GENADE
Zo’n
ochtend waarin de geest zoekt naar houvast,
het lichaam pas gedijt bij ontbijt en koffie. Zo’n zomer
die gehaast hoog ter kimme staat, genadeloze
schaduwen in de bladeren maakt, de ogen
pijnlijk knijpend in het felle licht.
het lichaam pas gedijt bij ontbijt en koffie. Zo’n zomer
die gehaast hoog ter kimme staat, genadeloze
schaduwen in de bladeren maakt, de ogen
pijnlijk knijpend in het felle licht.
Niets
is wat het is, hoe blijvend het ook blijkt. De
florrissante bloemen kozen dit voortvarend seizoen,
de wolken en de vogels doen traag aan fronzen,
hun bange bedenkingen. Staalblauw oogt
de hemel zoveel gastvrijer.
florrissante bloemen kozen dit voortvarend seizoen,
de wolken en de vogels doen traag aan fronzen,
hun bange bedenkingen. Staalblauw oogt
de hemel zoveel gastvrijer.
De
aanhoudende droogte verhit de kalmte. Ik leef
het stugge hooi, ik striem mijn handen aan het dorre
gras, haal ze open aan de doornen van de onrijpe
bramen. Over de brandnetels maar niet
gesproken.
het stugge hooi, ik striem mijn handen aan het dorre
gras, haal ze open aan de doornen van de onrijpe
bramen. Over de brandnetels maar niet
gesproken.
De
vlinders dollen paarsgewijs in hun luchtparadijs
van het gretig begeren. Dit is dus waarheid: in de bermen
groeit het hoogop, er waait een lusteloze wind, wij
van het gretig begeren. Dit is dus waarheid: in de bermen
groeit het hoogop, er waait een lusteloze wind, wij
zijn
gedoemd tot een zekere stilstand, een
jeugd van zomerjurken en blote benen.
jeugd van zomerjurken en blote benen.
De
bromvlieg verdwaasd rondtollend in zijn
zelfverkozen gevangenschap, hier, in het huis
waar ik verkoeling betrachtte –
zelfverkozen gevangenschap, hier, in het huis
waar ik verkoeling betrachtte –