SPREEUWEN
Ik hoorde ze weer keuvelen in die boom, dat ginnegappen
over bijna niets, zo aanstekelijk klonk het. Ik probeerde ze
te tellen, maar hun aantal bleek variabel. In de kale takken
waren ze er wis en waarachtig, maar vanwaar. Zij
moesten ergens vandaan zijn gekomen,
over bijna niets, zo aanstekelijk klonk het. Ik probeerde ze
te tellen, maar hun aantal bleek variabel. In de kale takken
waren ze er wis en waarachtig, maar vanwaar. Zij
moesten ergens vandaan zijn gekomen,
hier vertrokken ze nog voor je het begreep. Ze werden
steeds trager in het landschap, maar zolang je naar ze keek
kon je nog om ze lachen. Koddige maniertjes in het gras,
zwermen van vluchten ter verbazing. Ik had gewild
dat ze voor altijd zouden blijven.
steeds trager in het landschap, maar zolang je naar ze keek
kon je nog om ze lachen. Koddige maniertjes in het gras,
zwermen van vluchten ter verbazing. Ik had gewild
dat ze voor altijd zouden blijven.
Misschien gaan ze nooit voorbij als je maar wist waar
ze zich bevonden. De lucht bezaaid met miljoenen ideeën
die van zichzelf hun reden wisten. Ze verdwenen,
misschien voor altijd, je kunt ze herinneren
in hun voltooid verleden tijd –
ze zich bevonden. De lucht bezaaid met miljoenen ideeën
die van zichzelf hun reden wisten. Ze verdwenen,
misschien voor altijd, je kunt ze herinneren
in hun voltooid verleden tijd –
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 25 januari 2020
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 25 januari 2020
No comments:
Post a Comment