Tranen
Ik
heb de planten besproeid, een
handkus
voor de droge aarde. Ik heb
de
nachtvlinders begroet, een stille
wenk
van de ooggetuige.
Ik
vergaf het deze zomer. Nu
de avond komt, ik mij overgeef aan
haar grillen, haar tumulteuze
tuimelende gierzwaluwen.
de avond komt, ik mij overgeef aan
haar grillen, haar tumulteuze
tuimelende gierzwaluwen.
Ik
ga ze achterna, ik blijf waar ik ben,
een
hele tuin tegemoet, op een bankje,
in
dat late licht, die glimp, een vage
gloed van wroeging.
gloed van wroeging.
Misschien
komt ze er nog op
terug – net als jij – zal ze huilen,
maar zachtjes – en jij nabij
naast mij.
terug – net als jij – zal ze huilen,
maar zachtjes – en jij nabij
naast mij.
Nat
als tranen, als ze erbij
stilstaat, stil wil staan. Ik heb de
tuin besproeid en hoop dat ze
begrijpt wat ik bedoel.
stilstaat, stil wil staan. Ik heb de
tuin besproeid en hoop dat ze
begrijpt wat ik bedoel.
Allemaal
voor jou en mij,
allemaal voor het gelijk
van het geluk –
allemaal voor het gelijk
van het geluk –
Gedicht + Foto's Elbert Gonggrijp
No comments:
Post a Comment