Thursday, May 21, 2015

SCRIABIN I



Scriabin
Hoe ik zijn 8ste sonate verdichtte

Improvisatie 1.

Scriabin leest voor: hoe achteloos vanuit de dreiging hij eigen
noten sprak, voorzichtig om aan een raaklijn te verkondigen,
hij een God en alsof de natuur al eerder eender had
gesproken, elke noot een kleur.

Chromatische akkoorden. Ik verwittig mij een waterlelie, de
stroming in de rivier, een willekeurige schittering. Als was
het een dansende voortvluchtige lente.

Een reusachtig indrukwekkend schouwspel of een
wankelpas in de overdenkende overpeinzing. Hij stierf een
zwakke gestalte, hij componeerde luid en krachtig, het
kortstondig talent van willen proeven hoe alles
zich wel tot stilte verhield.

Hij kon het niet dirigeren, hij kon het niet musiceren hoe
ingewikkeld zich dit leven verstond tot schier willekeurige
poëzie. Binnen de maten was geen sleutel en behelsde
zijn wereld vele octaven. Hij was zichzelf niet bij
machte dan te vergeten.


Scriabin kom je tegen of niet. Ik loop met hem op en
bedrijf even aarzelend of heftig uithalend dezelfde taal
tegen ongeschreven wetten in. Hoezo, geen richting,
geen lijn? Alles heeft zijn tijd, alles kan worden
geschreven of gespeeld.


Maar vluchtig. Voorbij mijn kijken haalt het gedicht
Scriabin of mij nooit meer in. Want hier staat het,
maar pas als ik mijzelf teruglees. Dat Scriabin leeft
zolang ik dit niet tegenspreek

Elbert Gonggrijp,  Heiloo,  donderdag 21 mei 2015
 


 
 
 
 

No comments: