HYMNE
N.a.v. muziek
Thomas Tallis
Wat
als het licht dimt, de herrijzenis op zich laat wachten? Ik bezie
het dolend dier, vrees het vallend blad, vergeet de almachtige hoop.
het dolend dier, vrees het vallend blad, vergeet de almachtige hoop.
Vrede
heet een huis zonder ramen, een open deur zonder welkom.
Wie
mag jij hier wel niet heten. Ik ken je niet als ik je niet vraag naar
welk roemrijk verleden, je richting niet onderken. Langs elkaar te
welk roemrijk verleden, je richting niet onderken. Langs elkaar te
leven
is als een stem die niet wordt begrepen. Is als een valse noot.
Maar
een meeuw vliegt zich vrij zonder de beperking van zijn gebied,
de vos krijgt eerdaags nieuwe jongen, de roos bloeit telkenmale naar
de vos krijgt eerdaags nieuwe jongen, de roos bloeit telkenmale naar
een
mooi begin. Waarom zou een vink niet zingen?
Hoe
hardvochtig ook, een winter voltrekt zich maar eenmalig in de
loop van de seizoenen. Ik geloof in liefde vanuit de moederschoot.
Wat opwaarts groeit mag onbezonnen, maar immer voortvarend.
loop van de seizoenen. Ik geloof in liefde vanuit de moederschoot.
Wat opwaarts groeit mag onbezonnen, maar immer voortvarend.
Ik
wacht de aanwezige dag, maar verblijd mij alvast met haar
toekomst, hoeveel leed en ellende ook. Er is vreugde naast verdriet,
ook al ziet men die niet. Het leven overwint hoe dan ook.
toekomst, hoeveel leed en ellende ook. Er is vreugde naast verdriet,
ook al ziet men die niet. Het leven overwint hoe dan ook.
De
hymne alvast bedacht om haar klanken –
No comments:
Post a Comment