SYNCOPE
III
Toen
ik dat gat in de heg
voor een kat aanzag, zwarter
dan de nacht, leger dan
leegte haar vacht.
voor een kat aanzag, zwarter
dan de nacht, leger dan
leegte haar vacht.
Toen
wij nog minder dan wij,
niet streefden naar stilte of geluk,
onszelf niet herkenden in dat
gat, die tuin.
niet streefden naar stilte of geluk,
onszelf niet herkenden in dat
gat, die tuin.
Hij
was hier als gewoonlijk nooit
geweest,
verbleef er gewoonlijk altijd,
gewend
aan leven en dood.
Maar
de plek een onherroepelijk
gat. Wij vielen uit de toon, Hier komt
hij als je niet kijkt, als je opkijkt,
als je je vergist.
gat. Wij vielen uit de toon, Hier komt
hij als je niet kijkt, als je opkijkt,
als je je vergist.
Maar
die plek in de heg
alsof ze ogen heeft
en zegt –
alsof ze ogen heeft
en zegt –
Elbert
Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
dinsdag 19 juni 2018
Egmond aan den Hoef,
dinsdag 19 juni 2018
No comments:
Post a Comment