(Uitgewerkte improvisatie digitale recorder)
Naar gelijknamig nummer David Sylvian
Ergens moeten wij van water zijn gemaakt, de
fluistering begonnen – het getik van een klok
hebben ontkend die ons aan scherven sloeg.
De nacht oud en koud. Wij wilden haar
verlaten. Verder gaan en stromen naar
later – bladeren wiegend tot de zee.
Ziel aan ziel gelijk – tot de bodem te komen
– gevonden te worden – onleesbaar te zijn
als de letter die zich neerschreef:
hier waar wij waren en uiteindelijk ademen
zullen – gerustgesteld als de grote vogel
wiekend in de wind.
Geen liefde nog – er zijn de daden niet. Een
aarzeling ten teken dat wij kwetsbaar zijn
en voorlopig nog onaf.
18 februari 2012
No comments:
Post a Comment