SWIERFRUGT
Opdracht
Schrijvenswaard, “ Swierfrugt “
Het wist
niet van de zachtzinnige liefde, was nooit een vraag. Er heerste
geen heimwee in de dingen. Alles wat er onderwijl begon zou nooit
geen heimwee in de dingen. Alles wat er onderwijl begon zou nooit
aanvankelijke
tijd, kon nooit, ontbeerde. Het lag nooit op de lippen.
Het was nooit stilte, wilde nooit leegte, kon nooit vervuld. Liet zich
Het was nooit stilte, wilde nooit leegte, kon nooit vervuld. Liet zich
niet aanraken., wist van
geen groei, taalde geen dood. Een ergens,
maar niet hier, niet later. Niets te
vinden, want het zoeken.
Het was
geen raaklijn, het zou nooit van naam, zocht geen persoon., kende
niet een heimelijke ontmoeting. Had
het een mogelijk
waarom? We hebben
onszelf nooit verlangd, konden elkaar nooit
herkend. Wij leven, maar leven ons een ander
leven. Het blijft onzichtbaar, er is geen ander wij.
Het is
niet de uiteindelijke schaduw in het
troosteloze lover.
Het is niet oud van ouderdom. Het is niet de uiteindelijke mist
vaag vanuit de donkere sloten. Het zijn niet de contouren
van de vertragende schapen. Het is nooit het geblaat van
het gissen naar. Er is geen huidig besef, het is geen
geduldig grazen.
Het is niet oud van ouderdom. Het is niet de uiteindelijke mist
vaag vanuit de donkere sloten. Het zijn niet de contouren
van de vertragende schapen. Het is nooit het geblaat van
het gissen naar. Er is geen huidig besef, het is geen
geduldig grazen.
Jij ziet
mij niet, jij hebt jezelf nooit begrepen. Ben ik een andere
taal, dan heeft zij nooit geklonken, want de letters moeten nog
tot klank, een gestalte van vermoedelijk verstaan. En ook de
mogelijke handen, maar het schier ongrijpbaar gebaar. Er is
geen tasten, ik vergeet je.
taal, dan heeft zij nooit geklonken, want de letters moeten nog
tot klank, een gestalte van vermoedelijk verstaan. En ook de
mogelijke handen, maar het schier ongrijpbaar gebaar. Er is
geen tasten, ik vergeet je.
Ik kan
niet onderhevig aan de tijd, ik ken geen duidelijk
verweer, wordt nooit nostalgie. Ik ben nooit zuiver, mij
berust geen enkele herinnering. Ik had nooit mijn handen
verweer, wordt nooit nostalgie. Ik ben nooit zuiver, mij
berust geen enkele herinnering. Ik had nooit mijn handen
in de aarde,
met eg en ploeg het paard Ik was nooit vrucht,
ik was
nooit boer en meid, was nooit de stal, het hooi,
de broei
van het hunkerend hooi. Het was zoals het was.
Ik ben
een muis, ik ben een olifant, ik ben wat ik mij
verzon. Het ongeduld van een bezige moeder. Zal ik
verzon. Het ongeduld van een bezige moeder. Zal ik
mijzelf
dan ooit werkelijkheid bekennen? Ik leef
mijn glimlach,
ik leef mijn uiterste geloof. Ik ben.
Ik ben mijzelf steeds achterna.
Ik ben mijzelf steeds achterna.
Zo leef
ik een monster, ik ben veelarmig. Ik leef mij een
Swierfrugt, ik ben mij zo zeker. Ik maak haar maakbaar
Ik ben heel sterk, maar o van te houden. Een knuffelkus,
Swierfrugt, ik ben mij zo zeker. Ik maak haar maakbaar
Ik ben heel sterk, maar o van te houden. Een knuffelkus,
haar meest
waarschijnlijke droom. Zij is immer mooi,
ik kan
haar bedoelen begrijpen. Ik doe er nooit toe. Maar
met mijn ogen dicht is alles echt. Wat heeft het te
zeggen –
met mijn ogen dicht is alles echt. Wat heeft het te
zeggen –
No comments:
Post a Comment