Ergens daar waar –
naar overstemmen, mijn macho, mijn merel. Al die kerels doen
het hardop en almachtig jachtig tegen elkaar in.
Ze zeggen ik ben zo onzichtbaar
alleen, maakt niet uit met wie.
Ik kan het beamen. In de deuropening bevries ik bijkans en
schiet een video, een plaatje, een geluidsopname.
Ik kan het beamen. In de deuropening bevries ik bijkans en
schiet een video, een plaatje, een geluidsopname.
Maar vanwaar. Het blijft gissen hoe
hij daar zit, comfortabel of
dusdanig uit zijn sas. Waar wachten
de dames, waar sla ikalarm als alles tevergeefs en de besluipende kat.
De ochtend stokt mijn adem, huivert
haar geluiden van stilte, het
holle logge straatverkeer. Een enkele
mens met een uitgelatenhond, een sporadische daad van schatplichtig leven.
Ik doorgrond niets, maar ken deze
voorbarige wereld. Mijn
vriendin slaapt zich zacht de
onschuldige slaap. Man merel doorwaakt, hij slaakt luidkeels honderduit dat hij bestaat.
Ik kan het beamen. Ik stip hem aan,
een geluid bevroren in een
ergens daar, het nog maagdelijk
zwart van vermoeden. Een overal hier, in het park, de bomen, op de nok van het dak.
Zover het oor reikt, zover hij
geruststelt dat zijn en mijn
dromen evengoed mogelijk. Het
indringend luisteren naar een welluidend verstaanbaar ontwaken –
@ Foto's Elbert Gonggrijp, behalve de Merel(Google Afbeeldingen), april 2015
@ YouTube fimpje Merel: Elbert Gonggrijp, Overdie, vrijdag 24 april 2015, 5.14 uur
No comments:
Post a Comment