Saturday, November 30, 2013

The conversation

The conversation
A poem deducated to the work of Seth Tuska


What's the fear of intervention – the funerable chairs – in
speaking terms. They hurry in their angry moments – or no
life at all, a whispering silence. Nobody the oppurtunity
to stay around and be together – in an irresitable
conversation.

Can we play as in the garden? Fool around in great wide
circles? Just a silly game to lose a chair? They are just
standing there and have no words – between them as
sisters and brothers. A briefcase of understanding
– by the patient hours.

We only have to wait . How realistic their unspoken world
of recognition. To enter their probably imagination. How
to feel a chair? They don't even care – standing there as
the ability of their own creator – what else. Optimistic
by their truthfully companion –



Elbert Gonggrijp, Heerhugowaard, The Netherlands, zaterdag 30 november 2013     

Wednesday, November 27, 2013

The unbearable lightness of being

THE UNBEARABLE LIGHTNESS OF BEING
Digitale recorder

Een trieste jeugdervaring...


Verlies. En de bomen weten hoe – hun triestheid absoluut,
mijn kilte evenredig. Ik zie niet in hoe ik mijn lichaam, ik
weet niet beter dan mijn geest. Zwaar en onderhevig,

aards en op de tast. In mijn jongste verleden was het in alles
wat ik zag, in alles wat ik beleefde. Kaal omdat het zo niets,
kaal omdat ik zo winters was. Het kijken pijnlijk van het
diepste ongenoegen, een eenzaam ongewis.

Een toekomst zonder voorval, een leven zonder beleven.
Nu, met jou wil ik een andere weg. De geest wil het zeker,
mijn hart kan het niet langer ontkennen – dat jouw liefde
van ware liefde weet.

Ik daarentegen zie de stramme populieren. Hoe bedenk ik
mij ooit trots en fier – een andere  taal te spreken? Kan ik
ooit oprechter zijn dan zij? Het oog zou beter moeten
weten –


Oudorp, Alkmaar, buslijn 10, dinsdag 26 november 2013




Monday, November 25, 2013

AMAZING

AMAZING
Opdracht Schrijvenswaard “ Verwondering “


Dan het besef rond een uitgestrekte heelal, de
stamelende merel, de schemerende ochtend, het
aarzelend straatverkeer – een nimmer te weten
raadsel van het waarom en wanneer?

Ik kan kijken, maar hoe onzichtbaar dit alles. Geen
hand nog voor ogen, de schapen en de koeien een
geluid, een nauwelijks bericht.

Is daar ons verwonderd herhalen – wie wij zijn tot het
vinden van de uiteindelijke slaap? De geruststellende
nacht van het nimmer zeker te weten – hoeveel tijd ons
daadwerkelijk genoeg?

Is er een leegte op te vullen – dan
het uiteindelijk te weten? En jij,
mijn liefste? Hoe jij?


maandag 25 november 2013





Sunday, November 17, 2013

It could be sweet

IT COULD BE SWEET

Titel song Portishead
 C.D. “ Dummy


Alsof ons niets – de rivier, de kolkende, smachtende – als ons niets – de coniferen, de hoge standvastige – alsof ons niets – de vogels – de vrijuit zwermende. Hoe bitter – in het geniep
was alles anders – een kleur ons uitgekozen – noem het rood en het constant te dragen – een protest? En ik deed mijn best – woord voor nog nauwkeuriger woord – in alles even
gedetailleerd, in alles voorbij de goede orde. Was daar een zegen dan?
In het donker het duister.

Ik loop tegen feiten aan – ze verhullen niets – zelfingenomen leegte – onvrijwillige passanten
– niet aflatend – onbewust van taal en teken – wat is liefde dan nu – goederenwagons, bussen, zakenkantoren, veilinghallen, stations – en te weten wie? En jij ? Waar weer ons uiteindelijke tijdstip te weten?

De bloemen leren weer van hun jaarlijkse sterfte – want hoe geef ik die – tijd, spaarzame tijd? Kent het kind nog het huiswaarts huppelen en weet het straks feilloos de weg terug ? Een glimlach om wat het telkens werd verweten? Alsof ons niets – maar de aarde, het ontegenzeggenlijke, het absolute – het vuur – het verterende, het niets ontziende. Maar jij. Vanuit
het onophoudelijke venster weet zich mijn onvoorwaardelijke welkom.

Te leven – niets anders kunnen dan dit pad – binnenste buiten, altijd even – er was een weg, maar wij vinden ons vanzelfsprekend ooit weer terug. De glimlach zal weer spreken, mijn arm streelt weer jouw rug – hoe oprecht om zo niet van elkaar te kunnen houden? Alsof ons niets was ontbroken – jij hier, ik waar ik altijd heb moeten blijven – in alle eenvoud alleen. Een menselijke mens, maar onbegrensd zodra ik van je houden kan. Alsof het aan ons niets ontbreken zou – de
zon, de maan en de sterren – moet het dan nog verder?



Zondag 17 november 2013       

Wednesday, November 13, 2013

IN DUBIO

IN DUBIO
KNNV Paddenstoelenexcursie “ De Bleek “ Egmond Binnen
Digitale recorder


Dit duin wacht af. Gaat het om woorden? Hoe
klein of onderdanig ook? Het licht speelt zijn
akkoorden en fluistert. Kan het harder? Weet het
van mijn zachte tred? Ik loop zo verder en
bedenk mij hoe alles zo anders had gekund.

Het is winter. De tijd verkilt en de afstand
maakt verwijten. Hoe evenwijdig zijn wij
aan het scheren van het vluchten.

De allengse vogels
– zij beseffen het
– in alles.


Elbert Gonggrijp, 13 november 2013

GAANDEWEG

GAANDEWEG
KNNV Paddenstoelenexcursie “ De Bleek “ Egmond Binnen
Digitale recorder


Het zal zich nooit ontwaren. In het blijvende
licht liggen de struiken verankerd, hebben
de bomen hun acte de presence.

Er is ruimtelijkheid vereist. Wat ik van mijzelf
weet kent nauwelijks vaste grond. De duinen
willen weg, ik zoek mijzelf in de rondte.

Vergeef mij mijn euvele daden van liefde.
Teer zou ik zijn geweest als ik hier met jou
samen, maar mijn armen weigeren dienst
en wensen worden eenzaam.

De schemer hunkert. Ik kan mij in mijzelf
verdwalen. De laatste kaalheid van de dood,
stammen langzaam tot in het uiteindelijke –



Elbert Gonggrijp, 13 november 2013  

BESTAAND

BESTAAND
KNNV Paddenstoelenexcursie “ De Bleek “ Egmond Binnen
Digitale recorder


Het heeft zich neergelegd en niemand wist ervan. Een
glooiende stilte zo zacht dat het geen vrijheid vereiste
In stevige doornen of vastvoetig licht.

Hier zoek ik mijn dagen, hier zoek ik de lucht die
zo onwerkelijk geruststellend voor mij is. Zij is zo
moeder, zo Moeder Natuur. Hier begint de realisatie
van de bestaande gedachte.

Zo mag jij hier – zo elders, zo veraf,
maar het hoeft niet, ook al weet ik
niet waarom. En zo ja –



Elbert Gonggrijp, 13 november 2013   

LINEAIR

LINEAIR
KNNV Paddenstoelenexcursie “ De Bleek “ Egmond Binnen
Digitale recorder


Er gebeurt hier iets vanuit het sierlijke. Het
zou zo kunnen zijn dat de vlucht van de
schuchtere vogels niets van dit landschap
willen weten, zichzelf aarzelen in de
hoedanigheid van de schaduw.

Wat wij hier kunnen doen. Kijken naar het
onmetelijke in de kaalte van de bomen.
Ons uitzicht behoedzaam tolereren. De
duinen voorzichtig laten glooien en de
stilte laten leven voor wat het is.

Ik kan zo ogenblikkelijk mijzelf, maar
hoeveel reden. Het is een wensen te weten
waar. Jij, aan het oppervlak van dit alles,
jij hebt jezelf in alles met je meegebracht.
Meer zal het niet zijn, meer kan
het niet anders –



Elbert Gonggrijp, 13 november 2013

OVERZICHTELIJK ACHTERAF

OVERZICHTELIJK ALSNOG
KNNV Paddenstoelenexcursie “ De Bleek “ Egmond Binnen


In de duindoorn ligt elk besluit reeds vastgelegd. Het
fletse licht heeft het niet voor niets beaamd.. Als het zich
stil houdt dan hier – in zijn ware aard. Wat zich toont
heeft zich nooit verloochend, weet van geen oponthoud.

Wij banjeren hier voort en vinden iets tot ergens. In
het gras zoeken wij het tot vaste vorm – de mogelijke
paddenstoelen – voorzichtige wasplaten, die zo
langzaamaan zeer zeldzaam zijn.
 
De tijd gunt ons geen tijd. Hoe naarstig ook – wij blijven
ons onzeker. De oogst gering, het doel onvolledig. In de
lucht blijft een vraag, een onlosmakelijke twijfel. Ik weet
het nooit, ik weet het niet.

De paarden hebben zich hier zo duidelijk achtergelaten.
Het gras verdort. Een traag verhaal, een nieuwe avond.
De laatste vink schrilt scherp zijn laatste kreet. In de
schaduwen willen de oude bomen huiswaarts
– of het al kan?



Elbert Gonggrijp, Heerhugowaard, 13 november 2013 .

RESTANT

RESTANT


Hier vond ik je terug – in een afgelopen tijd,
in een zich zo letterlijk, steeds af en aan, in
een onophoudelijke vloedlijn – die van de
zich alsmaar herhalende gedachte – het zo
aangespoelde herinneren, om op te rapen,
kwijt te raken, jou zo te moeten missen,
in dozen tot foto's –

In het aanstonds zichtbare het enige weten. Ik
jouw restant, jij mijn overpeinzing. Het laatst
meest vergeten ogenblik – als ik zou, dan – maar
het kan niet, nogmaals er is niet –



Elbert Gonggrijp  

ZICHTBAAR ALLEEN

ZICHTBAAR ALLEEN

Ook al willen woorden anders – had het gekund? Ik
vertwijfel mij in jouw armen, ik zoek afstand in jouw
kus – en dan op weg naar nergens, of dan weer terug
naar vlug –

we hebben de liefde achter de rug. Ik moet mijn blik
zo verder, het spoor te zullen vinden – bloed op de
gebroken veren van de laatste vlucht en dan toch te
vliegen? Waarnaartoe? Jouw naam te taboe om
hier nog duidelijk uit te spreken –

kenden wij de oorsprong zoals wij zouden wensen?
Te leven in de dronkenschap van weleer? Het hart
wil het lichaam vanzelfsprekend, de gedachte wacht
de gevolgen. Is het zichzelf of moet het verbeten
– binnen vastgestelde grenzen.

Ik bewandel dit wankel evenwicht. Ik heb je slechts
van horen zeggen, ik heb je slechts voor ooit te
leen. Dat jij zo bijzonder scheen moet dan maar
vergeten. Ook al kan ik en wil ik niet alleen –



Elbert Gonggrijp

BURNING BRIDGES

BURNING BRIDGES
Naar titel song Japan “ Gentleman take polaroids “


“ A distant fire “ – wist ik mijzelf zo roepende
in de woestijn? Een schamel onderkomen van
een uitgewoonde ziel? Tot hier en niet verder?
Er zijn nu eenmaal verstrekkende grenzen.

Hier moet ik mijzelf nog verder kijken. Achter
het verwachten ligt het begin. Ik tuin er telkens
in. Dit is het rulle zand. Wij zongen ervan en
wilden van geen wijken weten.

Maar de wind – wij branden en hebben niets
meer in de hand. Onze ogen droger dan verlangd,
het leven weer voorzichtig, maar constant. Alsof
– maar niets te over. Weten wij van onszelf,
zo liefdevol, zo genadeloos gruwelijk?

Ken ik de werkelijke toekomst? Het verdriet
zal zichzelf er niet minder – met of zonder
elkaar. Het moet dan maar, schijnbaar
onverschillig. Wat ik bedoel weet je,
wat ik wil zo overbodig.

Buiten de lijntjes – leesbaar voor wie
mij ontcijfert – voelbaar als ik mij
in beeld en taal vertaal – zolang
het bij wil blijven – van op een
afstand, vanuit het gewillig
observeren –



Elbert Gonggrijp  

Tuesday, November 12, 2013

BIJVOORBEELD

BIJVOORBEELD
Facebook gedicht


Als de kraan geen druppels, en de tijd het boek. In
alles zoek wat ik beoogde, maar de nacht zo kalm
en redelijk bovendien. Indien geslapen, de verdiende
rust, indien het waken de mogelijke herhaling –
er is een gedachte zoek, er is een constant vergeten.

Jij weet waar de stilte uiteindelijk is gebleven. Het
heeft de vorm van een tomeloze jeugd die zich
levenloze kikkers vangt – vanwaar het springen,
de vreugdevolle vijver? Zat ik er dan al naast en
begreep geen serenade?

Ik loop op straat en herken jou als geen ander. Ik
loop door om te willen weten wie ik werkelijk
was. Had ik mijn paspoort vergeten, dan was ik
voor jou net zo vanzelfsprekend mijzelf . Hoe
kan ik dit nog duidelijker verwoorden. Ik loop
weg en probeer alsnog jouw eigen naam.

Op de foto's achteraf zou blijken hoeveel dichterbij
je scheen dan ik ooit had durven kijken. Ik schatte elk
genoemde afstand verkeerd en de blikken zonder
schaamte. Wat ik in te halen had staat nu in volle
dozen op mij te wachten. Zal ik ze dan steevast
openen. In het willen weten de rancune van de
nooit uitgesproken herinnering.

Of wij nog wisten waar wij waren gebleven –



Elbert Gonggrijp, Heerhugowaard, 13 november 2013   

BREEKBAAR

BREEKBAAR
Voor Facebook


In de stilte – daar te bevinden als ik weer
kan, maar voorzichtig. Ieder moet zijn
weg en ik wacht af te weten hoe Ik heb
mijzelf gezien en dit is wat ik mijzelf
verlang – een tijdloos vergeten, een
innerlijk vergeven.

Ik ben mijzelf aangegaan – in alles even
sprakeloos, in alles een herinnering – zo
ongelooflijk vanzelfsprekend. En ik
wist er van. Noem je het bij naam
– zou ik je ervan vertellen?

Waar zou ik dan beginnen? Het is zo in
mij besloten en het opent zich pas als
als ik mijn ziel volledig – de volstrekte
onwaarschijnlijkheid van mijn
vastbesloten kleuren – was het
het rood, was het mijn
voorgenomen passie?

De winterharde rozen, in hun
onvergankelijk later –
ik weet niet hoe ik –

Maar ik hoef niet. Hier staat het en ik
zwijg. Ik wil de tijd, maar niet de
doornen. Leven, maar uiterst
behoedzaam. Over het
landschap kijken en
overdenken

– er is geen grijs, er is geen winter.
Ik hoef het alleen maar duidelijk
te willen weten –



Elbert Gonggrijp