Indruk herfst Oudorperpolder, aantekeningen buslijn 10
In grove lijnen vind ik de geliefden
terug – grijze populieren die
gelaten in hun ruimte staan
– imposant – te dromen – bomen
aan een overkant – een verlangen
dat van binnen aan jeugd en
stilstand denken doet – een tijd
nog nooit begonnen. Een thuis uit
de dag geklommen om daar te zijn,
onaangekondigd, maar uiterst
aangenaam. Om in te wonen, om het
te beseffen, je af te vragen – een
taal waarin alles haast oneindig wordt
– in wezen. Herfst zover het oog kan
reiken – lief te hebben – in vrede.
Elbert Gonggrijp, Heerhugowaard, 31 oktober 2011
Monday, October 31, 2011
Sunday, October 30, 2011
Post Scriptum
Naar Rutger Kopland
Het was er.Mijn ogen werden
vochtig, niet vanwege pijn of
verdriet, maar om wat ik
nooit vermoed heb.
Noem het de liefde. Ik las je woorden
en begreep amper wat je bedoelde
– of ik besta met of zonder jou?
Levend of dood, gezien of vergeten
– het blijft gissen voor wie halsstarrig
toekijkt.
Dichter en lezer nader tot elkaar.
Noem dit de liefde. Willen en
wetens.
Nooit later, niet eerder.
30 oktober 2011
Het was er.Mijn ogen werden
vochtig, niet vanwege pijn of
verdriet, maar om wat ik
nooit vermoed heb.
Noem het de liefde. Ik las je woorden
en begreep amper wat je bedoelde
– of ik besta met of zonder jou?
Levend of dood, gezien of vergeten
– het blijft gissen voor wie halsstarrig
toekijkt.
Dichter en lezer nader tot elkaar.
Noem dit de liefde. Willen en
wetens.
Nooit later, niet eerder.
30 oktober 2011
Wednesday, October 26, 2011
Nooit # 5
Hoe meer ik aan je terugdenk,
hoe eerder dat je weggaat.
“ Nooit “, zou je, “ nee, nooit “.
Het afscheid zoveel sterker op
papier. Gaat dit ooit nog over?
“ Nooit “, zei je, “ nooit “.
Maar de koffers krijgen toekomst
en je woorden dragen vleugels.
Het is de liefde niet.
Wrede weemoed kleurt de
klanken. In hevige sonates
bespeur ik de vogels.
Zij klagen niet. Nooit, nooit.
Zij zoeken het elders in
de zwanenzang van de tijd.
25 oktober 2011
hoe eerder dat je weggaat.
“ Nooit “, zou je, “ nee, nooit “.
Het afscheid zoveel sterker op
papier. Gaat dit ooit nog over?
“ Nooit “, zei je, “ nooit “.
Maar de koffers krijgen toekomst
en je woorden dragen vleugels.
Het is de liefde niet.
Wrede weemoed kleurt de
klanken. In hevige sonates
bespeur ik de vogels.
Zij klagen niet. Nooit, nooit.
Zij zoeken het elders in
de zwanenzang van de tijd.
25 oktober 2011
Monday, October 24, 2011
Weggaan
Dit laat ik achter – de tijd, wat vrienden,
de schuimende golven naar het einde –
meeuwen, in het kielzog van onze tocht.
Ik had je meegenomen en het handschrift
toegereikt – kleine letters van een pril
verleden waarin ik je beschreef hoe
Triest dit wel niet was en hoe ver.
Zo kom ik thuis en pak mijn spullen
bijeen om mij verzekerd te weten
– dat ik voorgoed geborgen ben,binnen
de coördinaten van de volgende reis
– niet om te zien naar later….
24 oktober 2011
de schuimende golven naar het einde –
meeuwen, in het kielzog van onze tocht.
Ik had je meegenomen en het handschrift
toegereikt – kleine letters van een pril
verleden waarin ik je beschreef hoe
Triest dit wel niet was en hoe ver.
Zo kom ik thuis en pak mijn spullen
bijeen om mij verzekerd te weten
– dat ik voorgoed geborgen ben,binnen
de coördinaten van de volgende reis
– niet om te zien naar later….
24 oktober 2011
Sunday, October 23, 2011
Bright new day
Alsof dit nooit gebeurde – een valkuil
in de tijd waarin ik mijzelf sleurde om
erin geborgen te zijn – schijn zover ik
dit toestond. Wil er nog iets van mij
worden dan de zaken op orde en mij
overgeven aan de zon – een nieuwe
dag begonnen. Het leeft ervan.
Langzaam weer om hoog geklommen
tot de stralen van de eerste dag –
voorzichtig nog. Als de aarde zich
niet geblakerd weet, het vuur
overwonnen.
De nachtwake verstomt. Het lied
aan te vangen – dat ik groei bij het
beseffen van de morgen.
Terstond.
23 oktober 2011
in de tijd waarin ik mijzelf sleurde om
erin geborgen te zijn – schijn zover ik
dit toestond. Wil er nog iets van mij
worden dan de zaken op orde en mij
overgeven aan de zon – een nieuwe
dag begonnen. Het leeft ervan.
Langzaam weer om hoog geklommen
tot de stralen van de eerste dag –
voorzichtig nog. Als de aarde zich
niet geblakerd weet, het vuur
overwonnen.
De nachtwake verstomt. Het lied
aan te vangen – dat ik groei bij het
beseffen van de morgen.
Terstond.
23 oktober 2011
Aanblik
Brasserie de Mediaan
Windturbines wieken in de
wind – een gestaag malen
dat de herfst in aantocht is –
een heldere hemel in het
verschiet. Ik geniet hier van
wat ik zie – tuur uit de ramen
waar chocola met slagroom
staat. Elk uur vergaat – stil en
in zijn ogenblik – de pen kent
geen haast,geeft rust waar
ooit spanning was. Nu de
bladeren om het huis:
Kom thuis, o herfst, kom thuis...
Heerhugowaard, 23 oktober 2011
Windturbines wieken in de
wind – een gestaag malen
dat de herfst in aantocht is –
een heldere hemel in het
verschiet. Ik geniet hier van
wat ik zie – tuur uit de ramen
waar chocola met slagroom
staat. Elk uur vergaat – stil en
in zijn ogenblik – de pen kent
geen haast,geeft rust waar
ooit spanning was. Nu de
bladeren om het huis:
Kom thuis, o herfst, kom thuis...
Heerhugowaard, 23 oktober 2011
Saturday, October 22, 2011
Same star
Gemoedstoestand
Tijd maakt een boog en zet mij tot
trage ogen aan. Kan het denken mij
nog volgen?
Vanwaar de laatste stappen? Ergens,
hier ver vandaan moet mijn edele
mens mij geen parten spelen.
Is het bed verlaten, blijkt de omgeving
verkend. Waar ik verblijf mijn naam
vergeten. Een ster aan het oneindig
firmament.
Een vergeefse dief die mijn uren tracht
te stelen. Dat het mij tegemoet zal
komen, de dag wagenwijd open – de
nachten voorbij.
Te bewegen – voor, niet achterwaarts.
22 oktober 2011
Tijd maakt een boog en zet mij tot
trage ogen aan. Kan het denken mij
nog volgen?
Vanwaar de laatste stappen? Ergens,
hier ver vandaan moet mijn edele
mens mij geen parten spelen.
Is het bed verlaten, blijkt de omgeving
verkend. Waar ik verblijf mijn naam
vergeten. Een ster aan het oneindig
firmament.
Een vergeefse dief die mijn uren tracht
te stelen. Dat het mij tegemoet zal
komen, de dag wagenwijd open – de
nachten voorbij.
Te bewegen – voor, niet achterwaarts.
22 oktober 2011
Thursday, October 20, 2011
Ruisende duinen
KNNV excursie Groet
In het diepste verlangen een den
te zijn, fluistert de wind zijn talen,
ruist hij eensgezind.
Dit is de boodschap aan de zee
– dat hij hier in vrede huist, tot
aan de stam verheven – recht en
fier. Dit is de zee van kegels en
naalden – een uitzicht op een plek
die luistert naar later.
Het ruist in de duinen – zij weten
van niets…
20 oktober 2011
In het diepste verlangen een den
te zijn, fluistert de wind zijn talen,
ruist hij eensgezind.
Dit is de boodschap aan de zee
– dat hij hier in vrede huist, tot
aan de stam verheven – recht en
fier. Dit is de zee van kegels en
naalden – een uitzicht op een plek
die luistert naar later.
Het ruist in de duinen – zij weten
van niets…
20 oktober 2011
Saturday, October 15, 2011
Introductie
En niets te verliezen dan zichzelf in
zichzelf – geen vrouw, geen vriend,
geen minnaar en de tijd in gedachten
dat dit toch ooit gebeurde. Noem
een plek, een plaats, een afspraak en
ik zal je er brengen en daar absoluut
aanwezig zijn. Eerst de tranen om
wat wij hadden en moesten vergeten,
dan het moment om te ontdekken
dat wij ons zelf nog niet kennen
– een voorzichtig aftasten van elkaar
– onwennig. Na zoveel verleden
weer het nieuw leven in wat nog hoogst
onzeker maakt. Af te wachten bij dezen.
Tot het een het ander raakt.
15 oktober 2011
zichzelf – geen vrouw, geen vriend,
geen minnaar en de tijd in gedachten
dat dit toch ooit gebeurde. Noem
een plek, een plaats, een afspraak en
ik zal je er brengen en daar absoluut
aanwezig zijn. Eerst de tranen om
wat wij hadden en moesten vergeten,
dan het moment om te ontdekken
dat wij ons zelf nog niet kennen
– een voorzichtig aftasten van elkaar
– onwennig. Na zoveel verleden
weer het nieuw leven in wat nog hoogst
onzeker maakt. Af te wachten bij dezen.
Tot het een het ander raakt.
15 oktober 2011
Maar
Tot niets meer lukt en het huilen
nader dan het lachen staat.Zo had
ik het gedacht – nooit meer
– nimmer meer thuis te komen in de
armen die ik mij verlangde – zacht
– en zonder woorden wonen in de
gedachte die ons ooit te samen had
gebracht – tijdloos elkaar in liefde
zien te kennen – zwijgend naast
elkaar in het leven staan – een paar
vanzelfsprekend in elkaar gelovend
omdat de ziel dit heeft gewild – in
alle stilte ogen vindend, handen
tastend naar elkaar – repeterend
– in alles minnaars – een begrip
dat zich kenbaar maakt, hier, daar
tot wij neigen naar de warmte van
ons lijf – geborgen.
Maar jij, jij bent er niet.
15 oktober 2011
nader dan het lachen staat.Zo had
ik het gedacht – nooit meer
– nimmer meer thuis te komen in de
armen die ik mij verlangde – zacht
– en zonder woorden wonen in de
gedachte die ons ooit te samen had
gebracht – tijdloos elkaar in liefde
zien te kennen – zwijgend naast
elkaar in het leven staan – een paar
vanzelfsprekend in elkaar gelovend
omdat de ziel dit heeft gewild – in
alle stilte ogen vindend, handen
tastend naar elkaar – repeterend
– in alles minnaars – een begrip
dat zich kenbaar maakt, hier, daar
tot wij neigen naar de warmte van
ons lijf – geborgen.
Maar jij, jij bent er niet.
15 oktober 2011
Tuesday, October 11, 2011
Herfstsonate
Naar het werk van Rutger Kopland
Zo zou het moeten zijn – dat wat
leeft leesbaar wordt – stil te
staan bij de hand die je
vastgrijpt.
Zo wil ik het zien – een
teken van roest, herfstige vogels
– een almaar vallen, verdwijnen,
tot waar het uitkomt
– hun plek. Een pen – niets te
begrijpen dan de inkt die daaruit
voortvloeit. Letters die een thuis
vermoeden.
Zo laat het zich aanzien – dat de tijd
niet achterwege blijft hoe wij ook
achterom kijken –
iedere minuut teveel –
11 oktober 2011
Zo zou het moeten zijn – dat wat
leeft leesbaar wordt – stil te
staan bij de hand die je
vastgrijpt.
Zo wil ik het zien – een
teken van roest, herfstige vogels
– een almaar vallen, verdwijnen,
tot waar het uitkomt
– hun plek. Een pen – niets te
begrijpen dan de inkt die daaruit
voortvloeit. Letters die een thuis
vermoeden.
Zo laat het zich aanzien – dat de tijd
niet achterwege blijft hoe wij ook
achterom kijken –
iedere minuut teveel –
11 oktober 2011
Computer drawings
Dedicated to Bernard Dov Wisser
Nullen en enen leiden onrustig
vrede in – beheerste stilte – de
kilte voorbij.
Waterlelies in pixels – Monet
gelijk – drijven onaangeroerd
in fibrerend evenwicht.
Welke kleur de keuze om zich
synchroon te doen manifesteren
– de emoties ingekaderd?
Het spel troef….
11 oktober 2011
Nullen en enen leiden onrustig
vrede in – beheerste stilte – de
kilte voorbij.
Waterlelies in pixels – Monet
gelijk – drijven onaangeroerd
in fibrerend evenwicht.
Welke kleur de keuze om zich
synchroon te doen manifesteren
– de emoties ingekaderd?
Het spel troef….
11 oktober 2011
Monday, October 10, 2011
Patterns
Hoe het getij los zand
tot ribbels maakt –
glinstering die pijn doet
aan de ogen.
Hoe meng ik mij tussenbeiden?
Het tijdelijke zet een stap
zonder op of om te kijken.
Het weten aan de golven.
Spoorloos wat ik schreef
in de regels van haar
stromen.
Het zand blijft – continu.
3 oktober 2011
tot ribbels maakt –
glinstering die pijn doet
aan de ogen.
Hoe meng ik mij tussenbeiden?
Het tijdelijke zet een stap
zonder op of om te kijken.
Het weten aan de golven.
Spoorloos wat ik schreef
in de regels van haar
stromen.
Het zand blijft – continu.
3 oktober 2011
Mondriaan # 2
Naar Inge Boulonois
Wil laten inkaderen wat zich
uitwaaiert – takken tot
gedachte verheven – enkel
lijnen toebedeeld aan
het minimale.
Bomen zo tot mislukken
gedoemd – een halsstarrig
wezen dat haar eigen
essentie kent: geen
abstracte wereld
waarvan zij zou
moeten spreken.
Zij is echter dan het
doek beschildert – de
strenge formaten
– meer dan de gratie
van het penseel.
Ik kom niet dichterbij
dan dit – wonend tot de
huid van mijn dichten,
dichten tot de hand
van de meester.
Even onmogelijk
– even onwaar.
11 oktober 2011
Wil laten inkaderen wat zich
uitwaaiert – takken tot
gedachte verheven – enkel
lijnen toebedeeld aan
het minimale.
Bomen zo tot mislukken
gedoemd – een halsstarrig
wezen dat haar eigen
essentie kent: geen
abstracte wereld
waarvan zij zou
moeten spreken.
Zij is echter dan het
doek beschildert – de
strenge formaten
– meer dan de gratie
van het penseel.
Ik kom niet dichterbij
dan dit – wonend tot de
huid van mijn dichten,
dichten tot de hand
van de meester.
Even onmogelijk
– even onwaar.
11 oktober 2011
Saturday, October 08, 2011
Het geluk van een tafel
In mijn knoesten geen groei,
de stam reeds verlaten.
Ik ben het geluk van een
tafel - tijd krast namen
in mijn hout, morst
verhalen op mijn huid.
Ik sta op mijn poten - ik
ben niet anders dan wat men
bedoelde
- open voor borden en boeken,
weetgrage monden en hongerige
handen
- letterlijk voedsel. Een
ogenblik stilte om wat ik
hier toesta:
een vast ritme van
zitten en opstaan
- kordaat. Zo wil een tafel.
9 oktober 2011
de stam reeds verlaten.
Ik ben het geluk van een
tafel - tijd krast namen
in mijn hout, morst
verhalen op mijn huid.
Ik sta op mijn poten - ik
ben niet anders dan wat men
bedoelde
- open voor borden en boeken,
weetgrage monden en hongerige
handen
- letterlijk voedsel. Een
ogenblik stilte om wat ik
hier toesta:
een vast ritme van
zitten en opstaan
- kordaat. Zo wil een tafel.
9 oktober 2011
Sunday, October 02, 2011
Elementair
Dit behoort aan de golven:
een stukslaan van elk
samengaan.
Elkaar naar het leven staan –
verbolgen. Een ansichtkaart.
Everlasting sunset.
Dit is het groeten –
Egmond aan zee – glinstering,
eb en vloed gedwee in een
nog eenmaal geboren zijn –
Oktober, zonovergoten.
2 oktober 2011
een stukslaan van elk
samengaan.
Elkaar naar het leven staan –
verbolgen. Een ansichtkaart.
Everlasting sunset.
Dit is het groeten –
Egmond aan zee – glinstering,
eb en vloed gedwee in een
nog eenmaal geboren zijn –
Oktober, zonovergoten.
2 oktober 2011
Subscribe to:
Posts (Atom)