Een theorie van
niets
De
kat sluipt om het huis, weet van geen prooi,
zoekt
zich comfort tussen stilstand en vangst,
likt vertwijfelt zijn vacht in de hopeloze nacht.
likt vertwijfelt zijn vacht in de hopeloze nacht.
Niemand
geeft thuis, men slaapt, weet nergens van.
Hoe zou het zijn om een werkelijker mens te zijn?
Het stormt en de dag weet zich geen raad.
Hoe zou het zijn om een werkelijker mens te zijn?
Het stormt en de dag weet zich geen raad.
Iedereen
slaapt, ik heb de nacht doorwaakt, jij
weet nergens van, bent met mij opgestaan, ik
hield je wakker vannacht.
weet nergens van, bent met mij opgestaan, ik
hield je wakker vannacht.
Waaraan
denken wij nu, nu de tijd nog open
ligt om de stille uren een vorm te geven, nu
alles nog stilstaat in zijn nieuwe belofte?
ligt om de stille uren een vorm te geven, nu
alles nog stilstaat in zijn nieuwe belofte?
De wind
waait ongedurig de ontvankelijke
bladeren, alles ritselt in het gras, alles valt
van de rumoerige bomen.
bladeren, alles ritselt in het gras, alles valt
van de rumoerige bomen.
Als
de slaap weer intreedt waar blijven dan
onze dromen, gaan onze ideeën nog ergens
heen. Ik ben mij gewaar hoe betrekkelijk
ik in deze wereld sta.
onze dromen, gaan onze ideeën nog ergens
heen. Ik ben mij gewaar hoe betrekkelijk
ik in deze wereld sta.
Ik
kijk mijzelf het enig juiste moment. Dat
de as van mijn sigaar zich wegwaait in
vonken en ik mij dit moment herinner
als het enig juiste –
de as van mijn sigaar zich wegwaait in
vonken en ik mij dit moment herinner
als het enig juiste –
Elbert
Gonggrijp, Alkmaar, zaterdag 13 november 2015
No comments:
Post a Comment