SYNCOPE
V
Toen
de fragiele akkerkool jou geel omkranste, dat
gapende zwarte gat, alles wat je deed was leegte, was
gapende zwarte gat, alles wat je deed was leegte, was
stiller
dan leeg. We hoefden niet te kijken, geluk
viel hier danig uit de toon. Dit was zoveel alles
als jij nu, maar hoe.
viel hier danig uit de toon. Dit was zoveel alles
als jij nu, maar hoe.
Jij
likte ondertussen wel je vacht, zwart als de nacht,
je lag daar ergens waar wij je niet dachten te zien, je
lag daar zo onverschillig kat. Maar dat zwarte gat,
hoevaak hebben wij er ons in vergist, dit had jij,
telkens meer.
je lag daar ergens waar wij je niet dachten te zien, je
lag daar zo onverschillig kat. Maar dat zwarte gat,
hoevaak hebben wij er ons in vergist, dit had jij,
telkens meer.
Wij
waren niet eens wij. Het had allemaal anders
gekund, zoveel dichterbij, zo leeg en zwart als dit
onbekende gat, daar onder de bramen. Het had
je net zo goed aangekeken en niet langer
over zichzelf gezwegen.
gekund, zoveel dichterbij, zo leeg en zwart als dit
onbekende gat, daar onder de bramen. Het had
je net zo goed aangekeken en niet langer
over zichzelf gezwegen.
Er
is zoveel uitzicht dat je liever niet. Doodgaan
kent geen grenzen. Een gapend gat en dan heb je
kent geen grenzen. Een gapend gat en dan heb je
het
wel gehad. Je bent zoveel nergens, iedere
dag.
Ik herinner mij waar ik je vergat.
Ik vergiste mij telkens weer –
Ik vergiste mij telkens weer –
Elbert
Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
woensdag 20 juni 2018
Egmond aan den Hoef,
woensdag 20 juni 2018
No comments:
Post a Comment