels vluchtend in het rond – wij verlamd – niet
bij machte – lachen dat ons is vergaan – geen
welluidend ideaal – lieflijk de klanken.
Bitter onze stille taal – niets te bedenken dan de
wanklank van ons sterven – als wij gaan dan
wij allemaal…
18 februari 2012
Tegen een morgen aan – de wereld nog geen
idee, geen daadwerkelijk begin – om toe
te slaan, voorzichtig.
Wij beredeneren ons de toekomst – weten
ons geen raad – onzeker, nog niet
doorgrond.
Het ergste vrezen – angst die binnensmonds
zachtjes drieste daden mompelt, het verstand
verstomd – tot hoe ver en waarom.
Zo achter blijvend – taal noch teken – makke
schapen, kale grond – akkers voortaan
doodgezwegen.
Vogels vluchtend in het rond – wij verlamd – niet
bij machte – lachen dat ons is vergaan – geen
welluidend ideaal – lieflijk de klanken.
Bitter onze stille taal – niets te bedenken dan de
wanklank van ons sterven – als wij gaan dan
wij allemaal…
18 februari 2012
Friday, February 17, 2012
Tussen elke stilte
Muziek Genesis ,“ The lamb lies down on Broadway “, 6.00 uur
– totdat wij weer van onszelf zijn, zuiver en
van alle smet ontdaan – zodra de tijd weer stil
zal staan – moet er geleefd, geademd naar
Zijn evenbeeld – bloed, zweet en tranen – in
een opperst geloof – dat wat wij ooit zeggen
zullen ook echt waar is – niet nagepraat of
ja en amen – klakkeloos beaamd – maar zoals
het zich aandient – naakt, bijna weerloos – tussen
elke stilte in. De wereld tot een nieuw begin van
die eenvoud, die samenhang – klaar te zijn voor
een onuitputtelijke vreugde – hier, waar ik ben
en altijd zijn zal – met heel mijn wezen –
luisterend met het wakker oor – tot het signaal
van het einde klinkt – om de stilte te verkrijgen
– hier, waar wij ooit verbleven – nu, voorbij elk feit.
18 februari 2012
– totdat wij weer van onszelf zijn, zuiver en
van alle smet ontdaan – zodra de tijd weer stil
zal staan – moet er geleefd, geademd naar
Zijn evenbeeld – bloed, zweet en tranen – in
een opperst geloof – dat wat wij ooit zeggen
zullen ook echt waar is – niet nagepraat of
ja en amen – klakkeloos beaamd – maar zoals
het zich aandient – naakt, bijna weerloos – tussen
elke stilte in. De wereld tot een nieuw begin van
die eenvoud, die samenhang – klaar te zijn voor
een onuitputtelijke vreugde – hier, waar ik ben
en altijd zijn zal – met heel mijn wezen –
luisterend met het wakker oor – tot het signaal
van het einde klinkt – om de stilte te verkrijgen
– hier, waar wij ooit verbleven – nu, voorbij elk feit.
18 februari 2012
Kleinood
Observatie verliefd stelletje Cooltheater
In het vinden van het lichaam – in de verstrengeling
van elkaar – bewegen armen zich tot vrede, reiken
handen tot gebaar – zorgen nu uiteengeweken – een
Innig paar dat braille spreekt – heuse woorden overbodig
– klare noten simultaan. Ogen volgen elke notie, kijken
nergens anders naar – zo dichtbij en zo standvastig
Dat geen tijd voorbij kan gaan – lippen geven lieve kussen,
willen van wijken weten – liefde die zich openbaart – als
een kleinood weg te geven – waardevol tot aan het eind.
17 februari 2012
In het vinden van het lichaam – in de verstrengeling
van elkaar – bewegen armen zich tot vrede, reiken
handen tot gebaar – zorgen nu uiteengeweken – een
Innig paar dat braille spreekt – heuse woorden overbodig
– klare noten simultaan. Ogen volgen elke notie, kijken
nergens anders naar – zo dichtbij en zo standvastig
Dat geen tijd voorbij kan gaan – lippen geven lieve kussen,
willen van wijken weten – liefde die zich openbaart – als
een kleinood weg te geven – waardevol tot aan het eind.
17 februari 2012
Thursday, February 16, 2012
Onder invloed
Naar gedicht Mascha Kaleko(1907-1975)
“ Mein schonstes Gedicht “
Nee, woorden zijn het niet – rotte appels
in de mand, bloesem die nog geboren
moet worden – sterfte tegemoet.
Stilte, onaangeroerd – poezie tussen de
de bedrijven door– schrijven moet je,
schrijven moet – zover de hand reikt.
Dan is het daar – in een ogenschijnlijke
vanzelfsprekendheid – vastgelegd te worden
In de tijd – tot een roos ontloken, ongebroken.
Dieper dan het zich ooit laat denken.
17 februari 2012
“ Mein schonstes Gedicht “
Nee, woorden zijn het niet – rotte appels
in de mand, bloesem die nog geboren
moet worden – sterfte tegemoet.
Stilte, onaangeroerd – poezie tussen de
de bedrijven door– schrijven moet je,
schrijven moet – zover de hand reikt.
Dan is het daar – in een ogenschijnlijke
vanzelfsprekendheid – vastgelegd te worden
In de tijd – tot een roos ontloken, ongebroken.
Dieper dan het zich ooit laat denken.
17 februari 2012
Winternacht
– alsof de tijd is neergestreken – bijna
vanzelfsprekend. Liefste, wat valt er nog
te leren? De wereld wordt zacht en de
nacht verliest haar streken.
Als het moet – de voetstap in een
maagdelijke morgen – de een na de
andere. Geen terugkeer mogelijk.
Wij slapen door. Wat zich gedroomd weet,
staat nog te gebeuren, blijft vederlicht en
zwaar van belofte.
De ochtend een Oh en Ah….
16 februari 2012
vanzelfsprekend. Liefste, wat valt er nog
te leren? De wereld wordt zacht en de
nacht verliest haar streken.
Als het moet – de voetstap in een
maagdelijke morgen – de een na de
andere. Geen terugkeer mogelijk.
Wij slapen door. Wat zich gedroomd weet,
staat nog te gebeuren, blijft vederlicht en
zwaar van belofte.
De ochtend een Oh en Ah….
16 februari 2012
Wednesday, February 15, 2012
Abstkolk en De Putten
KNNV excursie in de polders en plassen bij de Hondsbossche Zeewering
Dit ruigteleven – roestend gras en niets
te bieden – nukkig in haar tijdverblijf
– gebukt gaand onder het grauwend grijs
Der onbestemde winterluchten – vogels
steevast klaar te vluchten – heuse argwaan
in het vizier – om van hier naar daar te strijken.
Elders en hoogst onzeker. Het soelaas kent
weinig meelij. Koude scherpt elk oordeel aan
om het zoeken te doen haasten tot een
Laatste avondmaal – prooi, predator, leven,
dood. Wie het moorden doet vermoeden
– zwermt in dichte wijde kringen.
Schraal dit arme winterland – paniek zover het
oog kan kijken. Vaker zien zij zelden iets. Wat zich
verroert heet hier de verte en vergeet elk ogenblik.
15 februari 2012
Dit ruigteleven – roestend gras en niets
te bieden – nukkig in haar tijdverblijf
– gebukt gaand onder het grauwend grijs
Der onbestemde winterluchten – vogels
steevast klaar te vluchten – heuse argwaan
in het vizier – om van hier naar daar te strijken.
Elders en hoogst onzeker. Het soelaas kent
weinig meelij. Koude scherpt elk oordeel aan
om het zoeken te doen haasten tot een
Laatste avondmaal – prooi, predator, leven,
dood. Wie het moorden doet vermoeden
– zwermt in dichte wijde kringen.
Schraal dit arme winterland – paniek zover het
oog kan kijken. Vaker zien zij zelden iets. Wat zich
verroert heet hier de verte en vergeet elk ogenblik.
15 februari 2012
Tuesday, February 14, 2012
Happy Valentine
Niets zo onverbiddelijk als de stilte
tussen het kijken in – wij tweeen die
het begrip niet meer lonend vinden
– te leven naar de zin van onze adem
– kussens weer opgeschud voor de
herhaalbare liefde – naakt en onbemind.
Elk standpunt beziet andere doelen
– gevoelens waardig die van zichzelf
aanhankelijk zijn – nooit zich te verlaten
In volstrekte eenzaamheid – dit is de
kunst. Er is geen haast – het is de tijd.
Maar zeg het dan – het kan nog even.
14 februari 2012
tussen het kijken in – wij tweeen die
het begrip niet meer lonend vinden
– te leven naar de zin van onze adem
– kussens weer opgeschud voor de
herhaalbare liefde – naakt en onbemind.
Elk standpunt beziet andere doelen
– gevoelens waardig die van zichzelf
aanhankelijk zijn – nooit zich te verlaten
In volstrekte eenzaamheid – dit is de
kunst. Er is geen haast – het is de tijd.
Maar zeg het dan – het kan nog even.
14 februari 2012
Monday, February 13, 2012
Kleinschalig gedicht
Uitgewerkte aantekeningen digitale recorder
Dat ik je bewonder in de subtielste tijd
zonder dat ik jou overschrijd. Keurig,
binnen scherp gestelde grenzen.
Dit is een mens. Ik beeld je uit. Leven
van vlees en bloed, tot op de huid
– vreugde en verdriet indachtig.
Meer is er niet en zal er ook niet zijn.
Pijn gedempt door troosten, leed
verzacht door liefde.
Ach, laat alles in het teken staan van
wat ik reeds over je heb geschreven,
niet groots, slechts gedachte.
Kleinschalig, tot ik je vind in de
gelukzaligheid van mijn armen.
13 februari 2012
Dat ik je bewonder in de subtielste tijd
zonder dat ik jou overschrijd. Keurig,
binnen scherp gestelde grenzen.
Dit is een mens. Ik beeld je uit. Leven
van vlees en bloed, tot op de huid
– vreugde en verdriet indachtig.
Meer is er niet en zal er ook niet zijn.
Pijn gedempt door troosten, leed
verzacht door liefde.
Ach, laat alles in het teken staan van
wat ik reeds over je heb geschreven,
niet groots, slechts gedachte.
Kleinschalig, tot ik je vind in de
gelukzaligheid van mijn armen.
13 februari 2012
Dagelijks
Digitale recorder. Muziek David Sylvian
De vogels, de hagen. Alsof de winter
nog op een kier. Woorden zacht van
taal. Ingehouden vreugde.
Hoe sta ik alleen. Tijd stelt vele vragen.
Bezig te zijn in het dagelijkse, weer of
geen weer. Benard de poging tot het
doorbreken van mijn stilte.
Mijn wil dan toch maar opgepakt. Ik leg
het af bij wat ik deed. Een offerande aan
de toekomst die ik vergat – dat alles zal:
Groei, bloei, een nieuw onderkomen. Het
domein van de gebroken takken. De belofte
aan het ontspruitend blad.
Zo wacht mij het huis, de kat die bij mij lag.
Stil en onverschrokken. Zolang ik niets te
zeggen heb is alles glashelder.
13 februari 2012
De vogels, de hagen. Alsof de winter
nog op een kier. Woorden zacht van
taal. Ingehouden vreugde.
Hoe sta ik alleen. Tijd stelt vele vragen.
Bezig te zijn in het dagelijkse, weer of
geen weer. Benard de poging tot het
doorbreken van mijn stilte.
Mijn wil dan toch maar opgepakt. Ik leg
het af bij wat ik deed. Een offerande aan
de toekomst die ik vergat – dat alles zal:
Groei, bloei, een nieuw onderkomen. Het
domein van de gebroken takken. De belofte
aan het ontspruitend blad.
Zo wacht mij het huis, de kat die bij mij lag.
Stil en onverschrokken. Zolang ik niets te
zeggen heb is alles glashelder.
13 februari 2012
Dooi
Wie zal ik zeggen dat ik ben? De
perkamenten tijd schrijft zijn
overuren. Sneeuw beleeft een
Laatste requiem, moddergrijs en
reeds passe. Dit is de dag: zij heeft
nog weinig om het lijf. Ieder zo zijn
Eigen weg – fietsers, auto’s, voorzichtige
passanten – en niet verder te gaan dan
waar zelfs mijn kijken zwijgt – tot in de
Schemer van het denken. Zo stil, zo
vanzelfsprekend….
13 februari 2012
perkamenten tijd schrijft zijn
overuren. Sneeuw beleeft een
Laatste requiem, moddergrijs en
reeds passe. Dit is de dag: zij heeft
nog weinig om het lijf. Ieder zo zijn
Eigen weg – fietsers, auto’s, voorzichtige
passanten – en niet verder te gaan dan
waar zelfs mijn kijken zwijgt – tot in de
Schemer van het denken. Zo stil, zo
vanzelfsprekend….
13 februari 2012
Sunday, February 12, 2012
Heb ik je lief?
Een probeersel
Er is geen haast en jij hebt het zeker
niet – traag als een rivier wil jouw
wezen toegang zijn voor wat jij mij
zou willen zeggen – waar jij was, waar
ik was tot deze tedere nacht – nee, wij
hebben elkaar voorzichtig uitgekleed, met
de ogen toegedekt – vanzelfsprekend als
jij daar en ik hier. Uit te tekenen de
lichamelijkheid van ons 2 – lijf aan lijf
ons toegemeten – om te vinden – niets
te bedoelen dan wat de hand zich afvraagt
– liefde levend blindelings.
12 februari 2012
Er is geen haast en jij hebt het zeker
niet – traag als een rivier wil jouw
wezen toegang zijn voor wat jij mij
zou willen zeggen – waar jij was, waar
ik was tot deze tedere nacht – nee, wij
hebben elkaar voorzichtig uitgekleed, met
de ogen toegedekt – vanzelfsprekend als
jij daar en ik hier. Uit te tekenen de
lichamelijkheid van ons 2 – lijf aan lijf
ons toegemeten – om te vinden – niets
te bedoelen dan wat de hand zich afvraagt
– liefde levend blindelings.
12 februari 2012
Friday, February 03, 2012
Kou
Winter en een kapotte kachel…
De nacht als dan het huis de geest
geeft – de liefde kil, het lichaam
stram – niemand komt nog binnen.
Het minnen vergeefs. Het herinnert,
het is geweest – tijd van welkom en
genode gasten – warmte om over te
Praten – zichzelf verlaten. Huiver: de
huid is weerloos, de pijn snijdt zich
diep in mijn ziel – winter eigen. Hoe
Weer uit de kou te raken – beschut?
Dat een dag herrijst en het huis zijn
glimlach kent – naar de zon.
Maar nu nog niet…
3 februari 2012
De nacht als dan het huis de geest
geeft – de liefde kil, het lichaam
stram – niemand komt nog binnen.
Het minnen vergeefs. Het herinnert,
het is geweest – tijd van welkom en
genode gasten – warmte om over te
Praten – zichzelf verlaten. Huiver: de
huid is weerloos, de pijn snijdt zich
diep in mijn ziel – winter eigen. Hoe
Weer uit de kou te raken – beschut?
Dat een dag herrijst en het huis zijn
glimlach kent – naar de zon.
Maar nu nog niet…
3 februari 2012
Witte sneeuw
De eerste heftige sneeuwbuien
Als het kwam gelegen – maar zo
was het niet. Het kwam met
bakken uit de hemel. Vederlicht
En helderwit. Sereen om van te
houden – regels zonder woorden
– strofen verborgen om nooit
Meer worden toegelicht – van
zichzelf een gedicht dat ontzag en
verbazing schetst – een nieuwe
Wereld – een ets uit vroeger tijden
zachtjes neergelegd – landschap
maagdelijk van stilte – tot de
Voetstap intree doet – niets meer
eeuwig. Het is wachten totdat zij
smelten gaat – helaas…
3 februari 2012
Als het kwam gelegen – maar zo
was het niet. Het kwam met
bakken uit de hemel. Vederlicht
En helderwit. Sereen om van te
houden – regels zonder woorden
– strofen verborgen om nooit
Meer worden toegelicht – van
zichzelf een gedicht dat ontzag en
verbazing schetst – een nieuwe
Wereld – een ets uit vroeger tijden
zachtjes neergelegd – landschap
maagdelijk van stilte – tot de
Voetstap intree doet – niets meer
eeuwig. Het is wachten totdat zij
smelten gaat – helaas…
3 februari 2012
Wednesday, February 01, 2012
Brieven aan Rainer Maria Rilke
N.a.v. de “ Brieven aan een jonge dichter ”
Vanuit die vraag te willen leven dat het
kan – een lust in liefde aaneengesmeed
– serieus te zijn en op zich – hand en
Lichaam eigen. Zwijgen vermenigvuldigd
met een vanzelfsprekend neigen naar
elkaar – in een onlosmakelijk evenwicht –
Bewustzijn van een dieper wezen dan dat
zich op het eerste gezicht laat lezen – tegen
het licht – een bron van mededogen – heel
Dichtbij nooit te verlaten – onwrikbaar
sensueel de intieme daden voor wie voor
de passie zwicht – roeping zoekend naar
Woorden – zij zijn er niet – te denken – in
eenzaamheid geboren – in onszelf verloren
– vreugde en verdriet – zolang de voorraad
Strekt. Voorzichtig een eerste kus, een lief
gebaar – oprecht – dit is het dus – leven
ten teken dat wij bestaan – in ieder uur…
31 januari 2012
Vanuit die vraag te willen leven dat het
kan – een lust in liefde aaneengesmeed
– serieus te zijn en op zich – hand en
Lichaam eigen. Zwijgen vermenigvuldigd
met een vanzelfsprekend neigen naar
elkaar – in een onlosmakelijk evenwicht –
Bewustzijn van een dieper wezen dan dat
zich op het eerste gezicht laat lezen – tegen
het licht – een bron van mededogen – heel
Dichtbij nooit te verlaten – onwrikbaar
sensueel de intieme daden voor wie voor
de passie zwicht – roeping zoekend naar
Woorden – zij zijn er niet – te denken – in
eenzaamheid geboren – in onszelf verloren
– vreugde en verdriet – zolang de voorraad
Strekt. Voorzichtig een eerste kus, een lief
gebaar – oprecht – dit is het dus – leven
ten teken dat wij bestaan – in ieder uur…
31 januari 2012
Subscribe to:
Posts (Atom)