Sunday, August 19, 2012

Wat ontbrak



Van het pad geweken, in het duister
omgezien – het konijn voortvluchtig
voor onze voeten, de merel verstoken
van zijn zang.

Alarm – wat zich niet laat zoeken moet
dus wel verborgen zijn – op zijn hoede
– wat zij veinzen heeft geen groots
alibi.

Wat heeft tijd – de bomen weten van
geen antwoord – er wil geen weg terug
– ouder, triester – elk seizoen weer
anders.

Jou te zien vluchtig als vogels – buizerds
verdwijnend op thermiek – lome cirkels
in een hete hoogzomer.

Het papier kan weg – zodra het zwijgt wil
geen letter blijven – inkt vloeibaar tot
de regen.

Ik moet verder.


20 augustus 2012


Sadness


Mooi is ze, koningin van een
zomer, maar wat zegt het.
Luchtig draagt ze haar woorden,
maar wanhopig en wit.

Een verbazend warme augustus,
zich verkoelend aan de wind
die zachtjes fluistert in mijn
oren.

“ Het is je tijd nog niet. “. Jij ritselt
tussen mijn gedachten. Het wordt
oud voordat je ze leest.

Koeien grazen de gretige dag, het
landschap slaapt vredig in. De
zwaluwen willen haast.

Ingehouden het afscheid dat ik
voor je schreef. Ik zou naar meer
moeten verlangen.

Niets zo trefzeker als die stilte.




19 augustus 2012

Monday, August 06, 2012

Wat ik vond

Strandexcursie KNNV Petten


Er is geen detail gelijk – een schelp, een krabbenhuid – en
maar zoeken, met handen in het zand – stenen om te
keren – als kinderen, de emmers vol garnalen – even
verbaasd, even gretig.

Waar is de tijd? Soms heeft het jaren, soms verdwijnt zij
bij het benaderen – wieren kwetsbaar woelend in het water,
kwallen doelloos tot de dood – de namen brak van klank,
de kennis vervagend tot een vraag.

Wat ik vind slaat boeken open – achteraf. Waar ik kijk kent
houvast het bewijs – aanspoelsel aan de kantlijn van mijn
dromen – nog altijd – eb en vloed te samen. Het jutten
dat een kleinood loont.

Elke voetstap tot vondst vertraagd – grip te houden op
vandaag – nooit meer om te zien en terug te keren – te
beamen of te verwerpen – tot de zee, de onmetelijke
zee.

Mij te noemen bij de letters van dit ritme – golf in, golf
uit. Wat ik zocht zal ik steeds leren – te kruipen diep mijn
adem in. Bloed zilt sidderend door mijn aderen – tot het
land langzaam bewegen.

Luttel relict van ouder leven – wat naruist doet zijn inspraak
in de wind – het oor tot klank verbogen. Als je goed
luistert kun je mijn stem hierin horen.
Schelp tot de allerlaatste keer.


6 augustus 2012