BRIEF
Zou
ik je een brief schrijven, maar het schreef
zichzelf, een bedaarde zomer vanuit het groenste
groen met ergens in het heimelijke de kleur van
dood, van weemoed, van kortstondig geluk.
zichzelf, een bedaarde zomer vanuit het groenste
groen met ergens in het heimelijke de kleur van
dood, van weemoed, van kortstondig geluk.
De
bomen aaibaar in de tastende wind, zoveel
innerlijk verleden, zoveel overgave. Ik moet jou
hierin hebben geweten en toch geen volledig
antwoord. Wat je ziet kan nooit echt bewezen.
innerlijk verleden, zoveel overgave. Ik moet jou
hierin hebben geweten en toch geen volledig
antwoord. Wat je ziet kan nooit echt bewezen.
Dat
het niet bestond dan enkel het vermoeden
dat je er werkelijk naar kon kijken. Zie het blakend
vee, de slome schapen en trage koeien. Telkens
in de weiden hun herhaaldelijk verschijnen.
dat je er werkelijk naar kon kijken. Zie het blakend
vee, de slome schapen en trage koeien. Telkens
in de weiden hun herhaaldelijk verschijnen.
Hoe
klonk dat ook alweer, vrede? Met een
grasspriet in de mond en dan ergens daarboven
de wolken, de vormen, de zomerzon.
grasspriet in de mond en dan ergens daarboven
de wolken, de vormen, de zomerzon.
In
de tuin overal stilte. Ik heb nooit beseft dat
jij
dit moest zijn, dit absolute gedijen tussen
de bloemen. Hoelang jij kon duren terwijl –
de bloemen. Hoelang jij kon duren terwijl –
Elbert
Gonggrijp,
tuin Egmond aan den Hoef,
dinsdag 12 juni 2018
tuin Egmond aan den Hoef,
dinsdag 12 juni 2018
No comments:
Post a Comment