SIGNATUUR
Een
dag dat alles moet zoals het zou. Mijn handschrift
aarzelt – het gestage van aanhoudende regen, het blad
van de Paardenkastanje in de vijver. De keuze er een
om van het uitzicht inzicht te maken.
aarzelt – het gestage van aanhoudende regen, het blad
van de Paardenkastanje in de vijver. De keuze er een
om van het uitzicht inzicht te maken.
Ik
tel, voor zover dit kan, de kale takken van de Vlier, ik
denk niet na, maar overweeg de aanwezige patronen,
hoe zij zich telkens herhalen – hoe ik mij in het zichtbare
kan vergissen, het vergeefse wil behouden.
denk niet na, maar overweeg de aanwezige patronen,
hoe zij zich telkens herhalen – hoe ik mij in het zichtbare
kan vergissen, het vergeefse wil behouden.
Ik
bekommer mij niet over wereldzaken. Overal gebeurt
wel wat, maar hier ben ik – niets meer dan minder als nu,
in het vroege grijs van het niets te hoeven te weten
of te willen. Hoe moeizaam elk begin.
wel wat, maar hier ben ik – niets meer dan minder als nu,
in het vroege grijs van het niets te hoeven te weten
of te willen. Hoe moeizaam elk begin.
Zo
kan de morgen dus ook – het dralen een kunst op zich
– een hopen dat dit later overgaat. De katten een natte
vacht – mijn huiverige hand een strelen. De onverbiddelijke
Kauwen en Spreeuwen overal op de vlucht.
– een hopen dat dit later overgaat. De katten een natte
vacht – mijn huiverige hand een strelen. De onverbiddelijke
Kauwen en Spreeuwen overal op de vlucht.
Hoe
troosteloos sijpelt het gestaag
langs de ramen. Niets te zullen wensen,
maar des te langer je ernaar kijkt –
langs de ramen. Niets te zullen wensen,
maar des te langer je ernaar kijkt –
Elbert Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, vrijdag 2 december 2016
Handschrift uit Koninklijke Bibliotheek
No comments:
Post a Comment