Friday, September 28, 2012

Neervlijen

Opdracht Schrijvenswaard “ Vallende bladeren “


In het neervlijen het langzaam vergeten.
Elke kleur wil anders. Geen naam blijft
hetzelfde. De een na de andere.

Ach, te zoeken tussen verdoolde bladeren.
Achteraf gebleken wat met het vallen
werd bedoeld. Een kille herfst
voorhanden.

Oud te worden zonder heimwee. Dit is
nooit nieuw en gaat nimmer over. Een
ontvangende aarde van einde en begin.

De boom standvastig. De tijd kent haar
belofte. De kroon ontkiemend in de
toekomst.

Zal ik gaan of zal ik wachten?...


28 september 2012


Sunday, September 23, 2012

Voorbij het kijken

Opdracht Schrijvenswaard “ Handen “


Dagelijkse gebaren van onschuld
of bedrog. Handen zoekend naar
de toekomst van de liefde.

Een dieper zwijgen naar elkaar,
weifelend tussen huiver en
begrijpen.

Een tasten in een voelbaar duister,
langzaam van zichzelf bewust.
Houvast voor het ogenblik.

Verder dan elk kijken. Het lichaam
leeft zijn raadsels uit. Een huid
wachtend op verbazing.

Moedige vingers verkennen elk
antwoord, zijn op leugens
voorbereid.

Tot het laatste strelen…


21 tot en met 23 september 2012



Saturday, September 22, 2012

Nocturne 2.


Voorbij elk kijken tracht ik mijzelf
te zijn: merel tussen de mensen. Ik
zing het van de daken.

Mij niet zien doet vermoeden dat ik
besta, dat ik voortleef in nooit
gestelde vragen.

Wees gerust. Ik ben er. Ik ga pas als
het moet. Ik ga pas als ik er toe doe.
Als ik ben aangebroken.

Zover is het niet. Er moet nog
een lied van liefde en vroegte. Er
dient nog geruzied en gevochten.

Zingen om de stilte heen, over
heimwee, voorbij elk kijken. Dat
het je grijpt, dat het je vangt.

BROER KONIJN



BROER KONIJN
Uit mijn laatste bundel
" Voorbij elk kijken " (2011)


Zo vanzelfsprekend mijzelf, zo in
mijzelf verblijvend rest mij enkel
het kijken. 


Er is het landschap waarin ik woon,
de stoïcijnse duinen. Zij verroeren
zich niet. Zij verstuiven. Hier ben ik


thuis, het schichtige konijn en al wat
hier moet onderduiken. Alles lijkt
hetzelfde, alles lijkt zo gewoon. Ik


wil hier weg. Ik wil zoeken, vluchten,
vinden: het spoor terug, een clou,
een teken van leven. Ik wil gaan


zonder dat ik weet waarheen, waar
vandaan. Maar ik blijf. Ik eet gras en
wacht in mijn hol op het duister.



Elbert Gonggrijp,  Heerhugowaard,  2009(?)
 Schilderij @ Maceij Francisz " Wild Rabbit "






BROER KONIJN



BROER KONIJN
Uit mijn laatste bundel
" Voorbij elk kijken " (2011)


Zo vanzelfsprekend mijzelf, zo in
mijzelf verblijvend rest mij enkel
het kijken. 


Er is het landschap waarin ik woon,
de stoïcijnse duinen. Zij verroeren
zich niet. Zij verstuiven. Hier ben ik


thuis, het schichtige konijn en al wat
hier moet onderduiken. Alles lijkt
hetzelfde, alles lijkt zo gewoon. Ik


wil hier weg. Ik wil zoeken, vluchten,
vinden: het spoor terug, een clou,
een teken van leven. Ik wil gaan


zonder dat ik weet waarheen, waar
vandaan. Maar ik blijf. Ik eet gras en
wacht in mijn hol op het duister.



Elbert Gonggrijp,  Heerhugowaard,  2009(?)
 Schilderij @ Maceij Francisz " Wild Rabbit "






Broer konijn



BROER KONIJN
Uit mijn laatste bundel " Voorbij elk kijken " (2011)


Zo vanzelfsprekend mijzelf, zo in
mijzelf verblijvend rest mij enkel
het kijken.

Er is het landschap waarin ik woon,
de stoïcijnse duinen. Zij verroeren
zich niet. Zij verstuiven. Hier ben ik

thuis, het schichtige konijn en al wat
hier moet onderduiken. Alles lijkt
hetzelfde, alles lijkt zo gewoon. Ik

wil hier weg. Ik wil zoeken, vluchten,
vinden: het spoor terug, een clou,
een teken van leven. Ik wil gaan

zonder dat ik weet waarheen, waar
vandaan. Maar ik blijf. Ik eet gras en
wacht in mijn hol op het duister.



Om de stilte heen



Als je het niet wist, als je
het niet zocht, als je het
niet zag, riep, voelde:

laat het zingen aan de wind,
laat het deinen aan de golven,
maar zachtjes, om de stilte
heen.

Om de stilte willen woorden,
zoeken mensen, is men
eenzaam.

Laat de pen de hand proberen.
stilte om de schrijver heen. In
stilte stilte dichten.

Het schrift weer weg te leggen,
de waarheid onder ogen zien.
Laat ons leven om de stilte
heen.


Water and dust

Water and dust
Muziek Antony and the Johnsons


Dan gaat het zo: water te worden,
dorstlessend water, stof te zijn, droog
stof, in elk atoom, in al het herhalen.

Als wij koud zijn, water en stof, zal
het ons vergaan en niets te denken
geven dan wat er overblijft.

Niets te weten of te horen of dode
dingen tot geluk kunnen behoren,
levend, zonder zorgen.

Wat er overblijft: iets in de tijd, iets
van zijn vorm, tot het zich loslaat,
tot ik vergeet.

Ik zal het geduld zijn dat ik besta.





Tuesday, September 18, 2012

Decorum



De tijd vertraagt, de dag doet
erg voorzichtig. Er komt een
herfst aan, rijp en roestig
van geduld.

Alles aan een zijden draad.
Spinrag van huiver en angst.
Ik moet aan elk triest voorval
wennen.

Oppervlakkig land vergeet zijn
rijkelijke oogst, zal van voor
af aan beginnen. Het zaaien
mist een node hand.

Beslagen nu de dromen van een
verhitte zomer. Oude vingers
vormen dikke tranen. Druppels
langs verlopen namen.

Dreigende wolken spannen samen.
Regenschermen die het land
verwerven. Dit wordt mijn
thuis, nat tot op de huid.

Het gepopel aan de ganzen.


12 tot en met 18 september 2012

Monday, September 10, 2012

(Geen titel)

Voeten willen altijd anders.
De vloedlijn wemelt ervan.
September heeft haast.

Nu de laatste zonnestralen.
Branden doet bakken.
Als verlamd.

Op de uitkijk blijf ik wakker.
Schelpen geven geen repliek.
Het zandkasteel houdt stand.

De dag verdampt. Mensen
weten van zichzelf, gekend
of ongekend.

Wie thuiskomt zal de zon
vergeten tot de zon hem
terugverlangt.


Egmond aan Zee, 9 september 2012

Friday, September 07, 2012

Nanacht

Verloren liefde

Geen lijf, geen liefde. Wakker worden heeft
een ziel van leegte. Van alle woorden word
ik bang.

De sterren staan te vergaan. Een stille maan
heeft te verbleken. Er is geen omkijken naar.
Een schamper vergeten.

Hoe oud moeten wij nu verder gaan. De vroegste
vrede zo tergend langzaam dat het bed ons
dreigt te verlaten.

De nanacht heeft er oren naar. Wat wij ons
ervan inprenten maakt dromen overbodig.
Handen tastend naar onmacht.

Zo wil ik niet verdwijnen. De ordeloze lichtheid
van een ongewenste morgen. Het is te snel
en hopeloos te leven.

Geef mij dus even. Ik ben aan ons afscheid zo
gehecht. Als het het laatste zal zijn, is elk
wachten geslecht.


7 september 2012