CROSSROADS
(Gedichtenreeks
over stilte)
(1.)
Er
was een plaats genoemd. Het was
een naam, het was een locatie, een
ergens verre vreemde. Hier zocht ik
naar richting.
een naam, het was een locatie, een
ergens verre vreemde. Hier zocht ik
naar richting.
Hier was ik ontheemd, ik was hier
nooit aanwezig. Op het terras wordt
voorzichtig afgetast. Ik wist mijzelf
niet zeker.
Men
keuvelde, maar de halve waarheid.
Waar de hostie heilig, de tijd tot stilstand,
de wegen krom en hellend niet waarom.
Waar de hostie heilig, de tijd tot stilstand,
de wegen krom en hellend niet waarom.
De
zomer klampte zich vast, maar de
bomen verroerde zich onvermijdelijk,
de niets ontziende bladeren.
bomen verroerde zich onvermijdelijk,
de niets ontziende bladeren.
De
kerk verhief zich, hield danig huis.
Hij verstomde elk gerucht. De mensen
verschansten zich, hielden zich wijselijk
dom.
Hij verstomde elk gerucht. De mensen
verschansten zich, hielden zich wijselijk
dom.
Vanuit
de nevel trok de vroege morgen,
stond een werkelijker wereld op. Men was
er mee gewoon. Wie er wakker van wordt
is het luisteren niet voor dovenmansoren.
stond een werkelijker wereld op. Men was
er mee gewoon. Wie er wakker van wordt
is het luisteren niet voor dovenmansoren.
Je
bent nog nooit van hier, dus waarom hier
geboren? Ik zie de opgaande voorzichtige
geboren? Ik zie de opgaande voorzichtige
zon en bedenk mij –
Elbert
Gonggrijp, terras " Ut Aethoes ", Beegden, zaterdag 6 september 2014
No comments:
Post a Comment