ONVERMINDERD
De wereld mag van zijn voetstuk gevallen –
gedoemd
tot razernij en niemand de deur – de bomen een
skelet, het rondwarend blad, de bloem gebroken
in haar knop –
tot razernij en niemand de deur – de bomen een
skelet, het rondwarend blad, de bloem gebroken
in haar knop –
Het gebeurt mij nog. Ergens is er nergens stilte
nu
een enkele vogel een Roodborst kweelt, de Spreeuw
gebroederlijk een grapjas schettert. Ik bedoel je –
een enkele vogel een Roodborst kweelt, de Spreeuw
gebroederlijk een grapjas schettert. Ik bedoel je –
Alles is er nog – in het verborgene en aanwezig voor
het
bewuste oor en oog. De tuin een geduldig wachten –
bewuste oor en oog. De tuin een geduldig wachten –
Zelfs als alles nihil en overig. De kleine vijver
huist
nog zijn trage Poelslak alsof niets veranderde.
nog zijn trage Poelslak alsof niets veranderde.
Zo zie ik jou – in het minst geringste loutert
liefde
haar werkelijke ogenblik – onverminderd. Of nu
de overvliegende Ganzen een andere overweging -
ze keren telkens weer terug – om het steeds
over te zullen doen.
haar werkelijke ogenblik – onverminderd. Of nu
de overvliegende Ganzen een andere overweging -
ze keren telkens weer terug – om het steeds
over te zullen doen.
Herinner het je – wat lijkt te kwijnen
ligt slechts ten ruste, hoe doods
en onzichtbaar nu ook –
ligt slechts ten ruste, hoe doods
en onzichtbaar nu ook –
Elbert Gonggrijp, tuin Egmond aan den Hoef, woensdag 23 november 2016
Foto Elbert Gonggrijp, tuin Egmond aan den Hoef, woensdag 23 november 2016
No comments:
Post a Comment