Wednesday, November 24, 2010

Pettemerpolder

De doodse sloten. Mijzelf als
plek verlatend. Kronkelend
naar witte woorden.

Wat zal ik heten? Ik jaag gure
gedachten na, telt de eenden en
de ganzen.

Een stille overpeinzing. Gebogen
gras te vreten, in het weidse te
overleven.

Van kwaad tot erger. Niets te
delen dan koning Winter. Niets
beseffend dan zware klei.

Onderhuids in elk ogenblik te
verdwijnen. Sneeuwblind
en star in elke aarzeling.

Te vallen in ongenade. Niet
om de tranen, maar om de
straffe wind…


Elbert Gonggrijp, Heerhugowaard, 18 januari 2010

No comments: